Nieuws

Iedereen heeft een netwerk

03 november, 2023

Een gesprek met Torre van Poppel, begeleider bij het Martien Schaaperhuis van HVO-Querido. Torre is in eerste instantie wat sceptisch over netwerkondersteunend werken, maar heeft zich intussen ontpopt als een ware ambassadeur.

In zijn jeugd in de Amsterdamse Plantagebuurt raakt Torre van Popel (1984) door de situatie thuis in de verdrukking. Hij komt met justitie in aanraking en belandt via de jeugdreclassering op de koksopleiding van het ROC. Na een periode bij Jamie Oliver’s restaurant Fifteen komt hij als zorgenkind onder de hoede van een oude, klassieke Franse kok die hem de fijne kneepjes van het vak bijbrengt. Vervolgens werkt hij zelf twintig jaar als kok. Tot zijn dertigste levensjaar komt hij nog een paar keer met justitie in aanraking.
‘Toen kwam alles op een lager pitje en ging ik echt aan mijzelf werken,’ aldus Torre. ‘Door mijn eigen ervaring snap ik de andere kant van de tafel. Ik ken het gevoel. Ik weet bijvoorbeeld hoe eenzaam iemand zich kan voelen, zelfs midden in een groep.’

Thuis

Ondertussen werkt Torre al bijna vijf jaar als ondersteunend begeleider bij het Martien Schaaperhuis. Hij is bijna klaar met zijn opleiding persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen en gaat hierna een opleiding tot holistisch therapeut volgen. ‘Hier kon ik als zij-instromer gelijk op de groep aan de slag,’ vertelt Torre. ‘Mijn nieuwe carrière vanuit de praktijk opbouwen, dat sprak me aan. Het Martien Schaaperhuis voelt van het begin af aan als een warm bad, als een tweede thuis. Dat komt door de bewoners, de omgeving, de zelfstandigheid die je hier hebt en door mijn collega’s. Het is een heel professioneel en lerend team. Medewerkers zijn geen losse eilandjes, we willen allemaal ongeveer dezelfde kant op. Daarbij is er veel ruimte voor discussie en respect voor ieders mening. Iedereen kan hier gewoon zichzelf zijn.

'Zonder netwerk lukt het niet,' aldus Torre van Poppel, begeleider bij het Martien Schaaperhuis.

‘Zonder netwerk lukt het niet,’ zegt Torre van Poppel, begeleider bij het Martien Schaaperhuis.

Tegen eenzaamheid

Toen ik voor het eerst van de training netwerkondersteunend werken hoorde, dacht ik: wat voegt het toe? Er zijn zoveel trainingen, er zijn zoveel aspecten waar je bij de begeleiding op moet letten. Dagbesteding, financiën, middelengebruik, noem maar op. Inmiddels ben ik behoorlijk om.
Dat komt vooral omdat ik bij de uitstroom van cliënten zie waar het ontbreken van aandacht voor het netwerk toe kan leiden. Als een bewoner naar een eigen woning gaat, komt er nog een jaar lang eens per week een begeleider langs en dat is het. Het netwerk van het Martien Schaaperhuis is weggevallen en dan ligt eenzaamheid al snel op de loer. Dan kun je bewoners wel wijzen op zoiets als de Buurtcirkel, maar als je net ergens nieuw woont is de drempel daarvoor vaak te hoog. Om terugval te voorkomen moet je daarom als begeleider al veel en veel eerder beginnen met aandacht voor het opbouwen van het netwerk van de cliënt. Dat is echt essentieel.

Lange termijn

De training wordt op een hele goede manier gegeven. Celine van den Berg is een van de trainers. Zij werkt bij Team VanStart. Zij is niet alleen prettig om naar de luisteren, je merkt aan alles dat ze heel goed weet waar ze het over heeft. Ze draait geen praatje af, ze gaat in op alle vragen. Echt top!
Van de training vind ik het triadisch werken ook heel interessant. Familieleden kennen de klant veel beter dan jij als hulpverlener. Het netwerk neemt jou werk uit handen en dat draagt bij aan het versterken van de eigen regie van de klant. Zo kun je als professional meer vanuit de achtergrond werken in plaats van overnemen.
Als begeleider maak je snel de keuze om dingen over te nemen van de klant. Vanuit een goed hart natuurlijk en ook omdat het vaak sneller gaat. Daarmee help je op dat moment de bewoner. Maar op de lange termijn niet.

Netwerk in kaart

De training is een combinatie van theorie en praktisch aan de slag gaan. Je leert bijvoorbeeld hoe je een ecogram en een levenslijn kunt maken. Dat zijn hulpmiddelen om iemands netwerk in kaart te brengen. Aan wie heb je wat gehad? Wat zijn belangrijke gebeurtenissen geweest? Vaak zeggen cliënten in eerste instantie dat ze helemaal niemand hebben. Als je daar rustig de tijd voor neemt en goed luistert valt dat meestal reuze mee. Iedereen heeft een netwerk. Soms staat het door bepaalde situaties op een laag pitje.
Je moet netwerk niet alleen zien als een compleet steunsysteem. Er zijn voor iemand kan ook steun geven. Die ene mevrouw of meneer die af en toe een praatje met je maakt is een onderdeel van jouw netwerk, hoe klein dan ook. Een netwerk kan minimaal zijn en toch helpen. Denk aan de man alleen aan de bar in een café.

Fundament

Zonder netwerk lukt het niet. Een succesvol begeleidingstraject staat of valt met het hebben van een netwerk. Dat moet je opbouwen, bijhouden en onderhouden. Het traject van de cliënt is als een huis: zonder stevig fundament stort het in elkaar. Voor mij is het netwerk de basis. Als dat ontbreekt, dan is de begeleiding zoiets als water naar de zee dragen.
Een netwerk is als kleding, zonder voel je je naakt.
Als ik HVO-Querido was, zou ik de training netwerkondersteunend werken verplicht stellen voor iedereen. Zowel bij het inwerken als tijdens bij- en nascholingen.

Rijker

Als begeleider maakt het contact met het formele en informele netwerk van jouw cliënten je werk interessanter. Of het nou ouders, vrienden, buren, medebewoners of andere zorgverleners zijn. Jouw cliënten worden vanuit meerdere hoeken belicht. Je krijgt daardoor een bredere kijk op mensen, een genuanceerder en rijker verhaal.
Binnenkort ga ik ook een training transculturele psychiatrie doen om een betere ingang te vinden bij het netwerk van onze bewoners. Hoe meer je weet van normen, waarden en gebruiken van verschillende culturen hoe beter je kunt inspelen op vragen van bewoners en hun familie. Zo blijf ik me ontwikkelen.’

Deel dit bericht:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze berichten.