Verhalen

Ontwerpen als drang

26 januari, 2016

Modemerk Rambler biedt samen met Streetcornerwork creatieve leerwerktrajecten voor mensen met afstand tot de arbeidsmarkt. Aan de Zeedijk bevinden zich zowel de ontwerpstudio als de winkel van Rambler. We spreken er met designer Patrick.

Patrick Glasz (1978) komt van oorsprong uit Ghana. Toen hij zeven jaar oud was, kwam hij met zijn zus naar Nederland en ging bij familie in Amsterdam Zuidoost wonen. Na een psychose heeft hij drie jaar bij onze afdeling VIP gewoond en hij wordt nu begeleid door BW Diemen van HVO-Querido.

‘Ik wil alles doen in mijn leven wat ik maar kan verzinnen, als het maar een adrenalinekick geeft,’ vertelt Patrick in de studio van Rambler, terwijl hij enthousiast zijn map laat zien die uitpuilt van de schetsen en ontwerpen.
‘Als kind was ik geïnteresseerd in techniek, ik wilde weten hoe dingen in elkaar zitten. Vooral dingen met draaiende onderdelen, die haalde ik uit elkaar en zette ik dan niet terug. Het creatieve kwam pas later, hoewel ik altijd al een beetje heb getekend.
Ik ben daarom naar een technische school geweest en ben opgeleid tot meubelmaker. Daarna heb ik gewerkt als model, daar was ik toevallig ingerold. Modellenwerk vond ik best leuk, het was iets heel anders voor mij. Nu ben ik als ontwerper meer backstage bezig en bepaal ik het eindproduct, dat bevalt me toch een stuk beter.

Patrick bij Rambler

Patrick bij Rambler

Magisch

Ik ben bij Rambler terechtgekomen via Sabrina van de trajectbegeleiding. Zij vond het echt iets voor mij en dat is ook zo, ik was meteen verkocht en ben hier niet meer weggegaan. Ik ben hier drie dagen per week.
Kleding kan een magische werking hebben. Je geeft je identiteit aan een bepaalde manier van kleden, aan jouw ontwerpen. Dat is heel persoonlijk. Ik moet iets serieus om handen hebben. Sporten vind ik bijvoorbeeld fantastisch en dat doe ik ook graag en veel, maar dat is iets voor erbij, voor mijn vrije tijd. Ik moet mijn creativiteit kwijt en echt iets maken. Heel vaak jeuken mijn vingers.

Stoffen

Bij een ontwerp begin ik met een moodboard. Dat is om de sfeer te bepalen en een richting aan te geven, bijvoorbeeld van de kleuren. Zo’n board is ook goed voor je eigen inspiratie. Daarmee zeg je tegen jezelf: deze kant gaat het op. En het mooie daarvan is dat je het helemaal zelf bepaalt. Vervolgens maak je schetsen, bepaal je de maten en andere opties en kies je het materiaal. Stofkeuze is heel belangrijk. Ik houd ervan om de vezels van het materiaal te voelen, zoals linnen. Bij Rambler krijgen we veel stoffen van Tommy Hilfiger. Zij doneren dat, dat is heel tof. We krijgen ook stapels tijdschriften van ze. Dat is een grote inspiratie voor ons.
Dan zet ik het ontwerp om in een patroon. Daar heb je wel wat techniek voor nodig, maar ik leer gelukkig snel.

Altijd met een edge

Ik ontwerp voor mannen en voor vrouwen, maar ik houd het meest van uniseks. Dat is stoer voor vrouwen en toch smooth voor mannen. Ik houd niet van hoekige kleren, dus die maak ik ook niet. Onze doelgroep bestaat vooral uit jonge mensen, de meeste ontwerpers hier zijn ook jong. De stijl is casual, we maken streetwear. We hebben natuurlijk ook suits, maar die komen altijd met een rauwe edge. We werken bij Rambler met twaalf à vijftien ontwerpers. Wij stimuleren en helpen elkaar. Iedereen heeft zijn eigen manier van doen, ik ook, maar sports industry vind ik misschien wel een goede typering van onze gezamenlijke stijl. Je hebt hier heel veel vrijheid als ontwerper, het gaat er vooral om dat je er zelf tevreden mee bent. Je bent natuurlijk altijd gebonden door het budget, bijvoorbeeld in je materiaalkeuze, maar dat is niet meer dan normaal, dat heb je overal.

Patrick met een foto van Mohamed Ali

Patrick met een foto van Mohamed Ali

Afrika

Bij mij is mode ontwerpen gewoon een drang. Ik doe het niet alleen in de studio, maar ook thuis. Dan heb ik ineens een idee en als ik stof heb om het te maken, dan maak ik het. Of als ik ergens iets zie wat ik echt vet vind, dan maak ik dat voor mezelf na. Als ik zelf ga winkelen ben ik heel praktisch en basic, want dingen die ik vet vind, beginnen bij 400 euro. Ik houd van Gucci, Moschino en Armani, mooie lijnen, prachtige stoffen en vet afgewerkt. Zelf maak ik vooral heel functionele kleding, gewoon om te dragen tegen de kou. Nu ik het wat langer doe, merk ik dat ik steeds vrijer word. Volgens mij ben ik in mijn ontwerpen en prints meer beïnvloed door Amsterdam Zuidoost dan door Afrika, ook al kom ik daar vandaan. Mijn vrienden zeggen vaak voor de grap dat Afrikanen zo wild zijn en dat je dat in mijn kleren terugziet. Als ik dat weet te beheersen, kan ik het in mijn voordeel laten werken. Het is gewoon wie ik ben.

Toekomst

Ik heb vertrouwen in de toekomst en zie vooruitgang bij mezelf, zowel professioneel als persoonlijk. Ik wordt steeds stabieler en ik heb steeds beter contact met de mensen om mij heen. Misschien ga ik wel een eigen modezaak beginnen, dan heb ik nog meer ruimte om nieuwe dingen te ondernemen.’

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.