Verhalen

Goed gereedschap neerleggen

24 augustus, 2018

Zesendertig jaar geleden, toen Wilma Broekmeijer begon bij de Vrouwen- en Gezinsopvang de Roggeveen van HVO-Querido, dacht ze dat zij mensen snel van hun problemen af kon helpen. Nu is ze er van overtuigd, dat je als hulpverlener cliënten vooral van de juiste middelen moet voorzien, waarmee ze zelf hun situatie kunnen verbeteren.

​‘Pensioen klinkt zo vreselijk, dat is iets voor oude mensen, voor andere mensen,’ aldus Wilma Broekmeijer. ‘Kunnen we het niet “versnelde omslag” of iets dergelijks noemen, alles is toch tegenwoordig aan omslag onderhevig?’ ​
Het is duidelijk dat ze liever niet teveel de aandacht op zichzelf richt en graag met stille trom zou willen vertrekken. Maar om de vele mensen te bedanken met wie ze in haar lange loopbaan bij HVO-Querido heeft samengewerkt, is Wilma Broekmeijer bereid tot een kort vraaggesprek.

Pad

​‘Een kennis van mij werkte bij de Roggeveen, zo ben ik er in 1982 ingerold. Iedereen volgt zijn eigen pad, en dit is blijkbaar het mijne geweest, want je komt niet voor niets als hulpverlener in het dak- en thuislozencircuit terecht. In die tijd volgde ik, na mijn HBO-V, een opleiding natuurgeneeskunde. Dat moest ik toentertijd zelf betalen en zo ben ik begonnen als weekendreceptionist bij de Roggeveen. Later heb ik nog de voortgezette opleiding GGZ gedaan. Van het een kwam het ander.
Heel lang heb ik alle intakes gedaan voor de Roggeveen, dat ging niet centraal, laat staan stedelijk.

Zakelijker

​Toen ik begon was Piet Brulleman directeur van de Roggeveen, een hele lieve, warme en betrokken man. Hij kende alle bewoners en als er iemand uitstroomde, dan voerde hij met de vertrekkende klant en de betreffende hulpverlener een uitgebreid gesprek.
Vergeleken met vroeger is het nu professioneler en zakelijker geworden, zowel van onze kant als bij de klant. Klanten schakelen nu bijvoorbeeld sneller een advocaat in om hun gelijk proberen te krijgen. Als je vroeger tot laat werkte, kreeg je altijd wel een bordje eten van een bewoner, dat gebeurt nu niet meer. Niet dat ik dat bord eten wil, maar het tekent een beetje de zakelijker mentaliteit.

Anders

​In 1982 waren er nog geen computers. Vele jaren werkte ik dus zonder computer. Verslagen werden getypt op een typemachine, leefgeld werd wekelijks uitgedeeld in een papieren zakje, je deed samen met bewoners de was. Het was anders, maar het is beslist niet zo dat vroeger alles beter was.
Hele grote gezinnen, met zeven, acht kinderen, die hadden we in het verleden regelmatig in huis, die zie je nu bijna nooit meer.

​​Wilma in 1998, in een artikel voor het jaarverslag​ van HVO-Querido.

Samen voor de cliënt

​De laatste tien jaar heb ik vooral werk gedaan voor de UMO, de uitstroom m​aatschappelijke opvang. Dan ben je een soort spil en heb je heel veel contact met allerlei verschillende mensen, zowel van binnen als buiten de organisatie. Vaak gaat dat alleen per mail en telefoon. Al deze mensen wil ik graag heel hartelijk danken voor de prettige samenwerking. Ik besef dat ik lastige vragen heb moeten stellen, waardoor we soms op het randje van de goede verstandhouding balanceerden. Toch heb ik, ook op het scherp van de snede, steeds het gevoel gehad dat we gezamenlijk voor het welzijn van de cliënt stonden.
Het is nu allemaal Housing First wat de klok slaat, maar je moet niet vergeten dat de uitstroom via de UMO succesvol is. De terugval is zeer gering.

Wilma als deelnemer aan de AMC-loop in 2006

Sport en spel

​Ik heb altijd met plezier gewerkt. De Roggeveen is een superleuke plek, bruisend, in een mooi oud gebouw en met een hele boeiende groep cliënten. Ik vind het bijzonder dat wij altijd gezinnen hebben opgevangen, en dat nog steeds doen, dus ook mannen als dat zo uitkomt.
Het werk is intensief, maar ik ben nooit met tegenzin naar mijn werk gegaan. Je kunt dit werk ook alleen maar doen als je er lol in hebt, dan houd je energie. Anders gaat het, zowel voor de cliënten als voor jezelf, niet goed. Je moet je kunnen blijven openstellen. Ik heb altijd geprobeerd om een zeker spelelement in mijn werk te ontdekken. Om een klein voorbeeld te geven van mijn laatste “spelletje”: bij het bestuderen van een UMO- dossier, liet ik vaak eerst de pasfoto een tijdje op me inwerken. Soms klopte het beeld dat ik daarbij kreeg en soms ook helemaal niet, als ik vervolgens het dossier inhoudelijk las.
Zeker drie keer per week doe ik aan sport, vooral hardlopen. Dat heb ik nodig om in balans te blijven. In het verleden heb ik regelmatig aan sportevenementen, zoals de Dam tot Damloop, meegedaan in het shirt van HVO-Querido.

Wilma in de Dam tot Damloop in 2007 en 2008

Zelf doen

​Een goede hulpverlener is eerlijk, duidelijk en stelt zich als mens op. Helemaal in het begin dacht ik als hulpverlener problemen van cliënten weg te kunnen nemen om ze op die manier weer gelukkig te maken. Inmiddels heb ik meer het idee dat je als hulpverlener vooral goed gereedschap moet neerleggen. En dan bedoel ik echt goed gereedschap, geen roestige ouwe zooi, maar up-to-date spullen waarmee cliënten zelf aan de slag kunnen. Als hulpverlener verstrek je tools, leg je uit hoe je die kunt gebruiken en waarvoor, maar cliënten moeten het gereedschap zelf oppakken en ermee aan de slag gaan.

De leegte in

​Ik ben niet goed in afscheid nemen, helemaal niet, ik zou het liefst stilletjes wegsluipen. Maar goed, ik begrijp dat je dingen hoort af te sluiten en daarom gaan we met een klein groepje genodigden op 11 september gezellig lunchen.
Officieel is 31 december 2018 mijn laatste werkdag bij HVO-Querido, maar door al mijn vakantiedagen werk ik na augustus niet meer.
Ik ben benieuwd wat ik ga doen met de extra tijd die ik krijg omdat het werken stopt. Ik duik bewust de leegte in en wil het op voorhand nog niet invullen. School, opleidingen, werk, je zit heel lang in een bepaald stramien, dat laat ik nu los. Dit is het moment om te kijken wat er nog meer is.
Nogmaals, iedereen bedankt voor alle samenwerking!’

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.