Verhalen

Zorgen dat bewoners beter binnenkomen

20 april, 2006

Gerrit Kraal begon in 1972 in het manneninternaat van HVO aan de Weesperzijde. 34 jaar later werkt hij nog altijd bij de stichting, inmiddels bij De Veste. In mei wordt hij 60 en gaat hij met de obu. Tegelijkertijd gaat hij iets nieuws opzetten voor bewoners van De Veste, een zogeheten extramuraal spreekuur. Hoe zit dat?

Gerrit Kraal: ‘Ik ben geen man om niks te doen. We hebben wel een bootje, maar zeven dagen per week varen is me wat te gek. Ik ben hier natuurlijk ook niet voor niets al zoveel jaren, ik heb iets met HVO-Querido en vooral met onze doelgroep. Ik ga dus door met veel plezier, maar wel op een relaxte manier. Twee dagen per week (16 uur) en nooit meer in het weekend. Dat geeft toch een behoorlijk gevoel van vrijheid. Ik weet nog niet voor hoelang, we hebben geen einddatum gesteld. Over zes jaar ben ik 40 jaar in dienst, maar ja dan ben ik 66, dat zien we dan wel weer.
Ik ga me onder de noemer ‘extramuraal spreekuur’ richten op nieuwe opnamen. Mensen die hier komen wonen staan vaak lang op een wachtlijst. Ik ga nu zorgen dat die wachttijd vast een beetje nuttig wordt doorgebracht door van tevoren wat zaken te regelen, zoals een uitkering, een ziektekostenverzekering en ander papierwerk. Zo zij er vaak verborgen schulden die pas later boven water komen. Dat aanpakken, daar heeft een toekomstige bewoner wat aan. Als hij of zij dan echt in De Veste komt wonen, zijn er vast wat hindernissen genomen. Als mensen op een goede manier binnenkomen, geeft dat een stuk minder irritatie en onrust in huis. Want iemand zonder geld trekt ook een wissel op andere bewoners. Als bij binnenkomst de geldzaken goed zijn geregeld, kan een klant als ie weg gaat bovendien vaak wat geld meenemen, dat vindt iedereen prettig en zorgt elders weer voor een makkelijkere start.

Anders en hetzelfde

We gaan ook speciale in- en uitstroomkamers opzetten waarin mensen kunnen wennen aan De Veste en kunnen wennen aan meer zelfstandigheid, zoals bij begeleid wonen. In zo’n uitstroomkamer leren bewoners bijvoorbeeld koken. Er is hier wel het nodige veranderd. Het zorgteam is vertrokken naar Osdorp, ongeveer de helft van het pand is nu De Rijswijk geworden met een meer psychiatrische doelgroep. De meeste oudere heren gaan steeds vaker naar voorzieningen voor senioren.

Gerrit Kraal, een ervaren hulpverlener bij De Veste van HVO-Querido

Gerrit Kraal, een ervaren hulpverlener bij De Veste van HVO-Querido

Bewoners zijn wat jonger geworden, de meesten zijn nu tussen de 25 en 45 jaar oud. En het is al jaren vooral drank en drugs wat de klok slaat, de ‘gewone dakloze’, waar is hij gebleven?
Ik ben in al die jaren nooit cynisch of bitter geweest, althans nooit waar het klanten betreft. Ik moet natuurlijk wel eens lachen om de organisatie, dan verzinnen ze weer dit, dan hoor je weer een tijdje erg veel dat. Er wordt altijd veel geroepen, maar wezenlijk verandert er niet zo heel veel. Of je nu opzichter, groepsleider, mentor of woonbegeleider heet. Het gaat er nog steeds om zo goed mogelijk met een vaak lastige groep mensen om te gaan. Ik heb daar mijn manier wel in gevonden. Je hoeft geen dikke vrienden te worden, maar respect voor elkaar, of hoe je dat verder ook noemt, bepaalt wel de grondhouding.
Net nog maakte iemand hier geweldig veel herrie en problemen. Dan kan ik de politie bellen, wordt ie uitgezet en heb je minstens een dag lang een schreeuwer voor de deur. Ik praat dan liever een uurtje met zo’n man, leg het nog eens uit en nog een keer zodat hij uiteindelijk niet tevreden maar met enig begrip en een opgeheven hoofd vertrekt. Daar doe ik het voor.

Solidair

Ik ben nog een tijdje coördinator geweest, dat was een soort meewerkend voorman voordat je teamleiders had. Nou, dat was niks voor mij.
Via het 8-fasenmodel doe je bij cliënten een beroep op de dingen die ze wel kunnen. De nadruk ligt nu meer op coachen dan op het bewaren van de rust in huis. Bewoners doen nu minder dingen in huis, onder andere omdat we moeten voldoen aan strengere regels wat betreft hygiëne. Het was altijd een heel gedoe om steeds overal voldoende werkende bewoners voor te regelen. Het gaf wel een sfeer van saamhorigheid en solidariteit. Cliënten hadden meer dan nu het gevoel dat ze verantwoordelijk waren voor het draaien van de hele tent.
Ik zeg nooit tegen een bewoner, jij moet dit of dat, dat is niet mijn stijl. Ik vraag het ze eenvoudig en beleefd. Want ze moeten hun leven al van alles, zelfs de meest basale dingen regelen.

Cirkel

Toen ik net begon was ik echt een broekie en heb ik er wel eens over gedacht om in de jeugdzorg of het jongerenwerk te gaan, omdat je dan mensen meer kunt kneden en omvormen. Alsof je werk dan meer verschil kan maken. Al vrij snel kwam ik erachter dat veel van onze dak- en thuislozen in een vicieuze cirkel bewegen. Nu zouden ze dat waarschijnlijk een cyclisch proces noemen. Hoe het ook zij, als je niks doet, belanden ze weer in de goot. Het gaat mij er sindsdien om de lussen van die cirkel zo groot mogelijk te maken, zodat het zo lang mogelijk duurt voordat die goot weer in beeld komt. Dat zijn bescheiden doelen met soms hele kleine successen. En ik besef dat je daarmee geen reclame maakt bij de wethouder en consorten, zeker nu het in de politiek weer eens gaat om keihard aanpakken en dwangmaatregelen voor onze doelgroep.
Het gaat erom met mensen aan de gang te blijven, van niks doen wordt bijna niemand gelukkig. Het mooie van werken in een team is dat iedereen zijn eigen tolerantie heeft. Ook al is een bewoner nog zo irritant, er is altijd wel iemand in het team die dat op dat moment goed kan hebben, zodat je altijd in gesprek blijft.’

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.