Hans de Leede werd kort na de oorlog geboren in Den Haag en is van huis uit timmerman. Hij is met kortere en langere tussenpozen cliënt van HVO-Querido sinds 1971. Hans de Leede verblijft momenteel in het passantenhotel in Osdorp, waar hij zich verdienstelijk maakt als klusjesman.
Hans de Leede: ‘Ik moet iets om handen hebben. Ik werk graag. Ik ben waarschijnlijk een van de weinige daklozen die ooit zijn eigen huis heeft gebouwd. Dat was in Duitsland, toen was ik samen met een vrouw. Ik heb het nodige van de wereld gezien. Daardoor besef je dat we het met z’n allen heel rijk hebben in Nederland. Zelfs als dakloze. Ik ben wel eens in Brazilië geweest. Als je ziet hoe afschuwelijk de politie daar omgaat met zwerfkinderen. Die worden gewoon afgeschoten, ik heb dat met m’n eigen ogen gezien. Ondanks de rust en de rum en de rumba ben ik daar direct vertrokken, ik kon daar niet tegen.
Buiten
Voordat ik in het hotel kwam, sliep ik onder de brug of in het passantenverblijf aan de Poeldijkstraat van HVO-Querido. Een enkele keer kwam ik in de opvang in Hilversum en Amersfoort. Ergens anders kom ik niet, dan slaap ik nog liever buiten.
Ik loop al zo’n tijd mee in de scene. Op straat noemen me ze soms “de peetvader” van de daklozen. Ik regel vaak dingen voor de jongens. Eten, dekens. Ik kwam al in de nachtopvang toen het nog aan de Weesperzijde was. Ik heb een haat-liefde verhouding met HVO-Querido. Ze doen hele goeie dingen, het is mooi dat er opvang is, de meeste medewerkers zijn aardig en toegewijd, maar toch is het soms gewoon een grote logge organisatie die te weinig rekening houdt met het individu. Dan heb je het gevoel tegen een muur van onbegrijpelijke regels aan te lopen. Als instelling moet je de menselijke maat nooit uit het oog verliezen.
Eigen huisje
Het passantenhotel is een stap in de goeie richting. Ze laten je hier in je waarde. Je hebt privacy op je eigen kamer en de staf behandelt de mensen – ‘gasten’ zeggen ze hier – met respect als gewone, mondige burgers.
Ik weet nog niet of ik mee zal gaan naar het nieuwe hotel in de stad. Eigenlijk heb ik nu liever een eigen huisje. Daar ben ik onderhand wel aan toe. Gewoon lekker op mezelf wonen met mijn honden.’