De locaties Aalbersestraat en Spaarnevleugels kregen op 22 februari bezoek van een groep medewerkers van Justitieel Complex (JC) Zaanstad. Collega’s van HVO-Querido waren vorig jaar al daar geweest, daarom was het nu de beurt aan de mensen van Zaanstad om een werkbezoek te brengen aan onze locaties waar veel cliënten wonen met een forensische titel.
Het was een waardevolle uitwisseling. Na een rondleiding door Spaarnevleugels in Hoofddorp door een van de bewoners is er samen geluncht en zijn er over en weer ervaringen en werkwijzen uitgewisseld. Ook op de locatie Aalbersestraat in Amsterdam wachtte de bezoekers een warm onthaal.
‘Het was prettig om kennis maken en te zien dat we, ondanks de verschillende settingen, qua werkwijze toch overeenkomsten hebben,’ vertelt zorgcoördinator Michiel Kloppenburg van de Aalbersestraat.
Van rood naar groen
JC Zaanstad gaf aan dat er een omslag is gekomen in de benadering van gedetineerden. Eerst begonnen gedetineerden in de fase ‘rood’ zonder vrijheden en moesten ze vrijheden verdienen. Tegenwoordig beginnen ze in fase ‘groen’ met vrijheden en moeten ze zorgen dat ze hun vrijheden kunnen behouden. De start is dus meer vanuit vertrouwen in plaats van wantrouwen. Daarin zien we een overeenkomst met de krachtgerichte aanpak op onze woonlocaties.
Overgang
De medewerkers van JC Zaanstad hebben kennis gemaakt met het leef- en werkklimaat waarmee beide afdelingen werken. Werken vanuit contact en met zo min mogelijk repressie sprak ook hen erg aan. We hebben gesproken over hoe je meer kunt bereiken door ‘eerst connectie en dan correctie.’
We hebben het ook gehad over iets waar we op onze woonafdelingen vaak tegenaan lopen en dat is dat de overgang vanuit de gevangenis naar een woonafdeling soms erg groot is. Bewoners kunnen niet altijd goed omgaan met de nieuwe vrijheden, met als mogelijk gevolg een terugval in strafbaar gedrag.
Structuur
Spaarnevleugels werkt daarom bij sommige cliënten die vanuit een gestructureerde setting instromen met een weekprogramma. Dat stellen we bij de start van het traject samen met de bewoner op. Een weekprogramma biedt structuur en dat helpt bij het voorkomen van recidive. Uiteraard is dagbesteding daarbij een belangrijk (en verplicht) onderdeel. Deze aanpak vraagt om intensief contact en intensieve begeleiding die we gaandeweg het wonen gefaseerd afbouwen. Dit vereist maatwerk, iedere bewoner is immers anders en maakt een andere ontwikkeling door. Zo proberen wij de kloof tussen gevangenis en woonafdeling te dichten.
Kennismaken
Een andere manier om dat te doen is de langgekoesterde wens om bewoners voordat zij instromen bij onze woonafdeling daar alvast kennis mee te laten maken. Bijvoorbeeld door iemand al eens te laten ‘proefslapen’ of de mensen op de afdeling te laten ontmoeten of door langs te gaan bij een aanbieder van dagbesteding in de buurt. Over en weer is de wens uitgesproken om dit te realiseren. Dit onderwerp gaan we verder uitwerken tijdens het periodieke overleg met JC Zaanstad.
Omdat de werkbezoeken over en weer door iedereen als positief zijn ervaren, is afgesproken om dit elk jaar te organiseren.