Vanochtend bezocht een kleine delegatie van GroenLinks, onder wie Tweede Kamerlid Bram van Ojik, onze opvang voor ongedocumenteerden aan de Derkinderenstraat. In de opvanglocatie in een voormalige school aan de Derkinderenstraat wonen 150 mensen, voor het overgrote deel zogeheten Dublin-claimanten, dat wil zeggen mensen die in een ander land Europa zijn binnengekomen en van wie volgens Europese afspraken het asielverzoek ook in een ander land moet worden behandeld.
Bootje
Teammanager Conrad Köckert van HVO-Querido, die leiding geeft aan de Derkinderenstraat, weet ook welk land dat is. ‘Ongeveer 90% van onze bewoners op deze locatie komt uit Eritrea en zij zijn vrijwel zonder uitzondering met bootjes de Middellandse Zee overgestoken naar Italië. Als je de verhalen hoort die daarvan soms loskomen…’
Het verblijf in de opvang is voor de ongedocumenteerden bedoeld om aan hun toekomst te werken. Het biedt hen de mogelijkheid om overzicht over hun leven te krijgen en een perspectief te ontwikkelen.
Oplossing?
Volgens het kamerlid ligt de oplossing van het vraagstuk vooral in Europa, onder meer in een betere verdeling van vluchtelingen over de diverse landen. Maar hij is desalniettemin enthousiast over de Amsterdamse opvang van ongedocumenteerden, want de stad pakt tenminste een probleem aan waar niemand een oplossing voor weet.
Köckert benadrukt dat het hier om een pilot gaat. ‘We kijken met z’n allen hoe het gaat, wat werkt en wat niet.’
De bezoekers van GroenLinks willen ook meer graag weten wat de mensen in de opvang zoal doen overdag. Dat blijkt een van de problemen te zijn. Ongedocumenteerden mogen volgens de wet immers niet werken, geen opleiding volgen en ook geen vrijwilligerswerk doen. ‘Ze vervelen zich kapot,’ vat Van Ojik het bondig samen.
Na het bezoek aan onze voorziening gingen de politici en beleidsmedewerkers naar de collega’s van Vluchtelingenwerk.
Muurschildering Derkinderenstraat
