Verhalen

Je maakt wat mee

20 december, 2005

Sini van Oord woont al vijftien jaar in het Judith van Swethuis. Mevrouw Van Oord: ‘Vroeger was het leuker. Toen mocht je nog roken in de grote zaal. En het eten was ook beter. Met kerst hebben we nu geloof ik een Indisch buffet. Dat doe je toch niet met kerst?’

‘Ik ben geboren in Noord,’ vertelt Sini van Oord, ‘in 1930 in de Weegbreestraat. Daar heb ik altijd met veel plezier gewoond, nooit in de stad willen wonen.
Ik heb nog een broer, twee zonen, eentje van ’57 en een van ’60, en twee kleindochters. De oudste is 20 en studeert voor arts aan de VU.

Oorlog

Ik ben van joodse afkomst, moet u weten, en ik de oorlog mocht ik niet meer naar school. Dat was verschrikkelijk. Mijn vader was joods. Hij heeft nog in een kamp gezeten en zijn hele familie is vergast. Als klein meisje wilde ik al coupeuse worden zo kwam ik na de oorlog kwam ik op mijn 16e op een confectieatelier aan de OZ Achterburgwal, kent u dat? Daar heb ik tien jaar gewerkt, tot mijn trouwen, want dan hield je op met werken, zo ging dat toen. Toen ik 36 was heb ik mijn man verloren. Hij was pas 38 en had nog als semiprof bij de Volewijckers gespeeld.

Sini van Oord in het Judith van Swethuis

Sini van Oord in het Judith van Swethuis

Anders

Werken was vroeger mijn lust en mijn leven. Als huisvrouw bedoel ik. Koken was mijn hobby. Ik wist helemaal niet wat psychiatrie was. Nu zit ik in de kookgroep, maar dat is toch niet hetzelfde. Of het vroeger beter was, weet ik niet, het was anders.
Er werken hier in huis aardige mensen hoor, ik heb een mentor, Egbert Waard, en een schaduw-mentor, Tineke van de Krol, dat zijn echt schatten.

Niet onverzorgd

Vanmiddag gaan we naar een kerstmarkt in een tuincentrum. Van mij hoeft het niet. Ik kom niet graag buiten. Ja, naar de kapper, dan bel ik een taxi. En mijn zoon haalt me wel eens op met de auto.
Ik houd niet van verandering. Ik zit altijd aan deze tafel, in dezelfde stoel.
Mijn wens voor het nieuwe jaar? Mijn gezondheid terug. Ik ben gelukkig niet onverzorgd achtergebleven, zoals dat heet, maar wat heb je aan geld? Ik kan niet aanvaarden dat ik zo geworden ben. En je wordt daarbij een dagje ouder, dan is het steeds meer van ‘ik wil en ik kan niet’ en dat is lastig.

Mevrouw Van Oord schiet in de lach als een medebewoonster zich omstandig op de buik krabt. ‘Ach ja, je maakt wat mee.’

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.