Haar naam betekent vrede, maar Irina Ohar moest haar land ontvluchten vanwege de oorlog. Zij verblijft nu met haar twee kinderen in de opvang voor vluchtelingen uit Oekraïne aan de Boelelaan van HVO-Querido.
Irina Ohar (1981) komt uit Zjytomyr, een stad 140 kilometer ten westen van de hoofdstad Kyiv. Zjytomyr heeft een militaire academie en verschillende legerbases. Zowel haar vader als haar broers en haar echtgenoot zijn beroepsmilitair en ook haar moeder werkt in een ondersteunende functie voor het Oekraïense leger.
‘Mijn vader was al militair toen we nog bij de Sovjet-Unie hoorden en is dat gebleven toen we onafhankelijk werden in 1991,’ vertelt Irina. ‘We hadden bij Rusland kunnen gaan horen, maar we kozen voor ons eigen vaderland: Oekraïne. Dat weet ik nog goed, ik was toen tien jaar oud. Wij waren gewone mensen uit de middenklasse. Als je in Oekraïne voor het leger werkt, dan lijdt je geen honger, maar je bent zeker niet rijk. Wij hadden een prima huis en gingen in de zomer op vakantie naar zee.
Veel ervaring
Na de elfde klas van de middelbare school ben ik op mijn zestiende naar de universiteit gegaan in Charkiv. Dat is helemaal in het oosten van ons land, bij de Russische grens. Daar spraken ze toen overwegend Russisch. Nu niet meer, nu willen wij alleen nog Oekraïens praten. Alles begint met de taal. Wij willen ons land en onze taal steunen.
In die tijd wilde ik altijd maar meer, meer, meer doen. Daarom heb ik twee studies gedaan en heb ik een master diploma gehaald als docent biologie en als psycholoog. Biologie is heel boeiend maar ik heb twintig jaar hard gewerkt als psycholoog, coach en trainer. Veel ervaring opgebouwd. Ik had zelfs nog een klein beetje tijd voor een sociaal leven.
Een goed leven
Op 24 februari vorig jaar stortte dat allemaal in elkaar. Ik kon gewoon niet begrijpen dat zoiets kon gebeuren met mijn land, met mijn familie. Wij hadden een goed leven, mijn man, onze kinderen, zoon Bogdan (10) en dochter Daria (17), en ik. Een fijn huis, goede banen, een prima salaris, kortom, alles was goed. En van de ene op de andere dag is dat allemaal kapot. Bijna twee weken lang heb ik gehuild. Toen mijn zoon ook begon te huilen en steeds ’s nachts wakker werd, ben ik gestopt. Mama, ik ben bang, zei hij. Ik ben bang dat iedereen dood zal gaan. Hij zag grote branden, explosies, paniek. Hij begon te stotteren en kreeg uitslag, allemaal van de stress.
Mijn dochter is op 22 februari jarig, we zouden haar verjaardag het weekend daarop vieren. Dat is nog altijd niet gebeurd.
Kat
Samen met mijn kinderen en onze kat ben ik gevlucht. Ik voelde me een verrader omdat ik mijn land in de steek liet nu het mij nodig had. Onze kat komt nota bene uit Marioepol. Je kent vast de recente geschiedenis en afschuwelijke beelden van de verwoesting van die stad. Mijn man was sinds 2014 elk jaar een paar maanden gelegerd in de Donbas, want daar is het al veel langer oorlog. In Marioepol vond hij een schattig zwerfkatje op straat en dat is sindsdien onze kat. Marik heet ze. De kat woont nu tijdelijk bij vrienden in Amsterdam, twee fantastische Nederlandse vrouwen, want hier in het hotel mag je geen huisdieren houden. Marik is nog altijd bang voor harde geluiden.
Vluchtroute
Onze vlucht duurde vier dagen. Met de bus, de trein, weer een bus en weer een trein. Via Polen en Duitsland kwamen we hier. Je hebt onderweg nauwelijks een idee van waar je bent of waar je naartoe gaat. Je wilt gewoon weg van de oorlog. Angst, pijn en totale onzekerheid. Achteraf weet ik nu dat ik een sterke vrouw ben.
Wij kwamen aan in Ospel, een dorp niet ver van de grens met Duitsland. Daar hebben we een maand bij een lieve familie op een boerderij gewoond, Dunn en Sharon. Omdat mijn dochter naar school wilde, zijn we naar een stad verhuisd en dat werd Amsterdam. We kwamen tijdelijk op het WG-terrein terecht. Daar zijn we liefdevol opgenomen door Koos, Gusta en Pauline, hele fijne mensen. Ze hebben ons heel erg geholpen, ik noem ze mijn engelen.
Plicht
Omdat ik beslist iets voor mijn mensen uit Oekraïne wil doen, help ik vanuit mijn vak mensen die kampen met PTSS. Gratis, zowel on- als offline. Dat voel ik als mijn plicht. Er is genoeg werk, want veel vluchtelingen hebben last van posttraumatische stressstoornis. Als je ziet hoeveel mensen ook hier nog in elkaar krimpen als ze harde geluiden horen, bijvoorbeeld van een vliegtuig of een brandweerwagen.
Omdat ik mijn landgenoten nu kan helpen, voel ik me minder slecht. Met kinderen doe ik bijvoorbeeld kunsttherapie. Dat is een speciale methode om met tekenen en schilderen de angst en de pijn in hun hart kwijt te raken. In het begin tekenen kinderen geweld. Vuur, tanks, bommen, veel rood en zwart. Als je ze vraagt wat we kunnen doen om dat beter te maken, beginnen ze langzamerhand weer de zon, bloemen en leuke dingen te schilderen, in geel, blauw, oranje. Dat gaat niet van de ene op de andere dag, maar het werkt wel. Zo gaan de nare gevoelens er langzaam uit. Het is alsof je jezelf van binnen schoonmaakt.
Zelfvertrouwen
Met teenagers uit Oekraïne doe ik kleine projecten. Dat is toch al geen gemakkelijke leeftijd. Tieners zijn erg op hun vrienden gericht, die door de oorlog allemaal ergens anders zitten. Ze zijn vaak gesloten en ze vinden hulp stom, want ze zijn toch geen kinderen? Ze voelen heel intens. Ik weet er alles van, ik heb zelf een dochter van zeventien.
Het opbouwen van zelfvertrouwen is heel belangrijk voor deze groep, dat is de basis van hun toekomst.
Moeilijk
Mijn man is officier en heeft dermatofibrosarcoma, een vorm van huidkanker. Stress maakt dat niet beter. Het begon in 2015, nadat hij in de Donbas was gestationeerd. Hij wordt bestraald en heeft de afgelopen jaren in Kyiv al vijf operaties gehad. Een paar weken geleden was hij heel even in Amsterdam voor een behandeling. De artsen hier zijn ongelofelijk professioneel. We zijn ze heel dankbaar. Vanwege zijn ziekte had hij zonder problemen met ons mee kunnen gaan. Maar hij heeft ervoor gekozen zijn land te verdedigen. Ik begrijp zijn patriottisme en dat hij zijn kameraden niet in de steek wil laten. Maar voor ons is het moeilijk.
Geld verdienen
Ik werk als vrijwilliger, maar ik wil ook geld verdienen en belasting betalen in Nederland. Daarom werk ik bij de Hub op het Centraal Station in Amsterdam. Dat is de plek waar mensen uit Oekraïne aankomen. Van daaruit gaan ze naar een opvangplek in het land. Mensen vragen altijd meteen of ze in Nederland mogen werken. Ze willen niet afhankelijk zijn van het sociale vangnet. De meesten werken ook, ze dragen iets bij aan dit land. Daar ben ik trots op.
Verder werk ik als psycholoog op de Internationale School in Haarlem. Daar zitten tachtig kinderen uit Oekraïne en vijftien leraren.
Veel van hen komen uit de bezette gebieden. Ik zie de pijn en de angst in hun ogen. De school helpt de kinderen om zich goed aan te passen aan hun nieuwe omgeving en de taal te leren.
Daarnaast geef ik bij verschillende opvanghotels training aan volwassen vluchtelingen. Ook volwassenen hebben in deze situatie last van angst en onzekerheid. Ouders zijn vaak geneigd om zichzelf weg te cijferen, maar je kunt je kinderen alleen goed helpen als je eerst jezelf helpt. Het is net als de veiligheidsprocedure in het vliegtuig: eerst je eigen zuurstofmasker opzetten.
Groeien
Het is goed om te werken. Werken leidt af. Als je bezig bent heb je geen tijd om je continu druk te maken over slecht nieuws uit ons land. Je moet oppassen dat je niet in een stupor raakt. Want er is altijd slecht nieuws. In Oekraïne is elke dag overal gevaar. Nergens is het veilig. Elke dag gaan er veel mensen dood. Kinderen leven in voortdurende angst. Ik probeer me soms van de berichten af te sluiten, maar dat lukt nooit echt.
Zonder wortels
Het is moeilijk voor te stellen, maar wij hebben nu geen plan. We weten niet hoe lang de oorlog duurt. Niemand weet dat. Wij zijn als bomen zonder wortels. Je wilt groeien, maar het kan niet. Vooral voor kinderen is dat zwaar. Soms zegt mijn zoon ineens: mama, ik wil met mijn vriendjes spelen en met mijn eigen speelgoed. Mijn dochter heeft geen bal gehad op school, een speciale eens-in-je-leven gebeurtenis. Dat is hartverscheurend.
Welkom
Nederlanders vind ik amazing, ik voel me hier heel erg welkom en gesteund. Wat ik knap vind van Nederlanders is dat ze een goede balans weten te vinden tussen werk en privé. Daar kan ik echt nog wat van leren.
Amsterdam is een prachtige stad en heel speciaal voor mij, want hier is ons leven opnieuw begonnen.
Het hotel aan de Boelelaan is een goede plek voor mensen uit Oekraïne. De mensen van HVO-Querido die hier werken hebben altijd een glimlach op hun gezicht en ze proberen ons altijd zo goed mogelijk te helpen. Nog nooit heb ik ze “nee” horen zeggen. Ze zijn heel positief en vinden altijd een manier om mensen van dienst te zijn. Het is goed dat ze ons erbij betrekken. Zo koken Oekraïners hier regelmatig zelf. Borsjtsj bijvoorbeeld, soep van rode bieten, dat is zo lekker! Dan ruikt het hier naar thuis.
Helpen
Als ik tenminste één persoon per dag kan helpen dan is die dag niet tevergeefs geweest. Denk aan ondersteuning, het geven van nuttige informatie, motivatie en andere dingen die een psycholoog kan bieden. Als je Oekraïners kent die hulp nodig hebben, neem dan contact met mij op.’
Naschrift
Na dit gesprek is Irina voor korte tijd terug geweest naar Oekraïne. Daar merkt ze het volgende over op.
‘Ik was even in Oekraïne. Mijn ouders, broer en grootmoeder had ik al anderhalf jaar niet gezien. Het is een heel raar gevoel om weer voet te zetten in je geboorteland. Een land dat al anderhalf jaar in staat van oorlog verkeert. Je ziet onderweg veel vernielingen en check-points, je hoort constant sirenes. En de mensen, sterke mensen, blijven alles doen voor de overwinning. Het gevoel van pijn gaat niet weg.
In mijn stad Zjytomyr zag ik een volledig verwoest lyceum. Kippenvel en tranen.
Ik gaf een training voor tieners. In de kelder, dat is de enige manier om de kinderen veilig te houden. Kinderen zijn gedemotiveerd en hebben veel pijn en angst, maar ze geloven in de overwinning. Ze hebben me een vlag meegegeven voor de Oekraïense kinderen van de Internationale School in Haarlem met de opschriften: steun, liefde en geloof. We konden dit niet zonder tranen lezen. Kracht zit in steun en eenheid.’