Nick Scholz (Madison, Wisconsin, 1973) woont sinds 2000 bij HVO-Querido, om precies te zijn bij BW Diemen. Al bijna net zo lang bezoekt hij DAC Linnaeushof waar hij deelneemt aan diverse activiteiten, waaronder sporten, tekenen en schilderen. In dit artikel gaat het vooral over zijn schilderijen.
Nick Scholz: ‘Mijn moeder is Amerikaanse, mijn vader kwam oorspronkelijk uit Duitsland, maar ze hebben elkaar in de VS ontmoet. Mijn vader gaf les aan universiteiten in algemene literatuurwetenschap en deed onderzoek. Mijn moeder werkte als vertaler en privédocent Engels. Madison is maar een klein stadje in de VS, ik heb er alleen als baby gewoond. Daarna zijn we naar Nederland verhuisd. Eerst woonden we kort in Amsterdam, toen voor wat langere tijd in Amstelveen. Op mijn elfde hebben we een jaar in Bloomington, Indiana gewoond, daarna weer in Amstelveen. In Nederland zat ik op de Europese school in Bergen, Noord-Holland. Dat is wel mooi groen daar. Op mijn achttiende ben ik opnieuw zelf voor een paar jaar naar de VS gegaan. Dit keer naar Providence, Rhode Island. Ik heb een broer die in de VS woont. Daar heb ik eens in de zoveel tijd contact mee, al is dat door de afstand niet zo intensief. Met mijn ouders heb ik nog steeds goed contact.
Ik weet niet meer of ik als kind zo goed wist wat mijn beroep zou zijn. Op een gegeven leeftijd riep ik altijd dat ik boer en dichter wilde worden. Maar misschien was dat ook wel een beetje onder invloed van mijn ouders, het heeft iets hippie-achtigs, iets van Walden.
Samen
In Providence studeerde ik aan de universiteit, ik was nog dingen aan het uitproberen. Dat kan in Amerika, je hoeft niet meteen een bepaald vak te kiezen. Daar heb ik onder meer een introductiecursus kunst en kunstgeschiedenis gevolgd. Maar op de universiteit moest ik afhaken wegens ziekte, dat begon toen, dus aan een echte keuze ben ik niet toegekomen. Maar ik denk dat ik wel de kant van de kunsten of menswetenschappen was opgegaan, dat komt waarschijnlijk door mijn familie.
Als kleine jongen maakte ik zoals iedereen wel eens een tekening, maar dat bleef incidenteel. Ik ging vroeger wel vaak met mijn familie naar een museum of een expositie. Ik ga nu nog steeds wel eens, soms wat meer, soms wat minder, ook samen met mijn familie of anderen, het is iets wat ik minder gauw in mijn eentje zou doen. We exposeren vanuit hier met een groep, Wisselkunstwerk heet dat, maar dat is een beetje verwaterd.
Inspiratie
Het Rijksmuseum of het Stedelijk museum? O, wow, dat is een lastige keuze, dat weet ik niet. Ik vind soms dingen uit verschillende tijdperken of van heel verschillende stijlen mooi, dat ligt aan het individuele kunstwerk.
Bij De Opstap heb ik ook wel eens wat geleerd, bij DAC Linnaeushof doe ik wekelijks mee aan de kleine tekencursus en elke maand is er een workshop. Je krijgt dan een opdracht, er is een thema, of een bepaald materiaal, of een bepaalde stijl wordt onder de aandacht gebracht. In het uitwerken van zo’n opdracht heb je wel wat vrijheid. Ik begin vaak met potlood, als je er een beetje een zooitje van hebt gemaakt, kun je het altijd nog uitgummen of veranderen. Laatst hebben we zelf verf gemaakt op de ouderwetse manier, van pigment en ei, dat was heel leuk. Meestal werk ik met acrylverf op papier, dat is wel lekker materiaal. Het formaat verschilt, dat kun je zelf kiezen.
Inspiratie komt gedeeltelijk voort uit de opdracht zelf. Er zijn dingen die je tegenkomt in een boek, foto’s, dingen die je eerder hebt gezien, plaatsen waar je wel eens bent geweest. Verder hoop je gewoon op een goede ingeving, je hoopt dat je een ideetje krijgt, zo gaat het bij mij met de cartoons ook.
Favorieten
Mijn favoriete schilders? Wow, dat is ook lastig. Sommige Van Goghs zijn natuurlijk prachtig, sommige werken van Caspar David Friedrich ook en ik houd ook erg van de oude Nederlandse landschapsschilders. Het hoeft voor mij niet per se figuratief te zijn, het mag ook abstract, het gaat me bij schilderijen om de sfeer, om het contrast en het gebruik van kleur, maar vooral om de sfeer.
Ik luister graag naar pop- en rockmuziek, maar behalve een enkele poging tot karaoke, maak ik de laatste jaren zelf geen muziek. Mijn favoriete bands zijn momenteel Depeche Mode en New Order en zo, maar ook wel heavy metal. Lezen doe ik maar een beetje, vooral kleine stukjes ‘s avonds, ik heb wel eens meer gelezen. Ik houd van moderne Engelse schrijvers als Ian McEwan en Martin Amis, maar ik lees ook wel Nederlands of vertalingen in het Nederlands. Als kleine jongen schreef ik wel eens een stukje, gewoon een beetje Lord of the Rings na-apen, dat vond ik goede fantasy. En dat vind ik eigenlijk nog steeds.’