Zangeres Ellen Viëtor is een van de deelnemers aan de vijfde editie van KWIK op 15 november in Panama. Ze was korte tijd vrijwilliger in het restaurant van ons Centraal Bureau, maar heeft inmiddels haar plaats gevonden als voorzitter van zorgraad 3, een van medezeggenschapsorganen in de cliëntenparticipatie bij van HVO-Querido.
De geboren en getogen Amsterdamse bracht de eerste anderhalf jaar van haar leven door met haar moeder in een opvanghuis. Later woonde ze in de Spaarndammerbuurt, ‘heel mooi, echt in de stijl van de Amsterdamse School,’ aldus Ellen, en daarna in Bos en Lommer. Slechts vier jaar van haar leven heeft ze niet in Amsterdam gewoond. Van haar negende tot haar dertiende zat ze in een katholiek tehuis in de buurt van Nijmegen en ze was ‘meteen helemaal weg’ van het katholicisme. Weer terug in Amsterdam plaatsten haar pleegouders Ellen op de Vrije School aan het Hygiëaplein.
Filosofie
‘Dat paste heel goed bij mij,’ vertelt Ellen in haar gezellige woning in de Amsterdamse wijk Amsteldorp waar ze al 24 jaar woont. ‘Antroposofie, spiritualiteit en vooral filosofie, alles wat diepgang heeft interesseerde mij al vroeg en dat doet het nog altijd. Ik was nooit een feestbeest. Achteraf gezien had ik misschien iets meer structuur nodig dan de Vrije School mij kon bieden, maar ja, achteraf is altijd makkelijk praten.
Ik wilde graag psychologie studeren, maar dat is er niet van gekomen. Ik heb een yogaopleiding gedaan en daar mijn diploma’s voor gehaald. Ik heb ook yogales gegeven.
Muzikaal
Bij KWIK ben ik toevallig terecht gekomen. Ik houd heel erg van muziek. Als klein meisje speelde ik al gitaar in de kerk en componeerde ik mijn eigen liedjes. Muziek zit in mijn genen. Ik zong ook graag en veel, de liedjes van Ja zuster, nee zuster bijvoorbeeld. We hadden vroeger niet zoveel, maar wel een radio. Op school deden we een musical, Oliver Twist, en ik was Nancy. Optreden was doodeng, maar ook heel erg leuk.
Lang geleden heb ik pianoles en zangles gehad op de muziekschool aan de Jan Luykenstraat.
Ik had vroeger een paar idolen. Kate Bush was er een van, ik ben nog naar haar concert geweest in Carré in 1979. Maar ik hield ook van Stevie Wonder, Songs in the Key of Life, een fantastische elpee. Peter Tosh vond ik leuk en één liedje van Alice Cooper: How You Gonna See Me Now, dat gaat over verslaving. Inmiddels houd ik ook erg van de stilte.
Klik
Een tijdje terug werd ik uitgenodigd om bij HVO-Querido een koor op te zetten. Daarbij kwam ik in contact met Lies [Lies Schilp, zangeres en coördinator muziek bij HVO-Querido, red.]. Zij hoorde mij zingen en vond dat ik een goeie stem had. Ik ben een tijd lang helemaal gek geweest van Herman Brood en zij was nota bene een van de Bombita’s, zijn achtergrondzangeressen! We hadden meteen een klik. Lies is een van de organisatoren van KWIK en zo ben ik erbij gekomen. Bij KWIK zing ik in het koor en in een bandje, Strange Brew.
Opbouwend
Van jongs af aan kan ik vrij goed met allerlei verschillende mensen samenwerken. Als je samen iets opbouwt, ontstaat er vaak een positieve sfeer. Dat is bij samen muziek maken en zeker bij KWIK het geval. We maken leuke muziek al zeg ik het zelf: pop, jazz, soul. We zingen onder andere nummers van Marvin Gaye en David Bowie, maar ook van The Cats.
Muziek is echt helend. Niet voor niets komen mensen er steeds meer achter dat muziek of sport in de psychiatrie veel beter werken dan al die pillen.
Samen doen
Bij KWIK zitten hele lieve mensen. Iedereen heeft zijn gebruiksaanwijzing en gevoeligheden, ik ook, maar dat geeft bij ons nooit problemen. Soms kom je raar terecht in het leven. Je kunt dat maar beter accepteren en voor lief nemen. Vaak is het even wennen, een kwestie van elkaar leren kennen. We raken steeds beter op elkaar ingespeeld. Er zitten hele goede muzikanten bij, maar het gaat bij KWIK niet om de perfectie. Er is weinig egotripperij, geen geroddel en geklets, maar juist een grote gunfactor. Mensen lijken het prettig te vinden om vooral elkaars kwaliteiten te zien.
Er heerst een gevoel van gelijkwaardigheid. Hiërarchie is afwezig, dat is fijn, want daar ben ik allergisch voor, dat heb ik altijd gehad.
Samen muziek maken is een relatie aangaan. Je ziet allerlei kantjes van elkaar, ook de mindere, maar je moet het toch samen doen. Vriendschap is het thema van onze show en dat ervaar ik persoonlijk in de liefde van het samenspel. Muziek maken met KWIK maakt me blij, dat heb ik niet overal.
Doorleefd
Ik hoef niet zo nodig in de schijnwerpers te staan, maar het feit dat we uiteindelijk op een podium staan maakt het wel op een prettige manier serieus. We doen het ergens voor, we werken ergens naartoe.
Veel mensen van KWIK komen van zo ver! De meeste muzikanten hebben het nodige meegemaakt en daardoor zit er diepgang in die mensen en in hun muziek. Dat doorleefde hoor je er aan alle kanten aan af. Ze spelen en zingen uit hun hart en hun ziel en daardoor raakt het mij ook tot in mijn ziel. Ik zou zeggen: laat je raken op 15 november in Panama!’