Verhalen

Onafhankelijk taalkunstenaar

Tags: kunst
23 februari, 2016

Eszther Weustenenk, beter bekend als Esz, is een dichter met een groot bereik. Als lid van Kantlijn, de schrijfclub voor dak- en thuislozen, publiceert ze namelijk regelmatig op de achterkant van de Amsterdamse straatkrant Z!, een pagina die gemiddeld door 5.000 mensen wordt gelezen.

Uit Z! de Amsterdamse straatkrant, nummer 2, 2016

Uit Z! de Amsterdamse straatkrant, nummer 2, 2016

Esz is in 1964 geboren in een plaatsje aan het Bodenmeer, in het Oostenrijkse deel. ‘Mijn ouders zijn Nederlands hoor,’ vertelt Esz in haar woning in Amsterdam Noord. ‘Als kunstzinnige progressievelingen woonden wij toen ik jong was overal en nergens. In Nederland onder meer in Limburg en Den Haag. Maar ik heb als kind ook in Parijs, Frankfurt, Milaan en Rome gewoond. En op het Schotse platteland en nog zo wat. Mijn moeder was kunstschilder, evenals mijn eerste vader. In het begin konden ze goed leven van de kunst, later werd dat geloof ik moeilijker.
Misschien heb ik er wel iets van meegekregen, dat moet haast wel. Ik weet dat ik als kind altijd onafhankelijk wilde zijn. “Wat wil je later worden, meisje?” Gek werd ik als kind van dat gezeur! “Onafhankelijk,” zei ik dan maar. Als ik maar niet hoef te trouwen, dacht ik altijd. Hoe onafhankelijker ik werd, hoe meer ik daar uiteindelijk de betrekkelijkheid van ben gaan inzien.

Zelfstandig

Het hele rijtje aan scholen heb ik gedaan: mavo, havo, vwo. Ik heb gewerkt in de horeca, op kantoor, als pottenbakker, noem maar op. En tegenwoordig ben ik erkend taalkunstenaar, om effe een shortcut te maken, want ik ga hier natuurlijk niet mijn hele leven zitten vertellen.
Vanaf mijn vijftiende woon ik zelfstandig in Amsterdam. Mijn eerste straat was de President Kennedylaan. Dan sla ik even een stukje over en kom ik bij HVO-Querido. Het is niet zo dat ik nog “zo ongeveer” weet wanneer dat was. Op 26 november 1999 kwam ik bij de Veste, op een vrijdag. Daarna heb ik een jaar of vijf bij Straetenburgh gewoond, in de Rivierenbuurt, toen twee jaar bij De Vaart en nu woon ik alweer een hele tijd zelfstandig met wat begeleiding in Noord.

Esz, collage, fragment

Esz, collage, fragment

Beloning

Ik schrijf poëzie en soms korte verhalen van hooguit vier bladzijden, maar vooral gedichten. Dat doe ik al vanaf mijn zevende jaar. Ik heb er natuurlijk plezier in, anders zou ik het niet doen, maar het moet voor mij wel altijd ergens over gaan, anders is het voor mij niet interessant. Je wil tenslotte iets overbrengen.
Ik heb kind geoefend in het schrijven door voortdurend reisverslagen te maken. Zo goed mogelijk beschrijven wat je ziet en meemaakt. Je hoeft niet per se geleerd te hebben om te schrijven, dat is echt onzin.
Bij mij suddert en zeurt de stof de hele tijd in mijn hoofd. Als je het dan hebt opgeschreven, zeurt het even niet. Dat voelt als een soort beloning. Maar daarmee ben ik er nog niet, want ik moet het altijd meerdere keren herzien. Op een gegeven moment hak ik de knop door, dan is het af. Eigenlijk is het nooit echt af, je kunt eindeloos blijven schaven en veranderen, maar ergens moet je stoppen.
Mensen zijn mijn onderwerp. Zij zijn de “schuld” van mijn gedichten. Door, met, over, naast, tussen, vanwege, dankzij en ondanks de mensen schrijf ik. Als heb ik voor mij gevoel geen woorden nodig.

Esz

Esz

Oude woorden

Tegenwoordig krijg ik snel hoofdpijn, maar vroeger heb ik veel gelezen, echt van alles en nog wat, wat ik maar tegenkwam. Tonnen pulp heb ik verwerkt en heel af en toe een goed boek. De bijbel is een van mijn favoriete boeken, al die wonderlijke verhalen, dat verveelt nooit. Ik blader graag in encyclopedieën en woordenboeken. Ik houd erg van oude Nederlandse woorden die bijna niemand meer gebruikt. Die klinken zo lekker knoestig en bonkig. Zet een paar rake oude scheepstermen achter elkaar en je hebt zomaar een perfecte scheldkanonnade.
Het is leuk om te publiceren, je schrijft nooit helemaal alleen voor jezelf. Een aantal keer per maand, dat wisselt een beetje, ga ik naar Kantlijn, de schrijfclub. Dat doe ik nu twintig jaar. En ik houd er geen rooie rotcent aan over.
Ik werk ook in de winkel van de Volksbond aan de Haarlemmerstraat. Etaleren, maar ook wassen en andere klussen.
Verder maak ik objecten, ik noem het maar trompe-l’oeils, dingen die je ogen in de war maken. Een soort driedimensionale collages van uiteenlopende dingen die alleen in mijn hoofd echt bij elkaar passen.

Ver weg

Esz, balkonIk red me prima op mezelf, ik heb de boel behoorlijk op orde. Mijn begeleidster komt af en toe even checken of het hier niet uit de hand loopt. We zijn altijd snel klaar. Het is een aardige vrouw, zij is echt oké. Heel in het kort: een goede hulpverlener is niet te eigenwijs en heugt je aan dingen die je vergeet.
Ik houd van de zee en de kust, maar nog meer van Amsterdam, ik ga er nooit meer weg. Met dit huis ben ik best tevreden, het is ruim, ik heb een lekker balkon. In Noord is alleen alles net vijf kilometer te ver weg voor mij, dat begint me een beetje op te breken. Ik zou liever wat meer in het centrum wonen, ik ben meer iemand voor twee zones.’

Kijk hier voor het auteursprofiel van Esz op de website van Kantlijn.

Gedichten van Esz

Dwangbuis

Gebonden
Ingepakt
Strakker dan
Wandluis
Dwangbuis
Mensenkluis

Zoek de bijbehorende foto’s

Verwend als hij was
Opgetrokken in de betere milieus
Jong en avontuurlijk waren ze erop uitgetrokken
De ontwikkelde jongens, teneinde hun gronden te ontdekken
Het jeugdige melkvet door ontbering verslonken
Met baard na de keel op den wangen gelaten
Vele ouderen hadden zij gehoord en bekeken
Dorpen, plantages, markten en landbouwers bezocht
Een landkaart van de voorvaderen en hun getrooste moeite
Doorwenteld en tot zich genomen, armoede heerste alom
Keerden zij weder als jonge mannen
Toevende in de behaaglijkheid van een Havannalokaal
Overhoorde hij de zoveelste discussie van de mannen
Hij leunde achterover, genoot de Havana geklemd tussen de lippen
Dit was groter dan hij aankon. Kon hij het aan? Met de juiste mensen?
Met de ogen gericht op de inkeer der ziekte
Leunde hij achterover, baas in wording
Hij fronste, langzaam vormde zich beeld
De vorming van de toekomst
Het wordt een lange nacht alvorens te bevrijden

Ervaring

De hulpverlener
Die al lang ik het vak zit
Doet dat niet zonder bijzit
De hulp aan de val
Voor ’t vangen
Van de geraakte
Aan lager wal

Lichter dan lucht

Langzaam likkend kruip ik
Bij iedere hap verder tot je mijn
Oranje stralen kunt waarnemen
Vurig reflecteer ik, al dansend achter de ramen
Ik overschaduw met uitgespuwd effect
Zelfs de gele zonnestralen
Alleen in het hart van mijn gloeiende restanten
Zie je mijn kleur
Als ik gedoofd ben oog ik zwarter dan aarde
Mijn laatste dwarrelingen zijn lichter dan lucht

Majeur

In de holle boom
Net onder de kruin
Omringd door het bladerdak
Per blad schreed hij voort
In woord, ingehaald
Door de klank der herkenningen
Omzwachteld in herinnering
Doorspekt met vervlogen geur
Geïmpregneerd dor tijdloosheid
Volkomen één door dat besef
Donderde hij spontaan uit de boom
Boven op de halfvergane composthoop

Letterbak van Esz

Letterbak van Esz

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.