Verhalen

Liever boer

Tags: masira
12 januari, 2007

De heer David Pieters werd geboren in Jakarta toen dat nog Batavia heette, in 1935. Hij woont sinds 16 december 2003 in de beschermende woonvorm Tourniairestraat (nu Masira). In deze voorziening in zorgcentrum De Drie Hoven in Slotervaart wonen 28 mensen.

Mijn vader was Nederlands, mijn moeder was een Indonesische vrouw. In 1951 moesten wij vertrekken uit de Oost, ik wilde niet, maar ik was nog minderjarig. In Nederland kwam ik op de christelijke HBS, eerst in Apeldoorn, later in Amsterdam. Mijn vader wilde dat ik dominee zou worden, maar dat is niets voor mij. Niet alleen heb ik altijd zeer kritisch tegenover alle religies gestaan, ik zou ook bang zijn om mensen te verleiden en misleiden. Ik wilde naar Wageningen, landbouwkunde studeren. Het is altijd mijn ideaal geweest om vrije boer te worden.

Bank

Daar is niks van terecht gekomen, dat is wel jammer, ik ben mijn hele leven bankemployee geweest. Tijdens mijn militaire dienstplicht begon ik bij de AMRO-bank, later, bijna tot mijn pensioen, werkte ik bij Van Lanschot, een zakenbank in de buurt van het Concertgebouw.
Dat was best aardig werk, maar het boerenbedrijf is me altijd blijven trekken. Gelukkig had ik samen met mijn vriendin, zij is helaas overleden, een tuinhuisje. Daar verbouwden we groente op biologische wijze. Ik heb via de begeleiding hier ook nog eens een paar maanden op een bio-eco boerderij gewerkt.

David Pieters was het liefst een vrije boer geworden

David Pieters was het liefst een vrije boer geworden

Stemmen

Halverwege de jaren tachtig werd ik ziek, ze zeggen dat ik schizofreen ben. Santpoort waren de belabberdste jaren wat betreft de stemmen. Ik woon nu bijna drie jaar in de Tourniairestraat. Ik woon hier prettig, dat wel, maar je zelfstandigheid ben je kwijt hè. Dat vind ik jammer, hoewel ik weet dat ik eigenlijk niet meer zo goed voor mezelf kan zorgen.
Om hier te wonen moet je je een beetje aanpassen. Je moet je niet teveel met elkaar willen bemoeien, niet teveel over kleine dingen vallen. En met je mentor bouw je een vertrouwensrelatie op. ‘s Avonds kook ik mijn eigen potje. Heel makkelijk hoor, bami, nasi of een hamburger, ik eet niet zoveel.

Jazz

Ik schilder wat en maak versjes. Ik kan mijn gedachten nog goed op een rij zetten en ik heb ideeën zat. Zo zat ik ook in het groepje dat de Magical Mystery Tour heeft bedacht, daar hebben we nog een prijs voor gekregen, het juryrapport heb ik nog.
Toen ik jong was hield ik van jazz, later ben ik overgeschakeld op klassieke muziek. Niet dat ik niet meer van jazz houd, maar bij klassieke muziek kun je zo lekker wegdromen, bijna alsof je slaapt. Soms ga ik nog wel eens naar een concert, als de middelen het toelaten, want je weet nooit waarvoor je komt te staan.

Vrij

Voor mij zijn Nederland en Indonesië nog steeds broer en zus. In 1980 ben ik een keer terug geweest naar mijn geboorteland. Ik raakte vooral een beetje teleurgesteld dat het allemaal zo anders is gelopen. Dat ik geen vrije boer ben geworden. Toen ik als kleine jongen in Nederland kwam was ik verbijsterd dat het zo klein was. Je kunt hier helemaal niet van planter naar planter trekken en vrij rondzwerven. Echte gemeenschappen zoals vroeger heb je in Indonesië ook niet meer, het leven is net als hier heel individualistisch, dat vind ik jammer. Als je ouder wordt, ben je steeds ouderwetser met je gevoelens.’

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.