De asielaanvraag van de Afrikaanse Mohamed Bah is afgewezen, maar hij voelt zich gelukkig in Nederland en wil hier een toekomst opbouwen. Ondanks zijn moeilijke omstandigheden is Mohamed vol vertrouwen. ‘I am happy here and ready to fight for it.’
In onze opvang voor ongedocumenteerden aan de Derkinderenstraat woont Mohamed Bah (1994) uit Guinee Conakry, een voormalige Franse kolonie in West-Afrika. Dit land ligt aan de Atlantische Oceaan tussen Guinee-Bissau en Sierra Leone en wordt verder omringd door Senegal, Mali, Ivoorkust en Liberia.
Mohamed komt uit een gezin met maar liefst elf kinderen. Zijn islamitische vader heeft drie vrouwen. Zijn vader is een handelaar en heeft een ‘cornershop’ in Guinee. Op de vraag of zijn familie arm of rijk is, stelt Mohamed de definitie van rijkdom en armoede ter discussie, maar hij wil wel kwijt dat ze zich redelijk konden redden en dat een gezin met een winkel vol voedingswaren doorgaans geen honger lijdt.
De wereld beter maken
Als kind wil Mohamed graag advocaat worden, uit ideële motieven. ’To make the world a better place to live in.’ Mohamed heeft aan den lijve ondervonden waar corruptie en nepotisme toe leiden. It’s about ego and power. Many people in charge feel that they are the only ones that can do the job. And so nothing changes.’ Voor de Engelssprekende minderheid in het overwegend Franse Guinee zijn de kansen beperkt en daarom gaat hij geen rechten studeren, maar volgt hij een opleiding bedrijfskunde. ‘I always wanted to be someone who gives people comfort, who helps them. A lot of people are stressed and sad. I want to tell them: you have a friend, I will listen to your problems.’
Daarom wordt hij presentator van een Engelstalig radioprogramma. Dat doet hij een jaar totdat hij in 2018 zijn land moet ontvluchten. Op de precieze reden daarvoor wil hij niet nader ingaan, maar hij wil wel kwijt dat het absoluut noodzakelijk was, een kwestie van leven en dood. Hij wil niet vluchten, hij wil eigenlijk ook niet naar Europa, maar het moet. ‘Many people leave Africa for economic reasons. Sad, but understandable. I need asylum, protection and a future.’
Mogelijkheden zien
Hij trekt door de woestijn en belandt via Marokko in Spanje. Het is rennen en vluchten en een grote opeenstapeling van steeds meer problemen. Mohamed wordt constant opgejaagd door de politie en voelt zich nergens veilig. ‘I was running 24/7, I could never rest. There were supposed to be humane laws in Europe, but I was not granted the opportunity to become the beneficiary of those. It was problems, fear and more problems.’ In Spanje komt hij voor het eerst tijdens zijn vlucht aardige mensen tegen, mensen die zich om zijn lot bekommeren, ‘realy good people.’ Het zijn Jehova’s getuigen en het zijn Nederlanders en daarom besluit Mohammed om naar Nederland te gaan. ‘And here I am today. For the first time in my life I have the sense that everything is possible. I seek opportunities to do something good for other people. It is important to see beyond yourself.’
Aardige politiemensen
Als hij in Amsterdam aankomt loopt hij eerst lang verloren rond. Hij heeft geen onderdak en geen eten. Hij begrijpt dat asiel aanvragen zijn enige optie is. Maar daarvoor moet hij naar de politie, de instantie waar nu juist al maanden voor op de vlucht is. ‘So I took courage and went to the police station. I was so surpised. The police lady behind the counter, she smiled at me and asked: how can I help you? For a moment I thought it was a trick, a trap. But she helped me. Another example. A few week ago I lost my wallet and the police phoned me to tell they had found it. Amazing!’
Betekenis
Mohamed krijgt een treinaartje om naar het COA, het Centraal Orgaan opvang asielzoekers, in Ter Apel te gaan. Vandaar verhuist hij naar het asielzoekerscentrum in het Brabantse Grave, ‘realy a beautiful town.’ Daar lapt hij de ramen van het AZC en werkt hij als vrijwilliger bij Stichting Dichterbij, een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking. Dat bevalt hem goed. ‘It gave meaning to my life.’ Hij wil zijn leven weer opbouwen, nieuwe dingen leren en doen. Hij koopt een naaimachine om zelf kleding te maken en hij volgt een cursus om video’s te monteren.
In het AZC krijgt hij echter te horen dat Nederland niet verantwoordelijk voor hem is en dat hij terug moet keren naar Spanje. ‘I realised I am in shit.’ Volgens Mohamed is het feit dat hij tijdens zijn vlucht was getraumatiseerd niet voldoende meegewogen bij de beoordeling van zijn zaak.
Open van geest
‘They said I had to go back to Spain, but I said no, I have a life here. I am happy here and ready to fight for it. Mohamed verlaat in maart van dit jaar Grave en gaat weer naar Amsterdam. Daar verblijft hij eerst in de noodopvang aan de Tansformatorweg, dan in de Sportallen Zuid. Na een bezoek aan het vreemdelingenloket komt hij bij de opvang voor ongedocumenteerden van HVO-Querido, eerst bij de Walborg en sinds kort bij de opvang aan de Derkinderenstraat. Volgens Mohamed is het altijd een uitdaging om met veel verschillende menen in een gebouw samen te leven, maar het gaat hem goed af. ‘It is amazing what you can achieve when you are open minded. The staff is very friendly.’ Het zit hem ook in de kleine dingen volgens Mohamed. ‘They smile, they say goedemorgen, they ask did you sleep well. Simple things that make people feel good.’
De begeleiding is volgens Mohamed niet alleen vriendelijk, ze helpen bewoners ook. Als hij bijvoorbeeld zijn huiswerk wil maken geven ze hem een kamertje om te studeren. ‘They understand it’s not easy for us.’
Een lange weg
Ondanks zijn moeilijke omstandigheden kijkt Mohamed met vertrouwen naar de toekomst. ‘I am a positive and social person. I am mister nice guy.’ Mohamed heeft zijn portie gehad en probeert negativiteit te vermijden. ‘I want to make one person smile every day at least.’
‘I go to classes, I engage in a lot of things.’ Mohamed is onder meer lid van een collectief van ongedocumenteerden dat zich beijvert om lotgenoten van mondkapjes te voorzien, zodat ook zij met het openbaar vervoer kunnen reizen. Dit gebeurt onder de vlag van de organisatie Here to Support. ‘To this day we have made over 3000 face masks that are worn all over Amsterdam.’ De gemeente Amsterdam heeft de eerste 1000 mondkapjes gesponsord om uit te delen aan ongedocumenteerden.
‘I try to live the moment. Papers may come or may not come. I like this place, I love Amsterdam. There is a lot of movement here in the city. I try to follow that movement, it helps me grow. I have to be positive because I am on a hard and long road.’