Hij werkt er al een tijdje in diverse functies, maar per 1 december 2020 is Mark Jaspers officieel de nieuwe teammanager van het Martien Schaaperhuis, een voorziening van HVO-Querido voor 60 bewoners op IJburg. Mark geeft er leiding aan een team van 35 medewerkers.
Mark Jaspers (1979) is geboren in Groningen en verhuist op zijn achtste met zijn ouders naar Nieuwendam in Amsterdam Noord. Zijn moeder werkt in de uitgeverswereld, onder meer bij de CPNB en de Bezige Bij, zijn vader is huisman omdat hij op jonge leeftijd arbeidsongeschikt is geraakt. Omdat hij zin heeft om op eigen benen te staan, verlaat Mark al op zijn zeventiende het ouderlijk huis en breekt zijn middelbare schoolopleiding af. ‘Op school en thuis waren er wat conflicten en ik kreeg steeds meer de behoefte om zelf het avontuur aan te gaan,’ vertelt Mark op zijn kantoor in het Martien Schaaperhuis, ‘Mijn moeder was het er niet mee eens en stopte mijn leefgeld, waardoor ik mezelf moest bedruipen. Ik ging werken via het uitzendbureau en deed verschillende baantjes. Ik kwam uiteindelijk terecht bij Van der Linde op de Rozengracht, een winkel in kunstenaarsbenodigdheden, een fijne, warme plek met een goede sfeer. Ik heb daar met veel plezier gewerkt, maar kwam er ook achter dat een opleiding toch handig is. Ik heb mijn havo afgemaakt in het volwassenenonderwijs, bij Joke Smit, dat lag mij beter.
Kok
Na de havo heb ik een blauwe maandag een opleiding gevolgd om leraar maatschappijleer te worden, maar dat was niks, daar was ik toen helemaal niet klaar voor. Via een vriendin kwam ik in de horeca terecht en dat was leuk en anders, ik kreeg daar veel energie van. Ik begon bij Het Molenpad aan de Prinsengracht. Al snel raakte ik verknocht aan het werk in de keuken en kon me er verder ontwikkelen. Uiteindelijk heb ik in veel verschillende hotels en restaurants gewerkt in Amsterdam, onder meer bij Dauphine, Merkelbach en vele jaren bij het Lloyd Hotel. In deze periode heb ik ook veel gereisd door Europa, India, Nepal, Thailand, Australië en Nepal. Door het reizen is mijn blik op de wereld enorm verbreed en heb ik geleerd om eigen keuzes te maken.
Toekomst?
De sfeer en de dynamiek in de keuken spraken mij aan. Het was hard werken, samen de klus klaren, maar ook inspirerend en na afloop vaak gezellig. Maar op een gegeven moment ging ik de andere kant missen, het sociale, je werkt toch veel afgesloten in de keuken. Als anderen wat leuks aan het doen waren, was ik aan het werk. Ik had bijna geen tijd meer voor mezelf. Dus ben ik gaan nadenken. Wat wil ik voor de toekomst? Toen heb ik besloten om het over een andere boeg te gooien en ben ik op mijn 26e Maatschappelijk Werk en Dienstverlening gaan studeren aan de HvA.
Goede stap
Op de middelbare school was maatschappijleer al mijn favoriete vak. Sociale vraagstukken vind ik interessant. Ik raakte heel enthousiast van de studie MWD. In één op één gesprekken mensen ondersteunen bij vragen waar ze in vastlopen. Dat leek me geweldig om te doen en dat vind ik nog steeds. De studie bleek het juiste moment voor mij en door twee dagen per week als kok te blijven werken, kon ik het betalen. Het is een brede opleiding en ik deed kennis op over psychologie, sociologie, filosofie en hoe het sociale bestel in Nederland is ingericht, het was heel leerzaam. Daarna spitsten we ons meer toe op de verschillende doelgroepen, reflecteren, onderzoek en ervaring op doen door stage.
Ervaring
Hulpverlener is een heel mooi beroep. Mensen verder kunnen helpen bij hun ontwikkeling, met veel met mensen in contact staan, er zijn voor een ander. Het werk geeft mij persoonlijk veel voldoening. Naast deze redenen speelde ook mijn eigen ervaring een rol. Mijn vader heeft nog voor mijn geboorte een hersenbloeding gehad. Na een lange periode van herstel, bleek hij behoorlijke schade te hebben aan zijn korte- termijngeheugen en was werken niet meer mogelijk. Hij was een levenslustig en een activistisch persoon, het betekende een groot keerpunt in zijn leven. Op latere leeftijd had het best wel een impact op ons gezin. Mijn zus, broer en ik moesten hem al op jonge leeftijd zaken helpen herinneren, vooral ook buiten kon hij snel de weg kwijt raken en zo krijg je denk ik toch een bepaald verantwoordelijkheidsgevoel mee. Hij heeft zichzelf opnieuw leren uitvinden en heeft zich altijd volledig voor het gezin ingezet, daar heb ik veel bewonderding voor.
Psychiatrische klachten kwamen ook in onze eigen familie voor, voornamelijk aan mijn moeders kant. Daar hebben we best veel over gesproken thuis.
Daarnaast heeft het een hele tijd geduurd voor ik zelf een eigen huis vond. Ik heb gekraakt en op veel tijdelijke plekken in de stad gewoond, voordat ik rond mijn 24ste uiteindelijk iets voor mezelf kreeg in de Indische buurt in Amsterdam Oost. Zo weet ik hoe belangrijk een woning is als stabiele basis. Bij mijn eerste huurwoning sprong ik letterlijk een gat in de lucht.
Al deze ervaringen hebben me gevormd, hebben denk ik bijgedragen aan mijn keuze voor het sociaal werk en zijn nog steeds een motivatie voor mijn werk.
Ontwikkeling
Al tijdens de opleiding rijst de vraag met welke doelgroep je wilt gaan werken. En waar? Psychiatrie en verslaving trokken mij het meest aan, maar tijdens een leuke stage bij de Jellinek aan de Jacob Obrechtstraat vond ik toch dat daar de nadruk wel heel erg op behandelen lag en dat de rol van het maatschappelijk werk veel minder uit de verf kwam. Dus daar niet.
In 2010, toen ik met goede cijfers was afgestudeerd, hadden we net een financiële crisis achter de rug, waardoor het lastig was om ergens tussen te komen. En heb ik toch nog even als kok gewerkt. Daarna kwam ik via uitzendbureau Creyf’s bij HVO-Querido. Eerst een dagje in de keuken bij BW Masira, daarna bij het Anton de Komplein, dat was nog in de noodbouw naast het huidige pand, en later bij het Martien Schaaperhuis. Dat is voor mij een hele goede match gebleken. Ik was meteen enthousiast. HVO-Querido vond ik meteen een mooie, innovatieve organisatie waar mensen met veel gedrevenheid en passie doen wat goed is voor bewoners en medewerkers. Het ontwikkelingsgerichte werken op het Martien Schaaperhuis sprak me nog extra aan. Ik voelde me er meteen thuis.
Dichtbij
Dus toen ze een persoonlijk begeleider zochten heb ik gesolliciteerd en ben ik in vaste dienst gekomen. Ik vind het leuk en bijzonder om dicht bij mensen te staan in een woonvoorziening. Zo kan ik veel voor bewoners betekenen die vaak nog een te grote kwetsbaarheid hebben om op zichzelf te wonen. We hebben een uitdagende groep bewoners, mensen die kampen met psychiatrische problematiek en soms ook verslaving. De meesten hebben de wens om zelfstandig te gaan wonen, maar soms blijkt dit niet haalbaar en gaan we samen op zoek naar de dan best passende woonvorm voor de lange termijn. De dynamiek van ontwikkeling, maar ook de grote diversiteit van onze bewonersgroep, maakt het werk voor mij extra boeiend.
Groei
Op een gegeven moment ontstond er vaker discussie over de financiële begeleiding van onze bewoners. Het is de basis, het is belangrijk dat dat goed geregeld is en geeft bewoners vaak ook rust. Er ontstond een functie als maatschappelijk werker voor 16 uur per week en later fulltime. Collega’s vonden het echt iets voor mij. Ik heb gesolliciteerd en heb het maatschappelijk werk daarna opgezet, want dat bestond hier nog niet. Ik ging ook de roosters maken. Na twee jaar stopte beide zorgcoördinatoren vlak achter elkaar en ben ik aangenomen voor een van de opengevallen vacatures. Overzicht houden past bij mij en het geven van werkbegeleiding vond ik ook leuk. Coachen, aansturen op overstijgende processen en nauw samenwerken met Suzanne, onze teammanager, vond ik erg leuk om te doen. Het voelde als een natuurlijk proces, als natuurlijke groei en het samenwerken met alle collega’s gaf me veel plezier.
Vertrouwen
Na vier jaar zorgcoördinator ging ik denken wat ik verder wilde. Ik heb wel gedacht om meer de beleidskant op te gaan, het ambulante, in een kliniek of bij de gemeente. Maar ik kwam er achter dat ik het nog steeds naar mijn zin had in onze 24-uursvoorziening. Suzanne polste of ik wel eens aan teammanager had gedacht. Op zich een logische ontwikkeling, maar ik vond het wel gek om voor te stellen dat ik leidinggevende zou zijn. Dat was ik nog nooit geweest. Ik heb altijd veel waardering gehad voor haar en de manier waarop zij de verantwoordelijkheid nam voor de gehele woonvoorziening en moest echt wennen aan het idee dat ik die rol zou vervullen. Ik heb er met veel collega’s over gesproken en ervaarde veel steun. Dat gaf me een goed gevoel. Suzanne stelde voor om een ontwikkeltraject te volgen. Een hele mooie kans en ik heb besloten om het te doen. De steun en het vertrouwen hebben mij enorm geholpen het afgelopen jaar en ik ben haar daar erg dankbaar voor.
Kansen bieden
Een van de eerste vragen die ik mezelf stelde was, wat voor leidinggevende wil ik zijn? Ik vind het belangrijk om dicht bij mezelf te blijven. Ik geloof in de krachtgerichte benadering van HVO-Querido. Zowel bij bewoners als medewerkers. Dus wil ik staan voor een coachende en krachtgerichte opstelling als leidinggevende. Ik las daar dit jaar een stukje over en een zin is me bij gebleven: ‘Alles wat ik doe als leidinggevende zou moeten bijdragen aan de groei van de mensen om mij heen.’ Zo wil ik er in staan, voor bewoners en medewerkers. Ik heb zelf veel kansen gehad om me te ontwikkelen en die wil ik ook aan anderen geven.
Het hoort bij de functie dat je zaken bespreekt die minder goed gaan. Openheid, transparantie en duidelijkheid vind ik dan belangrijk. Je bespreekt ook met medewerkers of ze goed in hun vel zitten. Want pas dan kun je jouw werk goed doen. Voldoende aandacht voor elkaar hebben en een goede structuur bieden vind ik dan ook belangrijk. Als teammanager heb je minder direct met klanten te maken, maar uiteindelijk werk je aan hetzelfde doel. Het is nu mijn taak om medewerkers zo te ondersteunen dat zij zo goed mogelijk begeleiding kunnen geven. Ik vind dat ook heel mooi om te doen.
Veilig
Hoe ziet mijn ideale Martien Schaaperhuis eruit? Veiligheid is altijd een grote prioriteit, zowel voor bewoners als medewerkers. Er zijn best wat incidenten geweest de laatste jaren en onze voorziening moet voor iedereen een veilige woon- en werkomgeving zijn. Een van de manieren om dat te bereiken is het streven naar een positief leefklimaat in huis. Veel aandacht voor de omgeving, voor onderhoud, schoonmaak, snel handelen bij een gebrek op de kamer. Dat doet wat met bewoners. Daarnaast is bejegening belangrijk. Respectvol met elkaar omgaan, investeren in goede relaties, afspraken nakomen en af en toe leuke activiteiten organiseren. We streven naar gelijkwaardigheid en ik praat liever met dan over de bewoners, ik wil een goede samenwerking hebben met onze bewonerscommissie. De bewoner heeft de regie en bepaalt de doelen, maar wel binnen bepaalde grenzen.
Ik wil behouden wat goed is en zorgen voor stabiliteit. Vernieuwen om het vernieuwen wil ik niet. Ik wil zeker innovatief zijn en altijd de kwaliteit verbeteren, maar teveel verandering kan ook onrust geven. We horen dat bewoners graag bij ons komen wonen en dat wil ik zo houden. We hopen komend jaar de kopse kanten va het Martien Schaaperhuis te kunnen ombouwen naar studio’s, waardoor er een beter woonaanbod ontstaat. Ik voel me gelukkig dat ik een mooie, goedlopende voorziening mag leiden met een veelzijdig team met net zoveel kwaliteit en waar heel veel goed gaat.
Lekker gewerkt
Op een ideale werkdag heb ik niet teveel mail gekregen. Heb ik leuke gesprekken gevoerd met collega’s waarin goede ideeën naar voren zijn gekomen en er is gelachen. Maar ben ik ook productief geweest en heb ik meegewerkt aan het behalen van organisatie- of teamdoelen. Daarbij was mijn agenda niet te vol, maar was er tussendoor ook ruimte voor een spontaan praatje met een bewoner of om samen een potje pool te spelen. Dan fiets ik met een goed gevoel naar huis.’