Verhalen

Tussen cowboys en vergadertijgers

28 januari, 2019

Bij HVO-Querido werken mensen met ervaring, mensen met veel werkervaring en mensen die in de buitencategorie vallen. Zo iemand is Jan Jumelet (1953), in dienst per 1 januari 1981. Jan gaat binnenkort van zijn welverdiende pensioen genieten, maar wil op de valreep nog wel een fractie van zijn ervaring met ons delen.

Heb je altijd al in de zorg willen werken?

Nee, als kind wilde ik piloot worden totdat de schoolarts me vertelde dat ik dat wel kon vergeten omdat ik kleurenblind ben. Een van mijn eerste trauma’s.
De zorg, ik ben er gewoon in gerold. Het was begin jaren ’70, ik woonde in Rotterdam, ik had mijn havo gedaan en ik zag een advertentie van Santpoort, Provinciaal Ziekenhuis Santpoort, waarin werd gevraagd of je creatief bezig wilde zijn met mensen. Nou, dat wilde ik in 1972 wel en toen ben ik B-verpleegkunde gaan doen, een interne opleiding. Zo was ik meteen het ouderlijk huis uit, Santpoort was zowel mijn werkgever als mijn huisbaas. Het was de tijd van Dennendal, van de democratiseringsbeweging, het voelde als mijn wereld. Daarna heb ik een tijdje door de GGZ gezworven en bij allerlei organisaties gewerkt, onder meer bij de Valeriuskliniek, bij de Jellinek en bij verschillende PAAZ-en.

Jan Jumelet met zonnebril

Jan Jumelet met zonnebril

Hoe ben je bij de Queridostichting gekomen?

Arie Querido was alleen in naam verbonden aan de Queridostichting, die was naar hem vernoemd als eerbetoon. Hij heeft bij de opening in 1969 een mooie speech gehouden, een lang en gedegen verhaal, ik heb het nog ergens liggen.
Querido vond al in de jaren ’30 dat iemands psychiatrische ziekte niet op de voorgrond moest staan, maar dat het gaat om wat je nog kan. Het gedrag van de patiënt wordt niet zozeer bepaald door zijn ziekte, maar vooral door hoe mensen in zijn omgeving met hem omgaan. Dat sprak mij erg aan.
Dat heb ik ook verteld bij mijn sollicitatiegesprek bij de Queridostichting met Willem van Loon, hij was destijds de verpleegkundig directeur. Het werd een heel makkelijk gesprek, want nadat ik kort van mijn bewondering voor Arie Querido had gerept, is hij verder aan het woord geweest en was ik aangenomen.

Jan Jumelet (links) in het Queridohuis circa 1985. De gong op de achtergrond is gemaakt door de zoon van Arie Querido en bevindt zich momenteel in het Judith van Swethuis.

Jan Jumelet (links) in het Queridohuis circa 1985. De gong op de achtergrond is gemaakt door de zoon van Arie Querido en bevindt zich momenteel in het Judith van Swethuis.

Wat was je eerste functie?
Aan de wandel met een bewoner van het Queridohuis, jaren ’80

Aan de wandel met een bewoner van het Queridohuis, jaren ’80

Bij de Queridostichting begon ik in 1981 als sociotherapeut. Het was toen nog echt een psychiatrische tussenvoorziening. Je had er een opname- en een vervolgafdeling. De meeste bewoners kwamen uit de kliniek en na een paar maanden stroomden ze door. Het was een behoorlijk schools systeem. Als bewoners er aan toe waren, gingen ze naar de tweede etage. Ik kwam terecht op de VVB, de vervolgafdeling B. Op afdeling A zaten ook jongere mensen, op B alleen volwassenen.
We hadden 96 patiënten. Actieve resocialisatie was heel belangrijk in die tijd. Mensen die bij ons woonden gingen weer dingen doen, ze gingen weer aan het werk, ze kwamen weer in contact met de samenleving. Daarvoor moesten ze zich opnieuw allerlei dingen eigen maken.
Het was de bedoeling dat je binnen twee jaar weer op jezelf kon wonen. Maar omdat terugkeer naar huis niet voor iedereen was weggelegd, was eind jaren ’70 het Queridohuis II ingericht aan de Mirandalaan, het latere Judith van Swethuis. Het gebouw aan het Robert Kochplantsoen was niet mooi, maar wel heel overzichtelijk. Ik woonde er praktisch om de hoek, op nog geen vijf minuten lopen. De Watergraafsmeer was nog bijna landelijk in die tijd, er was nog geen ringweg, je was zo buiten.

Jan Jumelet bij een informatiestand van de Queridostichting met Nic Borghans, jaren ’90

Jan Jumelet bij een informatiestand van de Queridostichting met Nic Borghans, jaren ’90

Wat was er anders dan nu?

Bewoners werden geacht bezig te zijn, dat was min of meer verplicht. Veel bewoners werkten overdag buitenshuis. De begeleiding en behandeling was heel intensief. We werkten met een multidisciplinair team: psychiaters, maatschappelijk werkers, ergo- en sociotherapeuten. Er heerste een therapeutisch klimaat, er werden veel therapeutische middelen ingezet. Veel groepsgesprekken, veel discussies. Het ging altijd over de cliënt of patiënt, nooit met hem. Het grootste verschil met nu was de positie van de cliënt. Ze hadden toen in feite geen fuck over hun leven en hun behandeling te vertellen. Wij bepaalden dat.

Jan Jumelet in 1996

Jan Jumelet in 1996

Hoe ging dat verder?

In 1986 kwam een ommekeer en werd de Queridostichting een RIBW, daarmee verdween onder meer onze behandelcomponent, dat gingen de RIAGG’s doen. Maar dat werd niet onmiddellijk overgenomen, want die RIAGG’s waren zelf nog volop in ontwikkeling. Het was de tijd van de de-institutionalisering. De feitelijke ontmanteling van het Queridohuis en zijn multidisciplinaire teams en het verdwijnen van de artsen vond ik toen wel een aderlating.
In die tijd ontstonden ook onze eerste panden voor beschermd wonen, dus buiten het Queridohuis, de Ruyschstraat, de Camperkop, volgens mij hebben we die panden nog steeds. In die tijd was ik afdelingshoofd van de afdeling die toen als eerste ‘extern’ ging.
De verhuizing van de bewoners hebben we toen zelf gedaan, met bananendozen en onze eigen auto’s, want het mocht allemaal niet teveel kosten.
Wat niet wezenlijk veranderde was de uitgebreide overlegstructuur, eindeloos vergaderen en overleggen, dat is typisch GGZ. Iets bestaat pas als het een werkgroep en een stuurgroep heeft. En uitgerekend die club ging samen met HVO! Niet vaak zullen culturen zo totaal anders zijn geweest.

Jan Jumelet tijdens een symposium van de Queridostichting met onder meer Sake van de Beemd van de cliëntenraad, 1997

Jan Jumelet tijdens een symposium van de Queridostichting met onder meer Sake van de Beemd van de cliëntenraad, 1997

Waar zat dat verschil dan in?

In het begin was er geen sprake van een fusie, het ging zogenaamd om een personele unie. Er was aan beide kanten de nodige weerstand, op allerlei niveaus. Zo wilden veel klanten van Querido niet met die zwervers worden geassocieerd, terwijl die op hun beurt niet op een psychiatrisch label zaten te wachten. Dat cultuurverschil is erg onderschat, ook door mij. Niet voor niets is het complete managementteam ten tijde van de fusie uiteindelijk gesneuveld.
Ik was juist een voorstander van de fusie en ik blijf het een goeie zet vinden. Al veel eerder, als hoofd van de Oosterparkbuurt, had ik goed samengewerkt met BWA, destijds een afdeling van HVO. Maar de fusie bleek achteraf toch niet zo goed voorbereid te zijn, er kwamen wat lijken uit de kast.

Bij de opening van het nieuwe Judith van Swethuis, 7 juli 1999

Bij de opening van het nieuwe Judith van Swethuis, 7 juli 1999

Waarom gingen HVO en Querido eigenlijk samen?

Querido was een kleine speler in de Amsterdamse GGZ en dreigde te worden opgeslokt door de grote behandelorganisaties. De Queridostichting wilden min of meer zelfstandig blijven voortbestaan en zocht manieren om zijn positie te versterken. HVO zocht een positie binnen de GGZ. Ton Banning, destijds de algemeen directeur van HVO, zei op een congres dat de ware sociale psychiatrie, de erfenis van Arie Querido, buiten de GGZ lag, namelijk in de maatschappelijke opvang.
Dus positie, schaalgrootte, efficiency, een gedeeltelijke overeenkomst in doelgroep, er was veel te zeggen voor verregaande samenwerking.

Bij het afscheid van Hylke van Zwol in Artis, 2000

Bij het afscheid van Hylke van Zwol in Artis, 2000

Hoe kijk je nu naar de fusie?

Op ruim 300 cliënten en ongeveer 150 medewerkers was ik destijds de enige stafmedewerker van de Queridostichting. En ook bij HVO was er nauwelijks staf. Bij Querido waren we toen net zo’n beetje begonnen met kwaliteitsbeleid, met het INK-model. HVO had daar niks mee. Veel medewerkers van Querido zagen dat als een stap terug. Wij waren ook begonnen met de IRB, de individuele rehabilitatiebenadering uit Boston. Dat was als resocialisatie, maar dan met inbreng van de klant. Een soort krachtmethodiek avant la lettre, maar behoorlijk protocollair. Daar deed HVO ook niet aan. Kortom, een wereld van verschil. Aan de ene kant het procedurele, afgewogen en voortdurend naar consensus zoekende Querido en aan de andere kant de praktische cowboys van HVO met hun mentaliteit van niet denken maar doen. Ik zag ook de nadelen, maar ik blijf erbij dat de fusie een goeie zet was. Want zo is een mooie combinatie ontstaan van innovatief vermogen en professioneel handelen.

Jan met Conny Bruggeling

Jan met Conny Bruggeling

Wat is er waar van het gerucht dat je ooit op staande voet bent ontslagen?

Dat klopt, maar het is slechts een anekdote, meer niet. Volgens mij was het in 1985, Wim Meenderink was toen directeur. Er was een conflict ontstaan over de toelating van bewoners. De directie wilde de bedden vol hebben en de deuren voor iedereen openstellen, de behandel- en begeleidingsstaf wilde criteria hanteren om mensen succesvol te kunnen laten resocialiseren. Een verschil in visie tussen een zakelijke en een inhoudelijke benadering.
De afdelingshoofden hebben toen de Raad van Toezicht benaderd en de subhoofden, waaronder ik, schreven een brief aan de GG&GD: stuur voorlopig maar even geen patiënten meer. Dat we die brief schreven op officieel briefpapier van de Queridostichting viel verkeerd, het was toen nog een behoorlijk hiërarchische organisatie, en we werden inderdaad op staande voet ontslagen. Dat was op 13 december en op 7 januari werden we weer in genade aangenomen. Een storm in een glas water. Kort daarop werd ik hoofd van de tweede etage, dus het werd mij ook niet nagedragen. En met Wim Meenderink heb ik verder altijd een goede verstandhouding gehad.

Jan Jumelet en Peter Kempers in het ‘rookhok’van het Centraal Bureau, 2000

Jan Jumelet en Peter Kempers in het ‘rookhok’van het Centraal Bureau, 2000

Zie je vooral verschillen of juist overeenkomsten tussen vroeger en nu?

Beide natuurlijk, maar misschien wel meer overeenkomsten. Ik zie een geleidelijke doorgaande lijn met de emancipatie van de cliënt als rode draad. Van resocialisatie naar rehabilitatie naar de klant in de regie over zijn eigen leven. Dat zijn gradaties van min of meer hetzelfde.
De uitwerking daarvan verschilt. Aanvankelijk had je grote residentiële instellingen met veel mensen bij elkaar, dat is veel kleinschaliger geworden. In grote lijnen zijn de meeste klanten erop vooruit gegaan.
Een nadeel is dat sommige mensen door de verregaande ambulantisering in een isolement raken. Eenzaamheid is een serieus probleem. Aan de preventie daarvan zouden we meer moeten doen.

Tijdens een sportdag van HVO-Querido in Park Frankendael, 2006

Tijdens een sportdag van HVO-Querido in Park Frankendael, 2006

Waar ben je in je werk het meest trots op?

Ik ben trots op het feit dat we al heel lang een goed functionerende cliëntenraad hebben die ook al heel lang serieus wordt genomen en goed wordt begeleid.
Het Respijthuis vind ik ook een hele goede ontwikkeling, daar zouden er meer van moeten zijn. Wij moeten leren om over de schotten van de zorg heen te kijken en meer ervaringskennis inzetten, want dat sluit heel goed aan bij wat mensen willen. De opzet van het Herstelbureau past daar ook in. Heel speciaal moet ik dan nog JES noemen, Je Eigen Stek, als experiment in zelfbeheer. Daar kijk ik met plezier op terug en daar heb ik echt veel van geleerd. Dat mensen die zelf in de shit zitten elkaar toch weten te steunen en stimuleren. Dat mensen die met veel moeite het hoofd boven water houden zoveel veerkracht hebben, daar heb ik bewondering voor.
Daarnaast noem ik de kwaliteitsontwikkeling. Ik stond aan de wieg van ons eerste HKZ-certificaat in 2007. Kwaliteitsbeleid vereist protocollen en ik heb er heel veel geschreven. Ja, ik heb heel wat laden gevuld!

Jan met het interne onderzoeksbureau van HVO-Querido

Jan met het interne onderzoeksbureau van HVO-Querido

Zijn er ook dingen niet gelukt?

Zeker, ik had bijvoorbeeld meer werk willen maken van het onderzoeksbureau, zelf meer actief onderzoek in het belang van de organisatie willen initiëren.

Jan laat Hans van der Kolk aan het wordt tijdens een bijeenkomst in 2016

Jan laat Hans van der Kolk aan het wordt tijdens een bijeenkomst in 2016

Ben je tevreden met je loopbaan?

Nou tevreden, dat klinkt zo zelfvoldaan. Ik heb het niet gepland, ik heb niks van tevoren bedacht. Ook niet om lang bij HVO-Querido te blijven, maar zo gaan die dingen. Mijn carrière begon met de inhoud en is toen via de lijn naar een staffunctie gegaan. Dat past bij mij, want leiding, ik kan het niet ontvangen en ik kan het niet geven. Patiëntenzorg mis ik ook niet, want ik heb het zestien jaar gedaan en ik heb altijd veel contact gehad met leden van de cliëntenraad. Als je langere tijd ergens werkt, bouw je vertrouwen op en ga je ook dingen doen die niet noodzakelijkerwijs bij je functie horen, maar die je blijkbaar aantrekt.
De organisatie veranderde voortdurend, er was altijd voldoende uitdaging voor mij. Het ongedwongen samenwerken met collega’s geeft veel plezier. Wat dat betreft zijn wij een unieke organisatie, het is bij ons minder formeel dan bij veel andere clubs.
De meeste GGZ-instellingen denken heel medicaliserend. Terwijl je het belang van medicijnen en diagnostiek juist niet te groot moet maken, dat zei Querido al.

Jan Jumelet op de Ringdijk in Amsterdam, 28 januari 2019

Jan Jumelet op de Ringdijk in Amsterdam, 28 januari 2019

Ga je nu achter de geraniums zitten?

We hebben een camper gekocht en we gaan er op uit. We hebben geen vastomlijnde plannen, maar we gaan gewoon. Nelleke, mijn vrouw, is nog niet met pensioen, maar zij kan haar tijd gelukkig flexibel indelen. We gaan ook niet maanden aaneen weg, want zolang kan ik mijn kleinkinderen niet missen.
Verder zitten er nog wat dingetjes in de pijplijn als vrijwilliger, maar dat zie ik allemaal wel. Ik weet trouwens nog niet of ik met het tweejaarlijkse seniorenuitstapje van HVO-Querido meega…

Wil je nog iets zeggen?

Ja, ik hoor vaak HVO zeggen als er HVO-Querido wordt bedoeld. Vanwege de waardevolle erfenis zou ik ervoor willen pleiten om zorgvuldig met onze naam om te gaan. Op 7 mei 2019 bestaat de Queridostichting vijftig jaar. Ik hoop dat daar de nodige aandacht voor komt.

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.