Verhalen

Jezelf vrijlaten

19 januari, 2021

Peter van Es woont in de Watergraafsmeer bij de locatie Robert Koch Wonen van HVO-Querido, waar hij het behoorlijk naar zijn zin heeft. Hij is inmiddels met pensioen en hij speelt gitaar, leest een boekje, drinkt zijn biertje en wandelt door de buurt.

‘Ik ben in Amsterdam geboren, in de Derde Oosterparkstraat om precies te zijn, en ik ben altijd in Amsterdam gebleven,’ vertelt Peter van Es (1953) in zijn ruime kamer aan het Robert Kochplantsoen. ‘Tot mijn 24e heb ik bij mijn ouders gewoond. Mijn vader was rijksambtenaar bij de Sociale Verzekeringsbank, mijn moeder was directiesecretaresse bij de FNV en werkte voor Wim Spit, een vakbondsman. In die tijd werkte Wim Kok, de latere premier, daar ook, een hele vriendelijke, verlegen man, volgens mijn moeder. Ik heb een broer, die woont in Brabant. We zien elkaar niet zo vaak, maar we bellen regelmatig.

Werk

Ik zat op de LTS en later de MTS in Bos en Lommer. Ik ben opgeleid in fijnmechanische technieken, maar toen ik van school kwam was alles inmiddels elektronica. Het was de bedoeling dat ik instrumenten zou gaan maken voor laboratoria, maar dat leek me eigenlijk helemaal niks, in een lab werken. Saai en benauwd.
Een paar jaar ben ik landmeter geweest, dat vond ik wel leuk. Lekker buiten en veel vrijheid. Daarna ben ik in de bijstand geraakt. Fietsenmaker ben ik lang geweest en de laatste twintig jaar heb ik bij Pantar gewerkt. Dat heb ik volgehouden tot mijn pensioen.

Peter van Es met een van zijn gitaren

Kunst

De avondschool van de Rietveld heb ik ook nog gedaan. Mijn vader was een verwoed amateurschilder, dat heeft me wel beïnvloed. Kijk, dat heeft mijn vader gemaakt.’ Van Es wijst op een schilderij aan de muur op zijn kamer van een landschap. Een weiland met een kerkje in de verte.
‘Op de Rietveld koos ik voor het edelsmeden, want daar kwam tenminste een beetje techniek bij kijken. Heel leuk om te doen, maar ik ben er nooit rijk mee geworden. Mensen kopen liever een prulletje van drie euro. Ontwerpen kwam niet echt van de grond, met het repareren van sierraden heb ik nog wel iets verdiend.

Muziek

Muziek, ja. Ik speelde gitaar, een buurjongen van mij speelde basgitaar en een andere vriend drumde en zo hadden we een bandje: Struggle. We waren jong, een jaar of vijftien, en we wilden rijk en beroemd worden. We speelden blues, bluesrock eigenlijk. Nummers naspelen van platen, Peter Green, Rory Gallagher, dat werk. We hebben maar een paar keer opgetreden. Ik was heel zenuwachtig. Ik weet nog dat we van een bepaald nummer niet meer wisten hoe we er nou een eind aan breidden. We gingen maar door. Gitaar speel ik nog altijd, maar nu alleen.’
Om zijn woorden kracht bij te zetten hangt Peter een van de twee Fender Stratocasters om die op zijn kamer staan, plugt de gitaar krakend in een piepkleine versterker en improviseert ter plekke een bluesje.

Peter van Es

Drank

Mijn huis ben ik kwijtgeraakt door de alcohol. Nou ja, ik kreeg problemen met andere alcoholisten, toen haalde ik iemand in huis en dat bleek een dealer te zijn. Had ik 24 uur per dag gasten voor de deur. Toen kwam ik bij Noordzijde terecht, daar had ik een prachtig uitzicht, daarna bij Straetenburgh en toen hier. Ik woon hier sinds de opening in 2014.’
In zijn kamer staan een paar grote, zwarte blikken bier van een krachtig soort. ‘Nu worstel ik een beetje met de drank,’ vervolgt Peter. ‘Ik probeer het een beetje in de hand te krijgen. Eigenlijk moet ik niet meer dan twee, drie biertjes per dag drinken anders vergeet ik dingen, dat vind ik irritant.

Wonen

Ik heb hier een ruime kamer en een eigen badkamer. In het begin was het hier lekker rustig, maar de laatste tijd zijn er teveel cocaïnegebruikers. Overdag hoor je ze niet, maar ’s nachts spoken ze door het huis. Daarom ben ik met mijn begeleider ook naar andere huizen wezen kijken. We zijn bij een bejaardentehuis geweest in de Spaarndammerbuurt, dat was lekker rustig. Ik twijfel want ik woon hier toch ook wel prettig. Er zijn hooguit wart kleine irritaties soms. Ik zie mezelf ook niet een, twee, drie op mezelf wonen. We hebben hier een kokkin, die kan er wat van. Dat is goud waard. En het is een fijne, rustige buurt. Allemaal laagbouw, geen groepen jongeren die mensen op straat lastigvallen. Echt prettig.

Overdag

Overdag speel ik wat gitaar, ik lees af en toe een boek. Momenteel ben ik Bij ons in Auschwitz aan het lezen, samengesteld door Arnon Grunberg. Wetenschappelijk is een groot woord, maar boeken moeten voor mij echt zijn, je moet er wat van opsteken. Romans vind ik niks aan.
De liefde? Ik ben altijd vrijgezel gebleven, maar heb wel verschillende relaties gehad. Nu heb ik leuk contact met mijn buurvrouw. Ik ken een paar dames hier uit de buurt, daar heb ik af en toe leuke gesprekken mee. Ongelukkig ben ik niet.

Tip

Als ik het hier voor het zeggen had, zou ik ervoor zorgen dat iedereen genoeg te roken had. Gewoon een flinke pot tabak neerzetten. Dat zou het voor een paar euro een stuk rustiger en relaxter maken in huis. Nu lopen mensen ’s avonds en ’s nachts overal te bietsen, dat geeft onrust en ergernis.
Jurriaan is mijn begeleider, goeie kerel, aardige gozer en een reus van een vent. We praten samen over van alles, gewoon over de dingen die gebeuren. Ik ben heel tevreden over hem. Er zijn ook begeleiders die vooral achter de computer zitten. Als er gelazer is in huis zie je ze niet. Dan denk ik: waar zijn ze eigenlijk mee bezig?

Rust

Met mijn pensioen ben ik er financieel op vooruit gegaan. Ik krijg meer en ik hoef minder huur te betalen. Laatst heb ik nieuwe kleren gekocht en zelfs een echt popsterrenjasje.
Dat jonge jongensgedoe, daar heb ik niet zo’n zin meer in, ik zoek een beetje rust.
Ik hoop dat die corona ophoudt, maar zelf heb ik geen goeie voornemens voor 2021. Nooit gehad ook, dat vind ik zo’n onzin, voornemens. Ik zet mezelf niet onder dwang, ik laat mezelf vrij. Ik zie wel hoe het leven komt, ik heb geen haast.’

 

Deel dit verhaal:

Peter van Es

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.