Verhalen

Inhoud boven glamour

31 maart, 2002

Tineke van de Krol is B-verpleegkundige en al acht jaar woonbegeleidster in het Judith van Swethuis. Zij is van oorsprong schoonheidsspecialiste, heeft zelf een schoonheidssalon gehad en werkte geruime tijd voor de tv als visagiste en grimeur.

Tineke van de Krol: ‘Ik leerde iemand kennen die schizofreen was. Daar begreep ik helemaal niets van. Ik begon er over te lezen, me wat meer te verdiepen en besloot de opleiding te volgen. Het Judith van Swethuis heeft weliswaar minder pracht en praal dan de film en showbusiness, maar is wel veel minder oppervlakkig. Uiteindelijk verkies ik inhoud boven glamour.

Eigen inbreng

Mensen in “de flatjes” [aanleunwoningen bij het Judith van Swethuis, red.] zijn niet wezenlijk anders dan de overige bewoners. Er wordt een iets groter beroep gedaan op hun eigen inbreng. Mensen blijven doorgaans erg verbonden aan dit huis. Men slaapt in de eigen woning en vertoeft er overdag. De meesten blijven hier dagelijks over de vloer komen, bijvoorbeeld om te eten. En dat is goed. Als bewoners behoefte hebben aan gezelschap en gezelligheid blijven ze hier natuurlijk altijd welkom. Ook al wonen ze dan aan de overkant. Alleen hoeft niet te ontaarden in eenzaam.
Het wezenlijk andere is het alleen wonen. Zelf opstaan. Zelf je kamers op orde houden. Sommigen moesten deze basic vaardigheden nog leren. Met anderen moet je het voortdurend herhalen. De meeste bewoners van de flatjes ervaren de rust en de privacy als een weldaad. Er is in het Judith van Swethuis met 55 bewoners altijd leven in de brouwerij.

Uitvliegen

Voor veel mensen in het Van Swethuis is de stap naar buiten heel groot. Men vindt het eng, die zelfstandigheid. Hier in huis is altijd iemand aanwezig, je kunt als bewoner altijd iemand aanklampen. Al is het maar om je even gerust te stellen. Als je meer zelfstandig woont, heb je niet de hele dag begeleiding om je heen. Dat dwingt bewoners hun hulpvragen te timen en te doseren.

Tineke van de Krol, begeleider bij het Judith van Swethuis

Tineke van de Krol, begeleider bij het Judith van Swethuis

Loslaten

Als je heel lang 24-uurs zorg hebt gehad, is het een behoorlijke stap. In het begin ondervond het plan weerstand bij medewerkers. Zoals overal bij alle nieuwe ontwikkelingen voorzien we eerst vaak meer problemen dan uitdagingen. Men vroeg zich bijvoorbeeld af of onze bewoners het wel aan zouden kunnen. Die bezorgdheid komt voort uit een verminderde beheersbaarheid. Het lijkt een beetje op het uitvliegen van degenen die je heel lang onder je hoede hebt gehad. Het “jongen-eet-je-wel-goed syndroom”. Dat loslaten is natuurlijk maar betrekkelijk. Bewoners worden niet in het diepe gegooid en staan er beslist niet alleen voor.

Privacy en professionaliteit

Als begeleider kom je langs en vraag je wat een bewoner zoal van plan is, hoe ze dat denken aan te pakken en of dat gaat lukken. Een beetje structuur in de dag aanbrengen.
Mensen wonen goed als ze zelf ervaren dat ze naar hun zin wonen. Daarnaast zijn er de eisen die je als begeleider stelt vanuit je professionele normen en waarden. Daarbij gaat het om praktische zaken als hygiëne, verzorging, overlast, een zinvolle dagbesteding. Het gaat om de combinatie waarbij de wens van de bewoner het zwaartepunt vormt. Het gaat er om wat hij of zij als prettig ervaart. De een heeft daar maar een klein kamertje voor nodig, de ander wenst iets ruimer te wonen. De een wil een ruimte vol apparatuur, versiering en meubilair, de ander wil juist een sobere, kale aankleding met weinig prikkels. Dat is persoonlijk. Zolang iemand zichzelf en zijn omgeving niet verwaarloost en zijn medicatie blijft innemen, respecteer ik zoveel mogelijk ieders eigen manier van wonen.

Motivatie

Mijn werk is leuk door het team en de bewoners. Mijn collega’s hebben gevoel voor humor, kunnen relativeren en zijn solidair met elkaar. Het is bijvoorbeeld nooit een probleem om een dienst te ruilen. Omdat bewoners hier vaak langere tijd verblijven, bouw je een band met ze op. Je hoeft niet voortdurend zo’n verpleegkundige houding te hebben, dat spreekt me aan. Mensen zijn heel duidelijk en direct, er is nauwelijks pose en façade. We gaan met bewoners op vakantie, winkelen, we organiseren dansavonden en barbecues. Je ondersteunt de organisatie van hun leven.

Veilig

Je moet in dit werk geen grote en meeslepende resultaten verwachten. Het zijn de kleine succesjes die de krenten in de pap vormen. Iemand wil bijvoorbeeld niet meer koken, zegt dat ie het niet meer kan. Als zo iemand mede door mijn bemoeienis weer aardappels gaat schillen, ze opzet en ook nog gaar weet te krijgen, dan kan ik even tevreden zijn. Het Judith van Swethuis is voor bewoners een veilige, afgezonderde omgeving waar ze soms ook lekker “gek” kunnen zijn en hun rare fratsen tonen.

Vakanties zijn daarom vaak bijzonder. Buiten in de maatschappij gedragen veel bewoners zich minder als cliënt. Ze zijn in een totaal andere omgeving. Er wordt niets van ze verwacht, behalve een beetje genieten van het uitzicht en het weer. Dan blijkt extra duidelijk dat het in eerste instantie hele leuke en gezellige mensen zijn.’

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.