Verhalen

Een oase van rust en discipline

10 oktober, 2023

Dakloos is Rob Geurtsen (1956) al een tijdje niet meer. Hij woont in een mooie, lichte flat in Amsterdam Oost. Maar hij weet waarover hij praat en het onderwerp laat hem nog niet los. Rob is onder meer actief als vrijwilliger bij Het Daklozenkantoor van de Straatalliantie en is in die hoedanigheid wekelijks in het Passantenhotel van HVO-Querido.

Zijn keuze voor Passantenhotel Boerhaave, dat deze week zijn twintigjarige bestaan viert, is niet toevallig. Rob Geurtsen (1956) verbleef er zelf vier maanden en is positief over de manier waarop hij daar is begeleid en bejegend. ‘Het is mijn redding geweest,’ aldus Rob. ‘Zoals die mensen dat doen, dat is van een ongelofelijke klasse. Het Passantenhotel is een oase van rust en discipline.’

Zijn loopbaan begon Rob Geurtsen als boekhouder. Hij bekleedde vervolgens diverse managementfuncties bij de landelijke overheid en werkte als financieel consultant, organisatieadviseur en manager in de communicatie en reclame.

Stabiliteit

‘De vraag waarom je dakloos bent geworden is een verkeerde vraag,’ aldus Rob. ‘Er bestaat geen oorzaak. Er zijn hoogstens aanleidingen, zoals te weinig woningen of een scheiding. Feit blijft: de één kan het wel oplossen, de ander niet.
Bij mij was dakloosheid het gevolg van een serie beslissingen die achteraf gezien niet slim waren. Ik heb bijvoorbeeld altijd voor het avontuur gekozen. Ik heb in vier landen gewoond en gewerkt, ik koos altijd voor het leuke, stabiliteit vond ik niet belangrijk. Zolang je werkt en goed verdient, kom je daarmee weg. In de liefde ging ik altijd meteen samenwonen en trok bij haar in, ik vergat mijn individuele belang.

Rob Geurtsen vond rust bij het Passantenhotel

Rob Geurtsen vond rust bij het Passantenhotel

Rust

Een voorbeeld ter illustratie. Tijdens een debat over dakloosheid in De Balie vroeg ik aan de zaal: wie woont er samen? Heel veel vingers omhoog. Ik zette mijn vertwijfeling voor de gelegenheid extra dik aan. O, wat een ramp! Want gemiddeld sneuvelt 60% van die relaties na zes of acht jaar en wie blijft er dan in het huis? Je moet het dus van tevoren goed zien te regelen met elkaar.
Als je door pech in een labiele situatie terechtkomt, dan zoek je niet meer naar stabiliteit. Zo wordt het erger en erger. Pas op het moment dat de rust komt, ben je in staat om je leven weer goed te organiseren.

Oud worden

In mijn familie kunnen ze heel oud worden, wel tegen de honderd. Oud en op straat gaat niet samen. Maar shit, hoe kom ik hier uit? Nou heb ik een zus op wie ik kan bouwen. Ik belde haar op en zei: Josine, ik wil stabiel en emotioneel veilig oud worden. Dat vind ik zelf wel een sterke propositie.
Zij zei: prima, maar ik heb goed en slecht nieuws. Ik ga je helpen, zoeken en meedenken. Maar je moet wel het systeem in. Openheid, je inschrijven, schulden boven water, de hele rataplan. En je moet het vooral zelf doen.

HVO-Querido? Daar moet je niet zijn als dakloze, dacht ik. Die voeren alleen maar beleid uit net als al die andere organisaties. Dat zijn verraders, een soort NSB’ers. Vooroordelen natuurlijk. En ik geef het toe, bij het Passantenhotel ben ik aangenaam verrast.

‘Deze graffiti geeft in beeld en symbolen prima weer wat het Passantenhotel van HVO-Querido voor mij betekende,’ aldus Rob Geurtsen. De foto is gemaakt door Jurjen Fontein, docent bij het Straat Museum.

‘Deze graffiti geeft in beeld en symbolen prima weer wat het Passantenhotel van HVO-Querido voor mij betekende,’ aldus Rob Geurtsen. De foto is gemaakt door Jurjen Fontein, docent bij het Straat Museum.

Afzakken

Ik stond op de wachtlijst voor het Passantenhotel. Toen kreeg ik te horen: we hebben een plek voor je, op een kamer van vier personen. Ik schoot helemaal in de stress, ik ging totaal over de rooie. Jongens, stop! zei ik, ik trek dit niet, geef me de ruimte. Voor het eerst van mijn leven heb ik toen een slaappil gekregen de huisarts. Kom gewoon even langs om te kijken, zeiden ze.
Tien jaar was ik inmiddels dakloos, maar niet tussen de shit. Ik sliep overal en nergens, bij kennissen en veel buiten. Verder afzakken dan een opvang voor daklozen kon volgens mij niet.
Als dakloze ben je totaal niet veranderingsgezind, maar ik heb de stoute schoenen aangetrokken en na vier weken zat ik al in een ruime, paradijselijke tweepersoonskamer. Als je een beetje oké partner hebt, is dat beter dan een kamer voor jezelf, want die zijn heel klein.

Stress

Met mijn eerste kamergenoot heb ik problemen gehad. Op een gegeven moment stond die vent briesend aan mijn bed. Toen kwam de begeleiding naar boven om de orde te handhaven en dat deden ze heel goed en krachtig. Ze zeiden: de oorzaak maakt nu niet uit, we willen geen gedonder, als er nog een keer overlast is gaan jullie allebei naar buiten. We lossen het morgen op. Op dat moment was ik pissed, echt ongelofelijk boos. Later begreep ik het. De rust voor iedereen gaat boven die van het individu. Mensen zijn in het Passantenhotel om te ontsnappen aan de stress van de dakloosheid. Rust is het belangrijkste, want door de stress is er geen ruimte in je hoofd om aan iets anders te denken en daardoor worden de problemen nooit opgelost.
De volgende dag hadden we een rustig gesprek, direct gericht op oplossingen. Ik vind dat een briljante aanpak.

De entree van het Passentenhotel

De entree van het Passentenhotel

De manier waarop

Na een week of zes, zeven veranderde er iets in mij. Ik dacht: wat gebeurt er met me? De stress viel weg, ik voelde een verademing. Dat merkte ik aan mijn lichaam, aan mijn manier van doen. Het normale denken kwam weer terug. Het normale voelen. Dat kwam door de rust, door de sfeer in huis. Dat komt niet door het gebouw, maar door de professionele houding van de medewerkers, door de manier waarop de voorziening zich aanbiedt. De kracht van die medewerkers, hun oprechte aandacht. Karim, Désirée, Mischa, Ruben, ook een koning, maar misschien moet ik geen namen noemen, straks vergeet ik iemand. Hun liefde en empathie voor mensen zijn eigenlijk ouderschapskwaliteiten. Je bent er in alle opzichten mens. Het ontroert me nog altijd. Nou, je ziet het, ik krijg er tranen van in mijn ogen.

Weer mens

Zelfredzaamheid, dat is echt onzin als het om dakloze mensen gaat. Een hele dubieuze term., een leugen. Door een beleidsbegrip als label op mensen te plakken, verlies je de mens. Een goede hulpverlener praat niet in dergelijke termen. Die weet haarfijn onderscheid te maken tussen het systeem en het individu. Die verbindt vanuit menselijke gelijkwaardigheid dat wat de klant beleeft met zijn professionele deskundigheid en ervaring.
Bij het Passantenhotel merk je dat er dus ook mensen zijn die snappen wat shit in je leven betekent. Dat voel je en daardoor schaam je jezelf daar niet langer voor. Je kan er zelfs soms om lachen. Je kwaliteiten worden gezien en daardoor word je weer volledig mens.

Rust op de binnenplaats van het Passantenhotel

Rust op de binnenplaats van het Passantenhotel

Onafhankelijke ondersteuning

Bij het Daklozenkantoor merk ik ook hoe belangrijk het is om contact te maken en het gesprek aan te gaan. Dat je niet langer wordt gemeden en ontweken, dat helpt enorm.
Het Daklozenkantoor is een plek voor onafhankelijke cliëntondersteuning. Wij ondersteunen mensen en maken ze binnen drie weken tot slimme woningzoekenden.
Vooral buiten Amsterdam, dat is een hobbel die je moet durven blijven nemen. De gemeente Amsterdam heeft er een speciaal programma voor en helpt daarbij. In dat kader ben ik al twee keer in Winterswijk geweest. Dan denk je misschien, poeh, de Achterhoek. Maar het is prachtig aan de brink. En het is ook nog eens een supersociale gemeente. Ik snap de drempel wel, maar ik zeg: kom in actie en laat je verleiden. Een dak boven je hoofd, een huissleutel en je eigen bed zijn het waard.

Scherp?

Van dakloos naar een leven met een dak is wennen. Laat me een voorbeeld geven. Een paar dagen geleden werd ik op straat aangesproken door een jongen van een bekende loterij, een vlot studentikoos type. Door zonder verplichting mee te doen zou ik ook de kunst steunen. Nou, ik draag kunst en cultuur een warm hart toe, dus dat wilde ik wel. Eenmaal thuis bleek het toch net even anders te zijn. Er was ook al iets van mijn bankrekening afgeschreven. Dat heb ik eenvoudig teruggedraaid. Het ging niet om een groot bedrag, er was geen man overboord, maar daardoor werd ik toch even onzeker. Ben ik wel scherp genoeg voor de dagelijkse dingen? Snap ik de samenleving wel voldoende om volwaardig mee te doen?

Knokken

Door mijn persoonlijke ervaring en door mijn werkervaring snap ik het veld, individueel en als systeem. Ik zou me best nog een paar jaar nuttig willen maken in de dak- en thuislozenzorg. Ik heb de kracht, ik ben gedreven, ik wil knokken. Zowel dakloze mensen als beleidsmakers kan ik laten zien wat de valkuilen en vooral wat de mogelijkheden zijn.’

Verder lezen en kijken

Zie ook Rob Geurtsen in Het Parool en Trouw bij de opening van het daklozenkantoor en in de rubriek Amsterdammer helpt Amsterdammer over het maatjesproject. Op de website Oost online vertelt hij over dakloosheid en op onze eigen website staat een verslag van een ontmoeting met wethouder Rutger Groot Wassink bij het Passantenhotel. Tijdens een debat in maart 2023 in De Balie tussen Eerste Kamerlijsttrekkers houdt Rob Geurtsen een inleiding over dakloosheid.

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.