Vanaf 16 september is in Atelier Onderlangs in Betondorp een tentoonstelling te zien met schildrijen van Menno Siegers. Op zaterdag om drie uur is de opening, de rest van de week is de expositie op afspraak met de kunstenaar te bezoeken.
Menno Siegers (1974) is sinds jaar en dag een bezoeker van het Centrum Robert Koch van HVO-Querido. ‘Mijn eerste expositie was in 2002 bij DAC Linnaeushof [de voorloper van Centrum Robert Koch, red.],’ vertelt Menno. ‘Later heb ik onder andere tentoonstellingen gehad in de Sarphatistraat en in de Oranjekerk. Dat laatste zou ik eerst samen met iemand doen maar die haakte af. Toen had ik die hele kerk voor mezelf! Dat is heel bevredigend, echt een mentale kick.
Nieuw werk
In deze expositie laat ik werk zien van 2021 tot nu. Eerst werkte ik vooral op karton, in jet formaat van 50 x 65. De laatste paar jaar schilder ik op linnen, acryl op canvas. Dat is iets groter: 80 bij 60. Ik gebruik nooit een ezel, ik werk altijd plat op tafel. Daarom was ik altijd wat huiverig voor doek, maar daar ben ik overheen.
Mijn stijl noem ik neutraal grafisch abstract, dat lijkt me voor zich spreken. Sinds mijn jeugd is Keith Haring een rolmodel voor me geweest.
Koppig
‘Mooi hè,’ lacht Menno, terwijl hij een flinke tatoeage op zijn arm laat zien. Hierin herkennen we in een regenboog het mannetje dat op veel van zijn schilderijen terugkeert. ‘Die heb ik op Bali laten zetten. Het was een beetje flets geworden, daarom heb ik hem onlangs opnieuw laten inkleuren. Eigenlijk zijn de gele en de rode baan omgewisseld, maar dat past wel bij mij. Een beetje eigenwijs en lekker koppig.’
Ritme
Hij is niet altijd maar door blijven werken. ‘In 2005-2006 heb ik een schilders-block gehad,’ vertelt Menno. ‘Daarna heb ik een tijdje wat muurschilderingen gemaakt met spuitbussen. Toen ben ik bij Kunstkop terechtgekomen aan het Obiplein, dat is van Roads. En toen ben ik weer begonnen. Eerst met mandala’s als kleurplaten en daarna weer met eigen werk. Scheppen moet je onderhouden, het vereist een bepaald ritme. Nu zit ik weer in de flow.
Schets
Ik werk altijd op basis van schetsen. Die maak ik uit de losse hand als ik in de kliniek zit. Daar heb ik geen rust om te schilderen. Er is daar ook geen goede verf, er zijn slechte kwasten. Thuis werk ik die schetsen uit. Want thuis ben ik weer te ongeduldig om te schetsen. Van een bepaald idee, maar ik soms vier of vijf varianten.
Kleuren
Momenteel hangt er ook werk van mij in het stadsdeelkantoor in Oost. Dat is een expositie met andere mensen samen. Leuk, maar niet zo bijzonder als dit. Ik houd wel van een onemanshow, zelf lekker compleet in de aandacht.
Mensen vragen vaak: waar dacht je aan toen je dit maakte? Dat is blijkbaar iets wat bij de magie van de kunst hoort. Dat er iets achter zit wat de schilder vervolgens moet uitleggen. Maar ik weet nooit waar ik toen aan dacht. Tijdens het maken ben ik vooral bezig met welke kleuren het beste naast elkaar passen.
Stad
Soms zie ik op straat of in het Stedelijk Museum iets dat me raakt. Nooit een geheel, altijd een aspect, een detail. Dat kan iets heel eenvoudigs zijn, een bepaalde schoen of zo. Daar maak ik dan een foto van en dat verwerk ik in een schilderij.
Mijn inspiratie komt in ieder geval niet uit de natuur. Ik ben echt een stadsmens.
Kunst zit tussen je oren. Van klassieke meesters tot kindertekeningen, je vindt het mooi, het doet je wat, het raakt je, of niet. Het gaat er niet om hoe je het doet, maar dat je het doet.
Explosie
Ik probeer niet steeds hetzelfde te maken, ik evolueer. Maar ik heb wel een herkenbare stijl. Lekkere felle kleuren. Daar ben ik trots op. En ik ben nog lang niet uitgefantaseerd. Na deze tentoonstelling stoom ik weer door. Er is nog zoveel te doen.
Het atelier in Betondorp is een gerenoveerd gymnastieklokaal. Het is een mooie witte ruimte. Daarin komt mijn explosie van kleur mooi uit. Ik zeg, kom kijken! En alles is te koop.’
Expositie Menno
Onderlangs 36 N
1097 ZK Amsterdam
Kijk voor meer informatie en een overzicht van zijn oeuvre op Menno’s website siegersart.com.