Nieuws

Passantenhotel: nieuwe vorm van opvang

01 maart, 2002

Ondanks onze grote welvaart en de beschikbaarheid van uiteenlopende individuele zorgprogramma’s blijft er behoefte bestaan aan basale hulp zoals nachtopvang voor dak- en thuislozen. Net als iedereen heeft de dakloze van de 21e eeuw behoefte aan privacy en keuzemogelijkheden. HVO-Querido speelt in op deze wensen met de ontwikkeling van een passantenhotel.

In 1904 begon de Vereniging Hulp voor Onbehuisden met haar eerste activiteit: een zogeheten nachtasiel aan de Bloemgracht 24 te Amsterdam. Een bescheiden plaquette aan de gevel van dit huis herinnert aan dat feit. Bijna honderd jaar later zit daar schuin tegenover – aan de Bloemgracht 51 – de architect Henk Spreeuwenberg gebogen over de tekeningen van de nieuwste activiteit van HVO-Querido: het passantenhotel. De charitatieve vereniging is inmiddels een professionele organisatie geworden en tussen een asiel en een hotel bestaan grote verschillen, maar de kern van de activiteit in dezen is dezelfde gebleven: nachtopvang voor dak- en thuisloze Amsterdammers.

Warm of koud

Architect Henk Spreeuwenberg wist op voorhand niets van daklozen, noch van HVO-Querido. ‘Ik was verbaasd over wat er allemaal gebeurt aan daklozenopvang in de stad,’ aldus Henk Spreeuwenberg. ‘Ik had ook geen idee dat dit al zo lang speelt. Die onbekendheid beschouw ik verder als een voordeel. Je kunt onbevangen aan de opdracht beginnen. Het dwingt je na te denken over elementaire zaken. Wat betekent dakloos? Hoe ga je daar als stad mee om? Hoe vertaal je dat naar een gebouw? Is zo’n pand warm of koud? Straalt het complex een besloten gevoel van geborgenheid uit of juist een meer open sfeer van welkom?

Mensen

Een gebouw is pas succesvol als het goed functioneert, als het zo goed mogelijk tegemoet komt aan de wensen van de gebruikers. Mensen maken een gebouw pas echt af.
Ik ben zelf geen belanghebbende in de totstandkoming van het passantenhotel. Ik adviseer het PMB, het Project Management Bureau. Die zijn overigens zelf ook geen partij, die willen alleen een geoliede organisatie van ontwikkeling en bouw. De opdrachtgever is DWA, de Dienst Welzijn Amsterdam en de gebruiker is HVO-Querido.

Respect

Wellicht was nieuwbouw in dit geval iets goedkoper geweest, maar de locatie was reeds een gegeven. Een voormalige negentiende-eeuwse school [de beroemde Theo Thijssen heeft er nog les gegeven, red.] aan de Tweede Boerhaavestraat in Amsterdam. Het is een mooie plek. Centraal gelegen, aan de rand van een wijkje, afgezoomd door het Oosterpark. Het is van origine een mooi gebouw en we gaan dat zoveel mogelijk in de oorspronkelijke staat terugbrengen. Alleen niet met schoollokalen maar met hotelkamers als inhoud. Als je dat zorgvuldig doet, geef je de buurt een mooi gebouw terug. Dat draagt wellicht bij aan de acceptatie van de komst van een nieuwe groep buren: de toekomstige hotelgasten. Tegelijkertijd past een gebouw dat een goede plaats in de maatschappij inneemt goed bij wat we van dropouts verwachten: dat ze uiteindelijk opnieuw een goede plek in de samenleving gaan bekleden. Een mooi en doordacht gebouw getuigt van respect voor de doelgroep.’

Henk Spreeuwenberg, architect van het passantenhotel

Henk Spreeuwenberg, architect van het passantenhotel

Tijdelijk hotel

In afwachting van de realisatie van het passantenhotel aan de Tweede Boerhaavestraat is er een tijdelijk passantenhotel ingericht in Amsterdam Osdorp. Het gaat om twee verdiepingen in het voormalige verzorgingstehuis Beth Shalom. Dit hotel ligt aan de Akerwateringstraat. Namens HVO-Querido heeft stafmedewerker Ingrid van Gool de ontwikkeling van zowel dit als het toekomstige passantenhotel geleid.

Proeftuin

Ingrid van Gool: ‘Dit hotel in Osdorp beschouw ik als proeftuin voor het uiteindelijke hotel aan de Boerhaavestraat. Weliswaar leeft het plan om een passantenhotel te bouwen al een paar jaar bij HVO-Querido, maar nu doen we het dan in het echt. En dat is altijd even iets anders. Er is nog nergens zo’n voorziening in Nederland, we kunnen niet even bij anderen gaan kijken. En dat is natuurlijk ook precies het leuke en inspirerende ervan. Je bent bezig een compleet nieuwe voorziening neer te zetten.

Ingrid van Gool, projectleider passantenhotel

Ingrid van Gool, projectleider passantenhotel

Vraaggericht

Een voorziening die past binnen onze visie van vraaggericht werken. Ik zie het als een stap voorwaarts in de maatschappelijke opvang. Het is een andere manier van denken, van kijken en van bejegenen. Dak- en thuislozen zijn in deze optiek geen cliënten maar gasten. De gasten betalen voor het verblijf en kunnen daarmee eisen stellen aan de kwaliteit van het gebodene. In de inrichting en vormgeving hebben we er alles aan gedaan om de instellingsatmosfeer te vermijden en het hotelkarakter te bevorderen. Een deel van ons meubilair hebben we gekregen van het Barbizon Hotel. Daarmee creëer je de gewenste sfeer in de kamers.

Overnachten

Het passantenhotel mikt op het topje van de ijsberg van de onderkant van de samenleving. De mensen die hier komen overnachten, hebben redelijk wat in hun mars en kunnen behoorlijk goed voor zichzelf zorgen. Dat moet ook wel want het bieden van onderdak, privacy en een servicepakket staan hoger op onze prioriteitenlijst dan opvang of psychosociale begeleiding. Waar bij reguliere hotels in de lobby een molentje staat met foldertjes over de bezienswaardigheden in de stad, tref je bij ons ook flyers van zorg- en welzijnsinstellingen. Met de mogelijkheid tot verwijzing of bemiddeling. Maar alleen als de gast dat wil.’

Deel dit bericht:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze berichten.