Directeur Paul Asberg (Amsterdam, 1958) werkt sinds juli 1979 voor onze organisatie. Hij geeft nu leiding geeft aan alle voorzieningen waar hij ooit eerder in diverse functies werkzaam was. Na 32 jaar is het hoog tijd om eens te vragen hoe dat zo is gekomen.
Paul Asberg: ‘Ik ben opgegroeid in Amstelveen en mijn middelbare schoolperiode in Nieuwkoop. Mijn vader was zakenman, hij handelde in machines. Ik wilde als kind altijd boer worden of iets in de kunst. Wij waren eens met vakantie ergens vlakbij een boerenerf, ik zat in de tweede of derde klas van de lagere school, en daar heb ik twee weken geholpen de koeien te melken, geweldig vond ik dat. Maar interesse in kunst en muziek heb ik ook altijd gehad. Restaurateur leek me wel wat.
Na mijn middelbare school ben ik in een verpleeghuis gaan werken en op kamers gegaan. Het was een beetje, wat moet ik nou gaan doen? Mijn zus zat in de verpleging en ik werd ziekenverzorger bij verpleeghuis De Poort aan de Hugo de Grootkade, het staat er nog. Ik was vrij jong, het leven uit huis was leuk en het werk heeft me vanaf het begin erg aangesproken, zowel het werken met de mensen, die mensen waren zo open, als de meer verpleegtechnische dingen. Op een gegeven moment komt er een klik. Ik heb mijn diploma gehaald, moest in militaire dienst en haalde ook mijn S-5.
Bevrijding
Daarna ben ik bij de psychiatrische instelling J.C. de Keijzer gaan werken als begeleider. De Queridostichting was elitair, J.C. de Keijzer stond meer met beide benen op de grond. Ik vond psychiatrie heel interessant, dat hing waarschijnlijk ook samen met mijn leeftijd, je denkt veel over jezelf na. We gingen met bewoners op vakantie, het was heel democratisch allemaal. Er waren besprekingen waar alle cliënten werden besproken door zo ongeveer de hele organisatie. Iedereen rookte en iedereen zei iets van alle cliënten. Je had veel invloed op de vorm van de organisatie.
Noordzijde
Vanuit J.C. de Keijzer is Noordzijde opgezet, tegelijkertijd met Kempering van Santpoort. Dat was heel leuk en goed. Noordzijde was de eerste beschermende woonvorm in Amsterdam, dat was echt heel bijzonder. Als je zag waar dat vandaan kwam, uit een instelling met een heel behandelteam. Cliënten waren voorbestemd om in zo’n setting te blijven en nu gingen ze ineens gewoon wonen. Bewoners vonden het geweldig, echt een carrièrestap.
En wij ook. Ik vond het goed dat het gebeurde, dat wij dat deden en dat ik daar aan mee mocht doen. Artsen hadden het altijd voor het zeggen gehad. En op Noordzijde deden wij dat, samen met de bewoners. Het was een enorm gevoel van bevrijding. Omdat je veel te zeggen had, was het ook heel druk, veel afspraken maken, dagbesteding regelen. Ik heb toen mijn HBO-inrichtingswerk gedaan. Noordzijde is nog heel even zelfstandig geweest en heeft in 1990 aansluiting gezocht bij de Queridostichting.
Spannend
Voor mezelf heb ik nooit iets gepland wat betreft carrière. Dingen komen vanzelf op mijn pad, ik wil wel altijd iets nieuws, na een paar jaar heb ik het wel een beetje gezien, dan ben ik wel een beetje klaar. Bij Querido heb ik in 1992 de BW Tourniairestraat ontwikkeld, samen met de Drie Hoven. Het paste bij mijn achtergrond. Er was helemaal niks, alleen een ruimte. Een psychiatrische woonvorm voor ouderen, dat was helemaal nieuw, dat was er in Nederland nog niet. We moesten het allemaal ontdekken, verbouwen, mensen aannemen, het was heel spannend. Zouden onze bewoners aarden, zouden ze worden geaccepteerd? Het werd een groot succes. Er was veel aandacht voor, er kwamen steeds mensen bij ons kijken hoe we het hadden opgezet, ik hield praatjes in het hele land, dan zit je in een flow. Het ging ook wel makkelijker in die tijd, budgetten waren veel eenvoudiger, er werden minder eisen gesteld.
Door de samenwerking met de Drie Hoven merkte ik dat het daar weliswaar bureaucratischer aan toeging dan bij ons, maar dat er daardoor ook veel zaken goed op orde waren. Methodisch werken, verantwoording afleggen, daar geloof ik nog steeds in.
Fusie
Toen kwam de samenwerking en later de fusie met HVO en werd ik in 2000 hoofd 24-uurszorg van de sector begeleid en beschermd wonen. Ik vond de fusie wel een uitdaging, het bood mij perspectief. Bij Querido was toen een beetje weinig ontwikkeling, weinig vernieuwing. Met een grote organisatie heb je meer mogelijkheden. Met HVO erbij had je nieuwe doelgroepen, maar ik zag ook wel gelijkenissen. In 2005 ben ik regiomanager Zuid/Nieuw-West geworden en in 2011 regiodirecteur. Ik heb nog steeds geen carrièreplan. Ik vind HVO-Querido echt een leuke organisatie met veel bevlogen mensen. Er wordt met hart en ziel gewerkt. Natuurlijk heb ik ook wel eens een onbehaaglijk gevoel, maar er dient zich telkens iets nieuws aan. Ik focus me bijvoorbeeld nu wat meer op de doelgroep jeugd. Er is heel veel veranderd en ik verander mee. Ik help het een beetje mee veranderen en in goede banen leiden.
Omdat ik er al lang werk, ken ik sommige bewoners ook al heel lang: Henk de Jong, Peter Hamburger, Piet van Gool. Allemaal hele bijzondere mensen, waar ik inmiddels een geschiedenis mee heb. Als directeur is het nu meer genieten op afstand, maar ik blijf cliënten zien, dat moet ook, vind ik.
Zingeving
Ik vind dat je de werksoort goed moet kennen om manager in de zorg te zijn. Je moet gevoel hebben voor de mensen en voor de mensen die daarmee werken. We hebben de laatste tijd best wat bereikt. De huisvesting is enorm verbeterd. Masira en Socrates zijn hele mooie panden geworden. We kunnen terugzien op de verhuizing van Vrijburg naar Noordzijde en de succesvolle opname van onze bewoners in de wijk, na aanvankelijke weerstanden.
Een ander verschil is dat we nu echt veel meer vanuit de cliënt denken. De cliënt centraal was al lang een motto, maar pas nu wordt daar echt invulling aan gegeven. We richten en organiseren ons nu daadwerkelijk op wat de cliënt wil en nodig heeft.
Ik zou voor cliënten meer aan zingeving willen doen, dat is een dimensie die nog onderbelicht blijft. Wonen, dagbesteding, het is allemaal heel materieel, terwijl ik denk dat veel cliënten behoefte hebben om ook na te denken over zichzelf, over de zin van het leven. Zingeving is in mijn eigen leven ook een belangrijk onderwerp.
Muziek
In mijn vrije tijd ga ik met vakantie, ik loop twee keer per week hard, ik lees en ik maak muziek. ’s Nachts droom ik van een succesvolle carrière als concertpianist. Ik ben autodidact, op mijn 22e kocht ik een piano, nu heb ik een vleugel. Klassiek speel ik van blad, Bach, Mozart, Haydn, altijd te moeilijk. Ik speel echt heel slecht hoor.’