Creativiteit zit Andrew in het bloed. Of hij nu mode ontwerpt, beats maakt of rapteksten schrijft, of hij nu in Accra of in Amsterdam is. Hij moet zich uiten, hij kan simpelweg niet anders. En hij wordt er nog blij van ook.
Andrew Boakye (1986) is geboren in Amsterdam Zuidoost. Zijn ouders komen van oorsprong uit Ghana. Hij heeft twee broers en vier zussen.
‘Er is een vrij grote Ghanese gemeenschap in de Bijlmer,’ vertelt Andrew. ‘Ik ben er geboren en voor een deel opgegroeid, maar van mijn 13e tot mijn 21e jaar heb ik in Ghana gewoond, in Accra, de hoofdstad. Mijn vader had er een taxibedrijf. Daarna ben ik weer teruggekomen naar Nederland. In Ghana heb ik een opleiding grafische vormgeving gevolgd.
Ik heb een zoontje, Romeo, hij is dertien en woont bij zijn moeder in Ghana. Helaas heb ik nu weinig contact met hem, dat is moeilijk. Ik zou graag voor hem willen zorgen.
Ideeën genoeg
Terug in Amsterdam ben ik werk gaan zoeken, maar mijn diploma geldt hier niet. Daarom ben ik me steeds meer gaan verdiepen in muziek en het ontwerpen van kleding. Ik maak hiphop en Afrobeat. Bij het Ei-complex heb ik een cd uitgebracht, dat heeft een kennis van mijn moeder voor me geregeld. Ik heb er ook videoclips bij gemaakt.
Zelf je streetwear ontwerpen past heel erg bij hiphop. Ik gebruik daarvoor strakke grafische vormen. Die maak ik met Inkscape, een open source tekenprogramma. Zo zet ik mijn ideeën direct om in vectorafbeeldingen. Ik hoef daar niet lang voor te gaan zitten. Van tevoren plannen doe ik niet, ik heb ideeën genoeg, die schieten mij gewoon te binnen.
Met muziek voel ik dat ook zo. Ik hoef niet te wachten op inspiratie. I was born to do this, anders kan ik het niet zeggen. Ik moet muziek maken, ik kan gewoon niet anders. Dat is geen last, maar juist een bron van plezier.
Dromen
Ik bewonder artiesten als 50 Cent, Fat Joe en The Notorious B.I.G. Als kind luisterde ik al naar hiphop op MTV. Tupac was mijn eerste grote held. Toen ik hem voor het eerst hoorde, dacht ik: dat ga ik ook doen. Tupac bracht echt een ander geluid, heel bijzonder. Hij had het zelf ook heel moeilijk.
Romeo mag later zelf kiezen wat hij wil worden, maar ik wil mijn hele leven al rapper zijn, ik heb echt nooit iets anders willen worden.
Mijn eerste eigen nummer was in het Nederlands: “Laat je k.. slapen.” In die tijd was ik nogal een playboy, maar dat werd me teveel, daar heb ik afstand van genomen. Eerst rapte ik in het Nederlands, nu in het Engels, dat is voor mij net zo makkelijk. Bij mij komt altijd eerst de beat, die maak ik met FruityLoops, en daar maak ik dan teksten op. Een track heb ik meestal binnen een dag af.
Ik wil graag een record deal en het is mijn droom om een feature te maken met een Amerikaanse artiest.
Wonen
Eerst woonde ik bij mijn ouders, maar ik heb in 2010 een psychose gehad, toen ging dat niet meer. Via BW Diemen kreeg ik een woning samen met anderen in Diemen Zuid. Daarna kreeg ik een eigen woning, maar dat ging niet goed, ik nam geen medicatie, het liep uit de hand en ik belandde in de cel. Toen kwam ik bij Noordzijde en vandaar ging ik via Discus weer op mezelf wonen in de Bijlmer. Dat bevalt goed, ik ken er nog een paar mensen. Je moet ergens beginnen en langzaam kom ik nu weer op gang. Elke week komt mijn begeleidster langs, dan praten we over van alles, over de administratie en over dagbesteding, maar het is niet alleen maar praten, binnenkort gaan we ook samen sporten. Het gaat stapje voor stapje en het is fijn dat ik er niet alleen voor sta.
Doorgaan
Amsterdam is een mooie stad, er is heel veel te doen, er zijn veel kansen. Ik ben best tevreden, alleen financieel zou het wel wat vooruit mogen gaan. Ik ben single, ik houd nog een beetje afstand, ik moet aan mezelf denken. Maar ik ben niet alleen, ik heb veel vrienden en kennissen. Ik ben optimistisch, ik denk dat ik in de toekomst succesvol zal zijn met mijn mode en met mijn muziek. Ik zou ook graag meer optreden, dat heb ik pas een keer of vier gedaan.
Als dingen niet goed gaan, als mensen ruzie zoeken of zo, daar erger ik me aan. En aan onrecht en armoede. Maar blij word ik van familie, van geld en vooral van muziek. Muziek geeft me energie en voeding en motivatie. Ik geloof in mijn muziek en in mezelf. Mijn vader heeft me de discipline gegeven om door te gaan. En dat doe ik.’