Bij HVO-Querido vinden veel mensen destigmatiseren belangrijk en willen ermee aan de slag. Dat is mooi, want destigmatiseren kunnen we alleen samen. De vraag is wel vaak: hoe doe je dat dan? Deze maand zijn alle destigma-team leden gestart met het uitvoeren van een pilot binnen hun eigen team om die vraag te kunnen gaan beantwoorden. Maar eerst: wie zijn deze mensen en wat beweegt ze? Enkele leden van dit team stellen zich voor. Vandaag aan het woord: Ewa Szymanska.
Destigmatiseren is nooit klaar
Ewa Szymanska (1979) werkt sinds september vorig jaar als gedragsdeskundige bij HVO-Querido. Daarnaast maakt zij deel uit van ons destigma-team. Wat zijn haar beweegredenen hiervoor?
Tot haar tweeëntwintigste woont Ewa in het Poolse Warschau, dan verhuist ze naar Nederland. Tijdens een tussenjaar werkt ze in Hilversum als au pair en van daaruit wordt ze al snel verliefd op Amsterdam. ‘Ik vind de stad mooi en inspirerend, ook vanwege de diversiteit,’ vertelt Ewa. ‘Al die verschillende mensen en culturen die met, en soms ook naast, elkaar leven. Dat is sociaal gezien superinteressant.
Altijd anders
In Polen had ik al een bachelor cross-culturele psychologie gedaan. Op basis van mijn fascinatie voor menselijk gedrag ben ik Klinische Neuropsychologie gaan studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Aan het eind van mijn master liep ik stage bij het AMC. Daar ben ik blijven hangen en heb ik vier jaar gewerkt als neuropsycholoog en onderzoeker. Ontzettend fascinerend werk, echt supertof. Dat had ik niet gepland, soms loopt het vanzelf, dan gaat het leven zo. Voor mij voelt het goed om geen controle te willen hebben, het is fijn om die dwang los te laten. Niet onverstandig ook, want het loopt toch altijd anders.
Praktisch
Op een gegeven moment kwam voor mij het punt dat ik genoeg had van al die dure woorden. Het was niet langer mijn wereld. Het is fijn om leuk en boeiend werk te hebben maar ik ben geen carrièretijger en heb geen grote academische ambities. Ik kwam erachter dat ik liever verder door wilde praten met de patiënten die ik zag, dan publiceren en promoveren.
Dus heb ik het roer omgegooid en ben lekker praktisch aan de slag gegaan bij het Leger des Heils. Een verademing. Eerst als ambulant begeleider, later als zorgcoördinator. Dat doe ik wel eventjes, dacht ik. Het bleek een leerzame uitdaging. De brede blik op mensen is boeiend, de aandacht voor alle leefgebieden. Je kijkt niet alleen naar de beperking, maar juist naar wat iemand krachten zijn. De enorme vrijheid is ook fijn. Je beheert je eigen caseload op een manier die bij je past. En alles lekker op de fiets.
Open-minded
Na negen jaar ben ik nu als gedragsdeskundige bij HVO-Querido weer terug bij mijn roots: de psychologie. Blijkbaar ben ik trouw aan mijn oorspronkelijke drijfveren. En ik wist al van mijn vorige baan dat de mensen waar HVO-Querido voor werkt de mensen zijn met wie ik het liefst werk. Zij hebben voor mij een hoge gunfactor. Daardoor voel ik me hier thuis. Een fijne werksetting in een open-minded organisatie.
Samen met zes collega’s vormen de gedragsdeskundigen een relatief nieuw team. Ieder van ons is gekoppeld aan een aantal afdelingen. Ik heb Robert Koch Wonen, Hof van Socrates, De Vaart, BW Zuid, De Eendracht en ACM. Wij sluiten aan bij complexe casuïstiek als de begeleiders voor een uitdaging staan in het traject met een bewoner. Hoe ga je daarmee om? Hoe breng je dat verder?
Wij hanteren daarbij een transdiagnostische benadering. Dat wil zeggen dat we kijken naar aspecten die de kwetsbaarheid overstijgen, naar de rode draad die verschillende vormen van mentaal lijden gemeenschappelijk hebben. In plaats van iemand in een hokje te plaatsen, richten we aandacht op de context.
Context
Ik ben psychologie gaan studeren omdat ik er als kind al mee te maken had. Een oom, een broer van mijn vader, was gediagnosticeerd met schizofrenie. Door de pathologie van hun beider vader, mijn opa, groeiden zij op in grote onveiligheid. Mijn vader is een sterke volwassen man geworden die prima functioneerde. Hij droeg altijd een das. Bijna als een statement: met mij gaat het goed.
Zijn broer had minder geluk. Op zijn ziekte lag een enorm stigma. Dat merkte ik pas veel later, na zijn overlijden. Mijn oma praatte daar nooit over. Er was geen uitleg. Mensen mochten dat niet weten, daar moest je niks over vertellen. Hoe geef je dan betekenis aan je leven? Terwijl mijn oom ook het slachtoffer was van stigmatiserend denken in de maatschappij. Soms zijn de gevolgen van het stigma belastender dan die van de symptomen.
De juiste vragen
Wij denken al te vaak in termen van stoornissen en vergeten ons af te vragen waar die vandaan komen. We moeten minder nadruk op diagnoses leggen en meer naar de context kijken. Dan is het makkelijker om liefde voor de mensen op te brengen. Want het is niet niks wat je hebt meegemaakt. Vandaar dat ik het zo belangrijk vind om de juiste vragen te stellen aan onze cliënten. Wie ben je, wat is je overkomen? Antwoord op deze vragen geeft niet alleen cruciale informatie maar zorgt ook voor verbinding. In plaatst van iemand in een diagnostisch hokje te houden luister je naar het levensverhaal.
Bewust
Daarom zet ik mij graag in voor het destigmatiseren. Ik ben er als laatste bijgekomen, ik ben nog een groentje in het destigma-team.
Deze maand beginnen we met een nulmeting bij de teams die meedoen aan de pilot. Daarbij kijken we in hoeverre er bewustwording is rond het thema en welke wensen er zijn. Aan de hand van de uitgesproken wensen en doelen gaan we aan de slag met verschillende interventies. Na een jaar kijken we wat het heeft opgeleverd. Of teams een stijging waarnemen in het werk.
De verwachting daarbij is dat mensen zich bewuster worden van het fenomeen stigma. Dat we met z’n allen voorzichtiger gaan formuleren, niet kwetsen en niet de nadruk leggen op een etiket. Laten we proberen gelijkwaardig naar elkaar te kijken en een andere taal spreken, niet die van stoornis en comorbiditeit, maar een taal van regulatie, verbinding en veiligheid. Ik hoop dat het bewustzijn groeit en dat we steeds vaker vanuit deze mensgerichte destigmetiserende bril gaan kijken naar de wereld om ons heen.
Genoeg?
Doen we ooit genoeg aan destigmatisering? Op dat punt zijn we nog lang niet. Laten we het eerst maar eens goed op de kaart zetten. Mensen zijn erg van het indelen en categoriseren, zo denken wij nu eenmaal. Het is fijn dat er nu aandacht voor is. Het past bij de wereld van nu, waarin we bewegen van de kaders van de DSM naar het omarmen van neurodiversiteit.
Ik denk dat destigmatiseren nooit klaar is.’
Meer
Kijk hier voor meer verhalen van de leden van het destigma-team: Bram en Yafit, Zainab en Nathalie.