Verhalen

Rolf heeft een eigen woning

Tags: de vaart
07 november, 2016

Rolf Klomp staat weer op eigen benen. Na een klein jaar bij De Vaart, een woonvoorziening van HVO-Querido voor 65 personen aan de Oostenburgervoorstraat, heeft hij nu een eigen woning. Tussen zijn drukke werkzaamheden door spreken we hem op de valreep nog even bij De Vaart.

Rolf Klomp (1966) werd geboren op de Bilderdijkstraat en groeide ook op in die buurt in Amsterdam Oud-West. Jarenlang heeft Klomp samen met zijn vader en zijn broer in de autohandel gezeten. ‘Wij hadden een garagebedrijf in Westpoort, de Heining. Reparaties, spuiten, slopen, alles deden we, als het maar met auto’s te maken had. We importeerden ook auto’s uit Amerika. Zelf vind ik de Ford Mustang een mooie wagen, zo’n fijne achtcilinder. Nu weer wel tenminste, er is ook een periode geweest dat ze wat minder waren. Die oude modellen zijn natuurlijk fantastisch.
In dat bedrijf was mijn broer de sleutelaar en ik de prater. Hij deed de techniek, ik de verkoop. Contact met klanten, met mensen, daar houd ik van.

Bij een gabber

Mijn moeder was overleden en mijn vader had op een gegeven moment heel wat schulden achtergelaten en toen ben ik eigenlijk dakloos geworden. Baan kwijt, huis kwijt en ik stond er feitelijk alleen voor. Dat was in 2008. Toen is het wel een beetje bergafwaarts gegaan, dat was een moeilijke tijd. Ik heb twee jaar bij een vriend gewoond, een echte gabber, nog steeds trouwens, en daarna nog drie jaar op het terrein van de garage, in een container. Dat is heel eenzaam, wonen in zo’n afgelegen industriegebied, je kan geen kant op.
In 2014 ben ik bij het Leger des Heils terechtgekomen aan de Zeeburgerdijk, het Instroomhuis. Daar heb ik een jaar gewoond. Toen werd ik geschorst en kwam bij de Poeldijkstraat. Dat vond ik helemaal niks. Met twee kerels op een kamertje kun je niet groeien. Je wilt toch je privé. Sinds 26 november 2015 woon ik bij De Vaart. De sfeer is hier heel goed.

Rolf en Rocky

Rolf en Rocky

Leuke baan

Nu heb ik ruim driekwart jaar mijn rijbewijs weer terug en ben ik chauffeur, bij Rederij Kees. Chauffeur zijn, dat ligt mij goed, dat is echt mijn ding. Wij rijden voor brouwerijen zoals De Prael en Troost, maar ook voor Stach, dat is een soort broodjeszaak met een paar winkels in de stad, en voor nog wat klanten. Wij varen natuurlijk ook, de rederij is juist opgezet om drukke plekken in de binnenstad goed te kunnen bereiken, maar ik ben vooral chauffeur.
Ik rijd vanaf dat ik acht jaar oud ben, het zit in mijn bloed. Ik zit de hele dag in het verkeer. Fietsers zijn natuurlijk verschrikkelijk, sommige dan. Ze klagen altijd en houden zich nooit aan de regels. Als auto heb je het altijd gedaan. Het is schandalig als je ziet hoe fietsers soms tegen je doen. Ik houd me in, ik houd me rustig, ik heb al lang geleden geleerd om me daar niet druk over te maken. Ik heb echt een hele leuke baan.

Lekker rustige woning

Ik wacht nu op mijn umo-woning (uitstroom maatschappelijke opvang, red.). Ik heb ‘m al toegewezen gekregen, alleen bleek er toen nog iemand in te zitten. Die moest er eerst uit, dan moeten ze het nog renoveren, een centrale verwarming erin, dat soort dingen, daarom duurt het allemaal wat langer. Het is in Slotermeer, vlakbij Plein ’40-’45, daar ben ik heel blij mee. Het is een lekker rustige woning, keurig schoon allemaal, met veel groen in de buurt. Het grootste deel van mijn inboedel heb ik al, zoals een wasautomaat en een ijskast.

Rocky en Rolf

Rocky en Rolf

Rocky

Vorig jaar is mijn vader overleden. Ik ben blij dat we het voor zijn dood nog hebben bijgelegd. Rocky, mijn hondje, een Jack Russell terriër, is een erfenis van mijn vader. Hij zou eerst naar het asiel gaan, nou, ik dacht het niet. Het is een schat van een beest, hij gaat lekker overal met mij mee naar toe als ik aan het werk ben. Je mag hier geen beesten houden, dus ’s nachts slaapt ie nu bij een vriend van mij. Het is nog maar een paar weken. Ik denk dat het Rocky ook goed zal bevallen in het nieuwe huis.
Sinds 2008 heb ik geen relatie meer en ben ik alleen. Dat ik geen kinderen heb, vind ik een groot gemis. Als ik kinderen had gehad, dan was ik hier niet terechtgekomen. Dan doe je het ergens voor.

Werken

Al twee jaar ben ik schuldenvrij, dat heb ik helemaal zelf gedaan. Ik krijg nooit een brief, van DWI ben ik af. Ik ben gezond, waarom zou ik niet werken?
Ik vind het leuk om mensen positieve energie te geven. Ik houd het niet vol om niks te doen, in het weekend verveel ik me een beetje. Bij het Leger des Heils heb ik op de soepbus gewerkt, dat geeft voldoening. Bij De Vaart heb ik meegeholpen bij het klussenteam. We hebben denk ik al veertig bewoners verhuisd naar hun eigen woning, het gaat behoorlijk hard de laatste tijd. Er vallen ook mensen terug, die zitten ineens in hun eentje, zonder vrienden of aanspraak, dat kan heel eenzaam zijn. Terwijl als jij gaat werken, als je dingen gaat doen, dan ontmoet je vanzelf mensen.

Beloning

Wat ik gek vind van het opvangsysteem, als je geen verslaving hebt, dan helpen ze je niet, dan kun je het zelf uitzoeken. Ik ben pas aan de drank gegaan toen ik in het systeem kwam. De Jellinek heeft me heel goed geholpen.
Je moet behoorlijk sterk in je schoenen staan om het hele traject te doorlopen. Al die instanties en steeds maar weer wachten. Soms denk ik echt, word ik nou in de zeik genomen? Maar dan zegt mijn begeleidster dat ik rustig moet doen en dat het allemaal echt wel goed komt.
Er zou eigenlijk een soort puntensysteem moeten komen. Dat je bijvoorbeeld sneller doorgaat als je een beetje je best doet. Als een beloning. Nu is het zo dat het niks uitmaakt of je hard werkt of dat je de hele dag op je bed ligt. Dat is toch gek? Niet dat ik het beter weet dan anderen hoor, ik weet ook niet precies hoe het allemaal zou moeten, ik ben gewoon een mens van de straat.’

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.