De medezeggenschap van cliënten van HVO-Querido in Haarlem is geformaliseerd in twee cliëntencommissies. Eentje vanuit de gezinsopvang Velserpoort en een die de belangen behartigt van zowel de individuele dakloze volwassenen uit de Velserpoort als de cliënten van de locatie Wilhelminastraat. Van deze laatste cliëntencommissie is Rob Lammerts de voorzitter.
Rob Lammerts (1950) is een gepensioneerde vliegtuigonderhoudsmonteur die heel lang bij de KLM heeft gewerkt. Ook had hij een eigen bedrijf in de reiniging en reparatie van meubels. Hij is weliswaar geboren in Amsterdam, maar omdat hij al sinds 1968 in de stad aan het Spaarne woont, kan Rob (gescheiden, één kind) zich met recht een Haarlemmer noemen.
‘Vijf jaar geleden ging het bij mij mis met de aanvraag van mijn AOW,’ vertelt Rob. ‘Ik had geen geld, het ging gewoon niet goed en elke envelop die binnenkwam belandde op de bekende, steeds groter wordende stapel. Uiteindelijk ben ik mijn woning kwijtgeraakt en hier bij opvang aan de Wilhelminastraat terechtgekomen.
Vrijwilliger
Maar ik had met Suzan Jonker een hele goede maatschappelijk werker. Zij is gelijk met alles aan de slag gegaan. Mede door mijn leeftijd was er vrij vlug een woning voor mij gevonden. Ik heb veel mazzel gehad. Ik woon nu in Schalkwijk. Alles bij elkaar heb ik zeven maanden in de opvang gezeten.
Toen ik zelf nog op de Wilhelminastraat verbleef, ben ik hier onder andere bardiensten gaan doen. Je hebt wat om handen en ik wilde vooral iets terugdoen. Ze doen van alles voor je, dan wil je zelf ook wat doen. Toen ik mijn woning kreeg, ben ik dat blijven doen. Ik sta hier nu alweer vierenhalf jaar als vrijwilliger achter de bar. Drie ochtenden per week, hele ruime ochtenden.
Ervaring
Het leuke is dat ik zelf weet hoe het is om hier te wonen. Je hebt de ervaring, dus ik kan makkelijk tegen die jongens zeggen hoe het zit. Kijk, zo werkt het, daar en daar moet je zijn, zo regel je dit, zo pak je dat aan. Door mijn ervaring kan ik mensen makkelijk en vlug op dingen wijzen. Dat gaat bijna spelenderwijs, gewoon bij een kop koffie.
Zo gaat het in de cliëntencommissie in feite ook. Zo’n tweeënhalf jaar geleden ben ik daarvoor gevraagd door Ed Rutgers. Hij was toen de voorzitter en er was weinig animo om in de commissie te gaan, sterker nog, er was toen bijna niemand meer over. Het blijft lastig om voldoende leden te houden. Mensen die uitstromen krijgen vaak andere besognes en verlaten de commissie. Begrijpelijk, maar wel jammer.
We hebben nu vijf mensen in de cliëntencommissie, terwijl we er eigenlijk zeven zouden willen. Dus wie zich geroepen voelt, kan zich bij mij melden. Graag zelfs. Het liefst mensen die intern zijn, die bij de Wilhelminastraat of de Velserpoort wonen, want die kunnen het meest vertellen.
Kritisch advies
Er zijn nog altijd veel vooroordelen en misverstanden over het werk van de cliëntencommissie. Wat ik nog wel eens hoor is: als we iets zeggen worden we teruggepakt. Alsof wij niet vrijuit zouden kunnen spreken! Dat is echt onzin, ik heb er nog nooit iets van gemerkt. De organisatie en de leiding is juist blij met onze inbreng. Op het moment zelf misschien niet altijd en we liggen natuurlijk wel eens met elkaar in de clinch, maar dat hoort bij je rol. Uiteindelijk hebben ze aan ons een waardevol kritisch adviespanel van mensen die weten waar ze het over hebben.
Oplossingen
Iedereen is welkom om mee te praten en mee te denken in de cliëntencommissie. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar. Wanneer die zijn hangt hier altijd op het prikbord. Het enige dat wij als eis stellen is dat het niet alleen negatief moet zijn. Je mag heel kritisch zijn, maar je moet niet alleen maar afzeiken, je moet ook af en toe zeggen: dit zie ik als een mogelijke oplossing. Anders is het voor niemand uit te houden in de commissie. Je moet ook een geheimhoudingsverklaring tekenen. Onderling gaat het er soms stevig aan toe, maar we proberen als commissie een gezamenlijk standpunt in te nemen en daarmee naar buiten te treden. We gaan niet achteraf zeggen: dat heeft hij gezegd, we branden niemand af.
Ik ben ook voorzitter van de Zorgraad 1, daar ben ik voor gevraagd. De Centrale Cliëntenraad houd ik voorlopig af, dan moet ik telkens naar Amsterdam, dat is me teveel gedoe. Ik ben laatst wel met mensen van de CCR naar een symposium geweest in Nijkerk over de vernieuwde Wmcz, de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen.
Actuele onderwerpen
Waar het over gaat in de commissie? Dat kan van alles zijn. Meestal gaat het over hele praktische dingen die op dat moment spelen. Nu is dat bijvoorbeeld Perron 18, een nieuwe voorziening in Haarlem. Wij maken ons ook zorgen over de zogeheten reservelijst. Dat zijn mensen die hulp nodig hebben, die wachten tot ze hier naar binnen kunnen, maar voor wie nog geen plaats is. Momenteel staan er zeven mensen op de reservelijst voor de Wilhelminastraat en acht op die voor de Velserpoort.
Wij vinden dat er te weinig personeel is. Bewoners hebben vaak te maken met uitzendkrachten. Het is niet anders, maar dat is niet bevorderlijk voor het herstel.
Mensen voorbereiden op hun terugkeer naar de maatschappij gaat niet vanzelf, daar heb je genoeg begeleiders voor nodig. Nu duurt de overdracht naar bijvoorbeeld de RIBW vaak te lang. Er zijn kortom onderwerpen genoeg.
Een plan
Als lid van de cliëntencommissie krijg je een hoop signalen van lotgenoten. Mensen vragen je van alles en ze nemen ook dingen van je aan omdat je in hetzelfde schuitje zit of hebt gezeten. Als iets is gelukt dan hoor je dat ook, dat is leuk, dat mensen blij zijn met jouw raad, of dat ze iets aan jouw advies hebben gehad.
Ik vind het belangrijk als mensen hier weg gaan dat ze een basis hebben en vooral een plan voor de toekomst. Een plan om vooruit te komen. Ander val je in een gat en ben je hier zo weer terug.’