Gisteren vierde het Passantenhotel Boerhaave van HVO-Querido zijn twintigjarige bestaan. Het hotel aan de Tweede Boerhaavestraat in Amsterdam Oost biedt plaats aan zestig gasten.
In de gang hangen grote kleurige collages met foto’s, krantenknipsels, teksten en tekeningen die chronologisch de ontwikkeling van het Passantenhotel laten zien. Dat overzicht loopt door tot in de toekomst. Want uit het Passantenhotel zijn de vier passantenpensions van HVO-Querido voortgekomen. Daarvan worden er momenteel nog twee gebouwd in Duivendrecht en Amsterdam Noord, terwijl in Buitenveldert een bestaand pand wordt verbouwd.
Gast
Directeur zorg Barbra Velthuizen sprak haar waardering uit voor de inzet van alle medewerkers die deze vorm van opvang al twintig jaar mogelijk maken.
Teammanager Martine Sinkeldam staat al zestien jaar aan het roer van het Passantenhotel en de –pensions. Ze vertelde dat de aanpak van het hotel in al die jaren niet wezenlijk is veranderd. Mensen worden benaderd als gast en niet als zorgcliënt. Wederzijds respect kenmerkt de sfeer. Waar je in een hotel folders aantreft van rondvaarten, restaurants en bezienswaardigheden, daar vind je in het Passantenhotel sociale en maatschappelijke initiatieven in het folderrek.
Bijzonder verhaal
Martine werd bij haar toespraak bijgestaan door Karim Rais Bouguern, een collega met een bijzonder verhaal. Hij leidde een comfortabel en onbezorgd leven. Koophuis, baan, geld, auto, noem maar op. Toen dat bestaan instortte klopte hij tevergeefs aan bij de gemeente voor opvang. Bij het Passantenhotel kon hij wel terecht. ‘De man die mij hier toen inschreef, staat daar,’ aldus Karim, terwijl hij knikt naar Djoe Bhaboeti, inmiddels gepensioneerd.
Toen men bezig was met de inrichting van passantenpension Ruysdael kwamen Karims kwaliteiten naar boven. ‘Dat deed je gewoon heel goed,’ aldus Martine. ‘Ja, inderdaad,’ beaamt Karim. En nu werkt hij al weer jaren als begeleider bij het Passantenhotel en volgt daarvoor een aanvullende opleiding.
Goed gezien
Wethouder opvang Rutger Groot Wassink sprak de hoop uit dat we niet nog eens twintig jaar extra van het Passantenhotel zullen vieren. Hij hoopt dat we tegen die tijd terugkijken – ach ja, dat deden we toen nog met een opvanghotel, maar dat dan een dergelijke voorziening niet meer nodig is. Hij hield tegelijkertijd een flinke slag om de arm. Want gezien de ernst van het probleem van dakloosheid, de grote woningnood, de toenemende armoede, zou het zomaar kunnen dat we het Passantenhotel nog een tijd nodig hebben. Groot Wassink benadrukte nog eens dat dakloosheid voor een groot deel geen kwestie is van zorg maar van volkshuisvesting.
Hij sprak zijn lof uit voor HVO-Querido dat al vroeg goed heeft ingezien dat er oplossingen nodig zijn voor mensen die we nu economisch dakloos noemen. Het Passantenhotel, met zijn nadruk op dienstverlening, is daar al twintig jaar een adequaat antwoord op.
Gezellig
Naast veel gasten en medewerkers van het Passantenhotel en de passantenpensions, waren er ook voormalige gasten, oud-medewerkers, relaties en collega’s van andere teams op de jubileumbijeenkomst. Tijdens het receptiedeel was het al heel gezellig en sfeervol geheel in het restaurant en de binnentuin van het Passantenhotel. En toen moesten het diner, de drankjes en de band Space Lightning nog komen.