Per 1 januari van dit jaar is Barbra Velthuizen bij HVO-Querido aan de slag gegaan als directeur zorg. Wat zijn na anderhalve week haar eerste indrukken? Waar komt ze vandaan en wat is ze allemaal van plan? Een korte kennismaking.
Barbra Velthuizen (1975) is geboren en getogen in Utrecht, de stad waar ze nog altijd met veel plezier woont. ‘Ik heb zo’n beetje mijn hele leven binnen de singels in Utrecht gewoond,’ vertelt Barbra. ‘Nu wonen wij ook hartje centrum, aan het begin van de Oude Gracht. Het is nog altijd een beetje een volksbuurt, met een mooie mix aan bewoners, een afspiegeling van de samenleving, dat spreekt mij aan. Ik woon daar met mijn vriend, Merijn, en mijn twee kinderen Lola (8) en Rover (11). Soms wordt de stad ons een beetje druk en veel en daarom hebben we een tijdje geleden een oude caravan gekocht, zo’n hele lelijke uit de jaren ’80, die staat in Soest op een alternatieve camping. Zo kunnen we ook lekker buiten zijn. Sinds kort heb ik een nieuwe hobby: wildplukken. Als stadsmeisje pluk ik overal paddenstoelen, groente en kruiden, heel leuk.
Daarnaast ga ik graag naar concerten en festivals, de laatste keer was in Paradiso bij My Baby. Ik ben regelmatig in Amsterdam te vinden, om uit eten te gaan en feestjes te bezoeken in rafelranden als Ruigoord, De Ceuvel of andere plekken.’
Uit wat voor gezin kom je? Wat is je achtergrond?
‘Mijn ouders zijn gescheiden toen ik 1 jaar oud was. Moeder links progressief, baas in eigen buik, Dolle Mina, heel politiek en heel bewust van de omgeving, zo ben ik opgevoed. Mijn vader was eigenlijk planoloog, maar nog meer een echte Bourgondiër en is later dan ook in de horeca gegaan. Beiden zijn inmiddels overleden.
Ik ben een deel van een eeneiige tweeling. Mijn zus werkt ook als leidinggevende, maar dan bij de politie. Wij doen dat grotendeels vanuit dezelfde normen en waarden. Ik voel met nauw verwant met haar.
Als kind wilde ik eerst circusartiest worden en daarna tolk voor doven. Ik las heel veel als kind en ik was in die tijd geïnspireerd door de boeken van Yvonne Keuls zoals Jan Rap en z’n maat en Het verrotte leven van Floortje Bloem. Mensen helpen, dat wilde ik ook. Ik ben uiteindelijk psychologie gaan studeren, met jeugd als specialisatie.’
Waar heb je eerder gewerkt?
‘Mijn stage wilde ik per se in de maatschappelijke opvang doen en niet in de GGZ, en ook minstens een jaar lang, dat was atypisch. Ik kwam terecht bij een begeleid wonen project voor jongeren in Amersfoort. De jongeren woonden op de zolderverdieping van een grote, Pippi Langkousachtige villa, die had een zakenman gekocht die vond dat er niks was voor dak en thuislozen in Amersfoort. In de villa was een crisisopvang, het personeel huisde in houten chaletjes in de tuin daaromheen. Een bijzondere setting. Joris de Heus heeft daar ook stage gelopen. Na mijn studie ben ik daar teruggevraagd als leidinggevende. Het is later een deel van Kwintes geworden. Dat heb ik elf, twaalf jaar gedaan en ik heb er alle facetten van de maatschappelijke opvang gezien. Daarna heb ik in de verslavingszorg gewerkt, bij Victas en bij de Jellinek (Arkin). Ik heb me daar met name bezig gehouden met verslavingspreventie en de curatieve behandeling.’
Had je al eens van HVO-Querido gehoord?
‘Jazeker, in al mijn vorige banen al. Je kunt niet bij Arkin werken en HVO-Querido niet kennen. Daarbij komt dat investeren in het regionale/landelijke netwerk een van de dingen is die ik graag doe. Ik was al een tijdje op zoek naar ander werk, maar ik had geen haast. En ik wil bij een club werken die qua cultuur en ambitie bij mij past en waar ik me goed kan vinden in de visie en missie. En ik moet natuurlijk ook het idee hebben dat er wat te doen is, dat ik een bijdrage kan leveren. Ik wil dingen verbeteren, verstevigen, verbinden en verdiepen. Ik geloof in samenwerken, de krachten bundelen. Zowel tussen teams als in het samenspel met andere organisaties. Met elkaar kun je het maatschappelijk debat beïnvloeden.
In de verslavingszorg zijn er ook honderd thema’s die om aandacht vragen, maar door de gezamenlijk focus op zoiets als ‘ik pas’ ook wel ‘dry january’ staat alcoholconsumptie nu wel op de kaart. HVO-Querido is een grote, landelijke speler in de maatschappelijke opvang, wat mij betreft mogen we wel wat vaker publiekelijk problematiek aankaarten en een politiek statement maken.’
Wat is jouw stijl als leidinggevende?
‘Mijn kracht zit in het duurzaam goed faciliteren, organiseren en structureren van het werk. Zo probeer ik ervoor te zorgen dat collega’s zich zoveel mogelijk kunnen richten op de mensen die onze hulp en begeleiding nodig hebben en we hen top zorg/begeleiding kunnen bieden. Als manager (en organisatie) moet je aan de voorkant sturen, zodat er voldoende ruimte is om tijdig bij te sturen en de stip aan de horizon in het vizier te houden. Ik geloof in dienend leiderschap.
Een goed en gezond werkklimaat vind ik belangrijk. Met plezier naar je werk gaan, humor, kunnen relativeren. Een open sfeer waarin alles bespreekbaar is, ook dingen als ziekteverzuim of werkdruk.
Het moet voor iedereen helder zijn wat we precies doen en wat niet. Waar zijn wij wel van en waarvan niet? Alle teams moeten goed weten wat de ambities zijn en dat moeten we dan vervolgens ook zo goed mogelijk doen. Meer focussen in plaats van telkens weer een nieuw project. We blijven natuurlijk inspelen op actuele vragen en ontwikkelingen in de samenleving, maar er zijn momenteel 103 projecten bij HVO-Querido. Dat is op zijn zachtst gezegd wat veel.
Ik hoop dat veel mensen mij opzoeken en met mij in gesprek willen gaan om hun gedachten en ideeën te delen. In ieder geval ben ik geen bazige baas, het gaat bij mij altijd om samenwerken, samen de focus durven vasthouden. Maar ik ben niet bang om knopen door te hakken of verantwoordelijkheid te nemen.’
Wanneer heb jij lekker gewerkt?
‘Als ik die dag tenminste ook flink heb kunnen lachen. Daar moet ruimte voor zijn. Voor mij is het belangrijk om met elkaar een oprechte dialoog aan te gaan. Laten we elkaar scherp houden. Een open aanspreekcultuur geeft mij veel energie, je hebt dan echt het gevoel: dit doen we samen. Samen heldere ambities waarmaken. In het Meerjarenbeleidsplan staan vijf hoofdambities omschreven. Die zijn wat mij betreft leidend bij ons handelen.
Ik ben behoorlijk trouw en loyaal, ik hoef niet na een paar jaar alweer een nieuwe uitdaging te hebben. Tot nu toe heb ik steeds vrij lang bij organisaties gewerkt.’
Wat zijn je eerste indrukken van de organisatie?
‘Ik ben onder de indruk van de kennis en ervaring van de medewerkers. Het duizelt mij soms van alle verschillende vormen van zorg die wij aan kwetsbare mensen bieden. De samenwerking in de keten is goed. Er ligt veel verantwoordelijkheid bij de teams en er lijkt voldoende ruimte te zijn voor de autonomie van professionals.
Ik heb veel zin om naar de locaties te gaan, dat zijn toch de plekken waar het gebeurt. Lekker de stad en regio in. Door mijn ervaring heb ik enigszins zicht op onze doelgroepen. Mijn natuurlijke blik is: wat is er nodig? Hoe kunnen we mensen zo faciliteren dat ze hun werk goed kunnen doen. Daarbij is het aan mij om de lange lijn goed vast te houden.
Het is een uitdaging om goede verbindingen te maken tussen de locaties onderling en met het Centraal Bureau, dat een dienende rol heeft. De teams weten immers als geen ander wat er nodig is om op hun beurt onze cliënten te bieden wat er nodig is.’