Nieuws

Extra opvangplekken voor slachtoffers mensenhandel

Tags: ctm
29 november, 2019

Samen met Blijf Groep krijgt HVO-Querido nog dit jaar twintig extra opvangplekken voor slachtoffers van mensenhandel die intensieve zorg nodig hebben. Met deze plekken in Amsterdam, Alkmaar en Almere gaat een diep gekoesterde wens van het Amsterdams Coördinatiepunt Mensenhandel in vervulling.

‘Soms kunnen we slachtoffers van mensenhandel moeilijk helpen’, vertelt Petra Bakker, teammanager van het Amsterdams Coördinatiepunt Mensenhandel (ACM) van HVO-Querido. ‘Het gaat dan om mensen die slachtoffer van mensenhandel zijn en tegelijkertijd meerdere ernstige problemen hebben. Denk aan verslaving, een verstandelijke beperking en psychische problemen. De combinatie hiervan zorgt ervoor dat ze moeilijk te begeleiden zijn. Ze zijn steeds in en uit zorg.’

Samen tegen mensenhandel

Petra Bakker

Om ‘deze mensen te stabiliseren’ krijgt HVO-Querido samen met de Blijf Groep nog dit jaar twintig extra opvangplekken voor slachtoffers van mensenhandel die intensieve zorg nodig hebben. De plekken, die momenteel gerealiseerd worden in Amsterdam, Alkmaar en Almere, zijn een direct gevolg van het programma ‘Samen tegen mensenhandel’ van minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport). Bakker: ‘We verwachten dat hiermee een einde komt aan het tekort van speciale opvangplekken voor slachtoffers van mensenhandel met complexe zorgvragen.’

Samenhangend aanpakken

Volgens Bakker is de huidige zorg niet voldoende op deze mensen ingesteld. ‘Vaak wordt gekeken welk probleem voorop staat. Als dat bijvoorbeeld de verslaving is, wordt daar de behandeling op afgestemd. Maar als je mensen alleen voor een verslaving behandelt, ga je voorbij aan het trauma dat deze mensen als slachtoffer van mensenhandel hebben. Je kan deze mensen niet in één zorgpad dwingen. Dan raak je ze kwijt.’
Met de twintig extra plekken komen er voor HVO-Querido en Blijf Groep geld en middelen beschikbaar om meer en betere zorg te leveren en in te kopen. Bakker: ‘We kunnen hierdoor mensen met complexe zorgvragen intensiever begeleiden en de verschillende problemen in samenhang aanpakken. Dat moet ook, want deze problemen werken ook op elkaar in. Iemand met bijvoorbeeld een verslaving is kwetsbaar voor uitbuiting en iemand die uitgebuit wordt, raakt mogelijk eerder verslaafd.’

Veel ervaring en expertise

Dat de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) de aanbesteding voor extra opvangplekken – in opdracht van de Rijksoverheid – aan HVO-Querido en Blijf Groep gunde, was geen verrassing. Bakker: ‘Blijf Groep is een kei in het begeleiden van slachtoffers van huiselijk geweld. In die hoedanigheid behandelen ze ook slachtoffers van mensenhandel. En wij zijn met het ACM in Amsterdam inmiddels zo’n dertien jaar betrokken bij de opvang en zorg voor slachtoffers van mensenhandel.’ Het gaat hierbij niet alleen om slachtoffers van seksuele uitbuiting, verduidelijkt Bakker. ‘Ook slachtoffers van arbeidsuitbuiting vinden bij ons een plek.’

Landelijk

Sinds 2010 is het ACM ook verantwoordelijk voor de zogenoemde Categorale Opvang voor Slachtoffers van Mensenhandel (COSM). In een opvanglocatie in Amsterdam en samen met ambulante zorg aan individuele cliënten worden jaarlijks 170 slachtoffers van mensenhandel uit het hele land geholpen. Bakker: ‘We werken hierbij nauw samen met alle partijen die hierbij betrokken zijn, zoals het ministerie van Justitie, het ministerie van Volksgezondheid, de gemeente Amsterdam, de politie en de marechaussee.’

Coördineren en verbinden

Het krijgen van de twintig extra opvangplekken – 14 in Amsterdam, 3 in Alkmaar, 3 in Almere – betekent ook dat HVO-Querido de vleugels verder in de regio uitslaat. Sinds begin 2018 is het ACM op initiatief van de gemeente Alkmaar al actief in de politieregio Noord-Holland die uit 36 gemeenten bestaat. Bakker: ‘In Noord-Holland hebben we een coördinerende rol en zijn we een verbindende schakel tussen politie en zorgverleners.’
Volgens Bakker komt de kennis en expertise van HVO-Querido in de Noord-Hollandse gemeenten goed van pas. ‘Sinds de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is iedere gemeente zelf verantwoordelijk voor het maken van beleid voor slachtoffers van mensenhandel. Dat is niet eenvoudig.’

Signalen leren herkennen

Bakker merkt ook dat politieagenten en zorgverleners in de gemeenten signalen van mensenhandel niet altijd herkennen. ‘We leren hen in onze trainingen en voorlichting waar ze op moeten letten. Als je bijvoorbeeld aan mensen vraagt of ze vrijwillig werken en hoe hun arbeidsomstandigheden zijn, krijg je niet altijd de juiste informatie. Je moet wel doorvragen. Bepaal je zelf wanneer en met welke klanten je werkt? Mag je het geld zelf houden? Als dat allemaal niet het geval is, weet je dat er sprake is van uitbuiting.’

Geen grenzen

Dat naast Amsterdam ook Alkmaar en Almere door de inzet van de Rijksoverheid extra opvangplekken voor mensen met een intensieve zorgbehoefte krijgen, is voor Bakker en het ACM een diep gekoesterde wens die in vervulling gaat. ‘Alleen door samenwerking op alle bestuurlijke niveaus kunnen we mensenhandel effectief bestrijden en adequate hulp bieden. Deze misdaad stopt niet bij de landsgrenzen en al helemaal niet bij de gemeentegrenzen. Of je nou in Amsterdam woont of een Noord-Hollands dorp: iedereen verdient dezelfde zorg.’

Deel dit bericht:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze berichten.