Humphrey Spalburg woont al 21 jaar in Amsterdam. Vijf jaar heeft hij gebruikt, de laatste twee jaar niet meer. ‘Dat is lastig hier.’ Meneer Spalburg woont in Het Klokhuis, een pension voor verslaafden. Nu verhuist hij naar Fleerde, begeleid zelfstandig wonen in Zuidoost.
‘Als het gaat om lotsverbetering, grijp ik alle mogelijkheden met beide handen aan,’ zegt Humphrey Spalburg. ‘Hier woon je met acht op een kamer, dat vereist motivatie en regels. Er is vaak overlast. Dat komt omdat er te weinig voorselectie is. Dan woon je in de Bijlmer beter. In Fleerde woon je met drie in een flat en deel je keuken en douche. En stukken netter.
De stal moet altijd schoon zijn, dat heb ik zo geleerd. Ik ben gediplomeerd landbouwer uit Paramaribo, later werkte ik bij een palmoliebedrijf als supervisor. Nu heb ik al geen jaar een nieuwe broek gekocht. Al mijn familie woont in Nederland, mijn ouders liggen hier begraven.
Twee keer per week ga ik naar de Workforce, een werkproject van Streetcornerwork.
Hofmeester
Dagelijks ga ik naar de markt om eten te koken. Ik kook mijn eigen voeding, lekker en voedzaam. Een belangrijk deel van het eten is de geur. De Albert Cuyp is vlakbij. Ik eet niks uit blik, elke dag verse groenten, fruit, vlees en vis. Wat je hier krijgt, mag de naam voeding niet hebben. En het personeel is het met me eens hoor, die eten altijd met mij mee. Maar ik ben dan ook hofmeester geweest bij de luchtvaartdienst.
Rijk?
Ik lees graag boeken over landen en volken. En de bijbel natuurlijk en over de natuur.
Jonge meisjes zijn hier mentor en maken je post open en lezen dat voor alsof je een kleine jongen bent. Ze moeten veel beter uit hun ogen kijken: wie boekt er progressie en wie niet? Als je mensen wat ruimte geeft, worden ze vanzelf beleefder en beschaafder. Als de maatschappelijk werker op je kamer komt, ga je vanzelf opruimen.
Ik begrijp niet waarom er in Nederland, een rijk land, daklozen zijn. Dat hoeft toch niet? Wie heeft daar baat bij? Voor een luttel bedrag haal je ze van de straat. Als ik burgemeester was, dan zou ik het wel weten.
De oude
Ik ben 60 jaar, acht jaar dakloos geweest, vijf jaar verslaafd. Een groot deel van mijn reservekrachten heb ik verbruikt. Ik blijf werken, want bij Fleerde heb je ook werk. Ik doe aan gymnastiek – ik geloof in een gezonde geest in een gezond lichaam – en ik zorg voor mijn eigen eten. Eindelijk ben ik op weg om weer een beetje de oude te worden.’