Verhalen

Dagbesteding bij het Judith van Swethuis

11 november, 2011

Declan Winstanley (Dublin, 1960) werkt al 19 jaar als woonbegeleider bij HVO-Querido, eerst bij de Tourniairestraat (nu BW Masira) en sinds 2007 bij de A/B vleugel van het Judith van Swethuis, waar hij ook aandachtsfunctionaris is voor dagbesteding.

, Ik heb het altijd belangrijk gevonden om niet alleen te praten over de worstelingen die cliënten hebben met het leven, maar ook over de successen, verrassingen en mogelijkheden,’ vertelt Declan. ‘Daarbij is kennis van de sociale kaart essentieel, dat bevordert een ontwikkelingsgerichte mentaliteit en zo hoef je het wiel niet steeds opnieuw uit te vinden.
Voorbeelden van successen zijn er te over. Een vrouw die niet veel buiten komt, zit ineens heerlijk in de zon. Een bewoner blijkt goed piano te kunnen spelen, een ander gaat zelf zijn financiën bijhouden of blijken een prachtig handschrift te hebben, cliënten gaan aan de slag op een manege of zorgboerderij of leren voor zichzelf koken. Anderen houden spreekbeurten, lezen gedichten voor, maken muziek, leren op de computer werken, gaan eindelijk mee op vakantie, communiceren op Facebook met hun dochter in Canada of maken na jaren weer een prachtig schilderij.
Ik ben vaak getroffen door de gedrevenheid van mijn collega’s bij het zoeken van mogelijkheden in en buitenshuis. Gelukkig schept onze teammanager veel ruimte voor creativiteit en moedigt dit ook aan.

Declan met zijn tapdansschoenen

Declan met zijn tapdansschoenen

Passie

Uit eigen ervaring ken ik het belang van dagbesteding. Mijn uncle Joe was een introverte man, maar zodra hij over vissen, jagen en tuinieren begon, kwamen de verhalen los. Hoewel ik uit een arbeidersmilieu kom met weinig geld, ben ik, met alle zalm, forel, fazant, ander wild en verse groente in onze keuken, feitelijk opgegroeid in een chique restaurant. Auntie Bridie leerde mij het belang van iets doen waar je plezier in hebt. Mijn broer Gerard krijgt ambulante begeleiding. Hij worstelt met het leven door zijn beperkingen, maar hij heeft twee hobby’s, vissen en tuinieren, waar hij zijn hele leven op terug kan vallen. Hij weet er veel van af en doet dit met veel concentratie en plezier.
Zelf heb ik ook een passie, namelijk een zaal ingaan met een houten vloer en ritmes maken met mijn voeten. Composities spelen en improviseren, alleen of met een andere tapdanser, ieder vanuit zijn eigen balans, frasering en gevoel. Ik heb vroeger op hoog niveau aan Ierse dans gedaan en ook atletiek en voetbal. Het principe om iedereen op zijn sterkste plek in het team te laten spelen, is nog altijd van belang om tot een goed gezamenlijk resultaat te komen.

Declan met Olaf van Zeeland in het Judith van Swethuis

Declan met Olaf van Zeeland in het Judith van Swethuis

Vragen

Voor mij staan bij dagbesteding een aantal vragen centraal. Wat wil de cliënt zelf? Wat raakt hem van binnenuit? Waar is hij goed in? En hoe kom je daar achter? Welke verhalen komen er naar boven in een informeel gesprek? Wat stralen mensen op zo’n moment uit? Wat is er nodig om je te ontwikkelen? Hoe haal je verborgen of vergeten vaardigheden en talenten naar boven? Wat zijn mooie herinneringen? Wie zijn belangrijke mensen voor de cliënt? Wat kunnen zij vertellen over zijn krachten? Je kunt bijvoorbeeld vertellen wat je zelf doet in je vrije tijd. Het is geen eenrichtingsverkeer.

Ervaring

Het helpt om duidelijk te maken dat er niets te verliezen als je iets nieuws probeert, dat haalt de druk van de ketel. Het is van belang de cliënt de tijd geven om in zijn eigen tempo tot een besluit te komen. Ik vind het al mijn hele loopbaan belangrijk om er achter te komen waar een cliënt goed in is of was, hoe klein of hoe groot dat ook is.
Misschien kun je wel een link leggen tussen wat iemand vroeger deed en het heden. Sommigen beseffen niet dat zij iets bijzonders in hun mars hebben.
DAC De Miranda heeft veel activiteiten waar cliënten terecht kunnen. De samenwerking vol energie en enthousiasme met de woongroepen blijft belangrijk om ideeën uit te wisselen. Het DAC heeft een tijd geleden een ervaringsdeskundige ingezet om met cliënten en personeel over cliëntsturing te praten, een geweldig initiatief. Succesverhalen hebben een positieve invloed op anderen.

Less is more

Om iets in je systeem te krijgen is tijd nodig, dat weet ik ook uit het dansen. Met andere woorden, minder is meer. Met hoe minder doelen je met cliënten aan de slag gaat, hoe beter er iets ontstaat dat niet verwaterd. Zelf probeer ik thematisch met dagactiviteiten om te gaan, te focussen en me te richten op het vasthouden van een idee, de kwaliteit en de continuïteit.
Beperkingen, langdurig gebruik van medicatie, hospitalisatie en het verliezen van vaardigheden helpen niet mee voor je zelfvertrouwen, maar ik geloof dat het steeds benoemen van waar iemand nog goed is mensen enorm helpt. Wie weet komt er iets kleins of groots uit. Het gaat erom resultaten met cliënten neer te zetten, in plaats van er eindeloos over te praten. Daden spreken meer dan woorden.

Klik

Ik ben begonnen om cliënten te vragen om een vriend, vriendin of familielid uit te nodigen om samen te praten over activiteiten of werk van vroeger en zo uit te vinden waar mogelijkheden kunnen liggen. Ik ervaar dat de klik die cliënten met bepaalde collega’s hebben vaak tot nieuwe dingen leidt.
Veel cliënten zijn in de loop der jaren hun muziek- en fotocollectie kwijt geraakt. Foto’s maken bij bijzondere momenten op hun werk of thuis, of een filmpje te maken om de groeten te doen uit het Judith van Swethuis naar familie in Australia, is heel zinvol en uiteraard verrassend.
Muziek kan een helende werking hebben. Veel cliënten hebben zelf geen goed instrument. Ik zou er een voorstander van zijn om in huis een klein professioneel podium op te zetten, met gordijnen en licht, waar cliënten spelenderwijs kunnen wennen aan serieuze optredens en kunnen werken aan hun presentatie. Dat is ook handig als er in huis een feestje is.

Werkplezier

Het is mijn persoonlijke uitdaging om me niet te laten frustreren door bureaucratische ontwikkeling. Men zegt dat plannen en prioriteiten stellen daar de oplossing voor is, maar zelfs de beste planner heeft zijn limiet. Ik wil mijn energie gebruiken voor wat ik voor anderen kan
betekenen op het werk. Niet alleen ten gunste van cliënten maar ook voor mijn eigen werkplezier.
Je moet doen wat je cliënten belooft. Je moet wel je kop erbij houden en alle informatie opschrijven, maar versnippering van werkzaamheden ligt altijd op de loer. Tijdens evaluatiemomenten vraagt onze zorgcoördinator regelmatig hoe een doel tot stand is gekomen en of wat er op papier staat wel is wat de cliënt zelf wil. Deze vraag kan niet vaak genoeg gesteld worden.’

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.