In Haarlem loopt sinds september 2021 de pilot: inzet resourcegroepen. Dit betekent in de praktijk dat als mensen uit de regio Haarlem dakloos (dreigen te) worden, ze zich kunnen aanmelden bij deze pilot om te voorkomen dat ze beroep moeten doen op de maatschappelijke opvang. Samen met een begeleider, van een van de samenwerkingspartners, wordt er vervolgens gekeken hoe verschillen soorten steunbronnen ingezet kunnen worden.
Zo speelt het informele netwerk vaak een rol bij praktische vragen zoals ondersteuning bij bijvoorbeeld afspraken met een huisarts, zoeken naar werk of voor sociaal contact. In vergelijking met andere trajecten, wordt er in deze pilot meer beroep gedaan op het eigen netwerk. Sinds de start hebben 19 mensen meegedaan aan de pilot. Het goede nieuws is dat nog niemand een beroep heeft moeten doen op de maatschappelijke opvang.
De pilot is een samenwerkingsproject tussen HVO-Querido, Leger des Heils, RIBW K/AM, GGD Kennemerland, gefinancierd door de gemeente Haarlem.
Vanuit HVO-Querido zijn Cherrelle Hessen en Ashley Williams als begeleiders betrokken. We vroegen hen hoe het is om op deze manier begeleiding te bieden?
Hoe motiveer je om een cliënt te betrekken?
“We motiveren cliënten hun netwerk te betrekken door vragen te (blijven) stellen: wie zijn belangrijk in jouw leven? Bij een volgende contactmoment er nog een keer naar vragen. Doorvragen, maar niet op een vervelende manier. Oprechte interesse tonen.”
“Binnen de maatschappelijke opvang wordt er nu nog te weinig gekeken naar het netwerk van de cliënt. Gedurende de pilot heb ik ook collega’s kunnen meenemen in hoe je het netwerk van de cliënt kunt betrekken.”
Voorbeeld uit de praktijk
Een mevrouw uit Haarlem stond op het punt uit huis gezet te worden toen ze aangemeld werd voor de pilot. Terwijl ze ondersteuning ontving vanuit de steungroepen, kreeg ze ook professionele begeleiding om met haar verslaving en psychische problemen om te gaan. Mevrouw was erg gemotiveerd om te werken aan herstel. Samen met haar steungroepbegeleider besprak ze haar doelstellingen en wensen voor de toekomst. Ook namen ze door welke mensen in haar omgeving belangrijk voor haar zijn. Ze stelde een trajectplan op die ze vervolgens deelde met twee goede vrienden van haar. Samen met haar begeleider is cliënt al een paar keer bijeengekomen met haar vrienden die haar ondersteunen bij haar doelen. Zoals het helpen bij solliciteren, het aanvragen van een Haarlempas en het stimuleren om te gaan zwemmen. De steungroepbegeleider merkt dat zij steeds minder ‘nodig’ is in het traject. Op de achtergrond blijft ze aanwezig en is ze bereikbaar, maar in veel van de stappen die mevrouw zet wordt ze geholpen door haar netwerk. Zij vormen voor haar ook ‘een stok achter de deur’. Mevrouw heeft na een tijd van terugval het gevoel weer meer vertrouwen te hebben.
Trots
“Waar ik echt trots op ben is dat van de cliënten die nog niet feitelijk dakloos waren en waarover gegevens zijn verzameld nog niemand tijdens de pilot is ingestroomd in de maatschappelijke opvang. Dat is precies waarom we deze samenwerking zijn gestart: we willen door cliënten meer eigen regie te geven en hun netwerk meer te betrekken voorkomen dat ze gebruik moeten maken van de nachtopvang” vertelt Britt Huijpen-Mparadzi als projectlid. “Ik hoop dat we ook komend jaar verder met elkaar zullen samenwerken aan dit doel”.