Op 12 april 2010 tekenen Stadgenoot en HVO-Querido een samenwerkingsovereenkomst voor negen HAT-eenheden behorend bij, en gelegen in de naaste omgeving van, de Varikstraat in Amsterdam Zuidoost. Astrid is een van de bewoners.
Astrid ten Hoeve (Zaandam, 1960) woont sinds september 2010 in een van deze woningen. Getogen in Amsterdam Oost, haar vader was olieman en handelaar op het Rembrandtplein, raakt zij op haar zestiende verslaafd.
‘Na 32 jaar had ik een beetje genoeg van de drugs,’ aldus Astrid ten Hoeve, ‘het was gewoon een sleur. Mensen zeiden “As, wat zie je d’r uit.” Mijn gezondheid was niet best, ik ben snel zonder adem, het ging slechter en slechter met me. Vorig jaar heb ik zeven keer in het ziekenhuis gelegen, het ging gewoon niet meer. Toen ben ik gestopt. Nu heb ik een terugval en ga ik weer naar de detox. Stoppen was toch niet zo makkelijk als ik dacht.
Hoe je het beleeft
In het begin was ik wel eenzaam hier. Mijn begeleider doet zijn werk goed hoor, maar bijna al mijn kennissen zitten bij HVO-Querido, en je mag hier geen mensen binnen halen. Dat begrijp ik ook wel weer. Als ik begeleider was en mensen zeggen “we willen samen een pofje roken,” zou ik ook nee zeggen. Ik heb dagbesteding, twee keer per week ga ik naar een werkproject van Sagènn. Ik zit op computercursus en ga twee dagen naar de Jellinek. Daar praat je met elkaar hoe je het beleeft, het op jezelf wonen en je dag indelen. Met mijn broer en schoonzus heb ik contact. Mijn moeder zit in een verpleeghuis, met haar is het contact verwaterd. Ik zie er gewoon een beetje tegenop om daar naar toe te gaan.
Koken
Mijn volgende stap is een eigen woning. Ik wil wel in Amsterdam blijven wonen, anders raak ik in een isolement. Ik kook vaak voor mijn buurman. Ja, koken kan ik wel, al zeg ik het zelf, ik rommel wel wat weg. Het liefst Hollandse pot: aardappels, vlees en groente. Daar houdt mijn buurman, een man uit Iran, ook het meest van.’