Verhalen

Een uitvinder die aan het leven werkt

05 januari, 2017

Na een hectische start heeft Vincent Harold Theunissen zijn plek gevonden in de hem zo vertrouwde Amsterdamse Schinkelbuurt, waar hij in zijn eigen huis wordt begeleid door Beschermd wonen Zuid van HVO-Querido.

Vincent Theunissen (1975) wordt geboren in Parijs, waar zijn vader portretten en karikaturen tekent op het bekende Place du Tertre in de wijk Montmartre. Zijn moeder werkt destijds in Amsterdam bij Tuschinski. In deze bioscoop komen zij elkaar tegen en het is liefde op het eerste gezicht. Het paar vertrekt naar Parijs en van het een komt het ander.

Bohemien

Vincent Theunissen, een schilderij van zijn moeder

‘Ik ben geboren in Parijs, maar gemaakt in Amsterdam,’ vertelt Vincent Theunissen enthousiast in zijn overvolle woning in de Amsterdamse Schinkelbuurt. ‘Hier vlakbij eigenlijk, mijn moeder had namelijk een woninkje in de Eerste Schinkelstraat, boven Martin Brozius, de presentator van het tv-programma Ren je Rot, weet je nog?
In Frankrijk leidden mijn ouders als kunstenaars en bohemiens een turbulent leven, maar mijn vader bleek uiteindelijk niet zo’n lief mannetje te zijn en mijn moeder is met mij gevlucht, terug naar Amsterdam. Ze leven allebei niet meer, behalve dan in mij.
Ik heb twee halfzussen, met mijn jongere zus heb ik goed contact en ook met mijn zwager. Zij hebben mij vaak en goed geholpen en gesteund, het zijn hele wijze mensen.

Nieuw Veldzicht

Terug in Amsterdam kwam mijn moeder bij een psychiater te lopen en kon niet voor mij zorgen. Zo kwam ik via de kinderrechter in Nieuw Veldzicht terecht, een tehuis in Apeldoorn, aan de Amersfoortseweg 37, pal naast de Julianatoren, ik weet het nog precies. Mijn zus woonde toen vlakbij, in Nunspeet, daar ging ik naartoe als ik verlof had.
Ongeveer op mijn twaalfde, dertiende jaar, toen ik net in het kindertehuis was geplaatst, gingen mijn ogen feitelijk pas open. Eindelijk had ik een vaste, eigen plek. Ik ging voor het eerst echt naar school, ik kreeg genoeg eten, er werd voor mij gezorgd. Zowel geestelijk als lichamelijk had ik een groeiachterstand.

Vincent Theunissen in het tehuis in Apeldoorn

Onderzoeker

Als kind wilde ik uitvinder worden. Dingen onderzoeken, uitvinden hoe je apparaten moet maken, hoe dingen in elkaar zitten, dat heeft mij altijd geboeid. Soms vallen puzzelstukjes vanzelf op hun plek. Ik wil nu de kunst van mijn moeder online gaan zetten, dus komt het goed uit dat ik een beetje handig ben met computers. Mijn moeder leeft in mij. Zij heeft heel veel schilderijen gemaakt en ik ga die nu delen.
Mijn moeder zei altijd over haar schilderijen: als je er een centje mee kunt verdienen, moet je het teruggeven aan de wereld. Ze bedoelde daarmee aan mensen die het nodig hebben, zoals arme kinderen. Ik hoef er zelf niks aan te verdienen, ik ben financieel onafhankelijk.

Vincent Theunissen in zijn huis

Religie

Veel van haar kunst heeft met het geloof te maken, met het kruis. Zij was een hele gelovige vrouw, haar bijbel heb ik nog. Zelf ben ik eigenlijk ook religieus, ik kan alleen niet kiezen tussen alle overtuigingen, ik snoep overal een beetje van. Ik houd van de mix, dat is de dj in mij. Zo ben ik eventjes bij de Scientology geweest, been there, done that. Het gaat er maar om in hoeverre jij wilt toepassen wat zij zeggen, hoever je zelf wilt gaan. Ik heb er van geleerd.

Mannetje

Toen ik eenmaal op school zat, was de vraag: wat ga je doen? Het bleek dat ik best wel creatief was, ik wilde dingen maken, dus ik kwam op de LTS terecht, ergens halverwege het derde jaar. De metaalsector en mechanische techniek, dat trok mij aan.
Ik was heel klein, ik had op de een of andere manier niet zo’n goede naam, misschien vanwege het tehuis en alle hommeles, ik zat ook met rampgajes in de klas, dus de leraren hadden een houding van: wat moet dat mannetje hier? Maar voor mijn eerste werkstuk kreeg ik meteen een 8. Bleek het mannetje toch iets te kunnen. Zo krijg je zelfvertrouwen.
Ik was heel precies, ik kon op een halve millimeter nauwkeurig tekenen en werken.

Alles kunnen

Na mijn diploma ben ik meteen gaan werken, displays maken voor de cosmetische industrie. Je wilt toch een centje hebben. Ik zat toen op een kamer met begeleid wonen in Apeldoorn, vlakbij de Naald. Daarna heb ik van alles gedaan: stratenmaker, elektronische apparaten repareren, in de koelmeubelindustrie, dat is ook mooi hoor, alles in RVS. Weet je waar dat voor staat? Roestvast, de meeste mensen zeggen roestvrij, maar het staal kan wel degelijk roesten hoor. Ik heb bij de technische dienst gewerkt van een verzorgingstehuis, met zo’n pieper op zak. Kraan repareren, schilderijtje ophangen, dankbare mensen. Overal steek je wat op, ik wilde graag veel leren en alles kunnen. Zo ben ik ook gecertificeerd lasser.

Da Vincio

Ik ben ook een hele tijd als eigen baas gewerkt, in de bouw, als aannemer. Klussenbedrijf Da Vincio heette dat, met een Kamer van Koophandelnummer, een advertentie in de Gouden Gids, noem maar op. Daar kon ik goed van leven als ZZP’er. Alles deed ik: klussen, timmerwerk, schilderen, elektra, ik ben een Pietje Precies. Alleen behangen, daar heb ik een hekel aan, dat besteedde ik altijd uit. Dakreparaties zijn altijd lastig, je weet nooit precies waar zo’n lek zit. Als het wat groter werd, huurde ik gewoon een maatje in. We hebben bijvoorbeeld het pand gerenoveerd in de Gerard Doustraat waar André Hazes vroeger woonde. Daar ben ik best trots op. Dat zie je in die film over zijn leven, als ze teruggaan naar zijn ouderlijk huis.

Engel

Maar ja, toen kreeg ik een bedrijfsongeval, ik was niet verzekerd, dan ben je even uitgewerkt. Ik was aan het lassen en slijpen en kreeg zo’n grote stalen splinter in mijn oog, dat ik dacht, ik loop toch even naar het ziekenhuis. Daar ben ik meteen geopereerd. Het voelt alsof er de hele tijd zand in je oog zit, een onprettige zeurende pijn. Eerst zou ik niet meer kunnen zien met dat oog, maar inmiddels heb ik bijna 70% van het zicht terug. Een engeltje op mijn schouder, hè. Ik heb al heel wat ongelukjes gehad met werken maar heb steeds geluk.

Mantelzorg

Ik ben weer terug naar Amsterdam gegaan om voor mijn moeder te zorgen, die woonde toen op de Schinkelhavenkade tegenover het Vondelpark, dat is hier vlakbij. Dat heb ik negen jaar gedaan. Ik mocht er helaas niet blijven wonen toen zij overleed aan het K-woord en nu woon ik alweer negen jaar hier. De dag na haar overlijden op 7 augustus 2009 ben ik naar DJ Dano House Junkies 25th anniversary in Paradiso geweest, ik heb het kaartje nog.

Begeleiding

Op een gegeven moment ging het hier niet goed, er kwamen allerlei mensen over de vloer, ik kon niet meer goed voor mezelf zorgen, het werd een beetje een zooitje. Verwaarlozen gaat best snel hoor. Dat wilde ik niet meer. Toen heb ik ongeveer vier jaar geleden begeleiding gekregen van BW Zuid en nu ben ik daar gelukkig helemaal uit. Ik ben heel content met mijn begeleidster. Carolien is een heel aardig mens, ze komt één keer per week langs. Dat geeft me de stimulans om gewone dingen te doen. We babbelen veel, we nemen samen de week door, ze helpt me bij dingen.

Niet pochen

Ik werk nu aan het leven. Ik probeer niet pocherig te doen, ik probeer nederig te zijn. Bescheiden ook, dat is een hele kunst hoor. Ik ben wie ik ben, ik hoef niemand wat te bewijzen, behalve mezelf. Mary’s Meals vind ik een mooi initiatief, dat ondersteun ik. Heel simpel, eten voor arme kinderen. De wereld verbeteren met liefde, daar is niks mis mee.

Omgeving

Ha, daar hebben we Poezewoep, [er komt een kat de kamer binnenlopen, red.] een van de nieuwsgieriger exemplaren. Er komen veel katten in de achtertuin, sommige komen even binnen kijken. Je omgeving is belangrijk, ik ken bijna iedereen hier in de buurt, ook de jongeren, het is een leuk divers buurtje. Daarom kijk ik ook altijd naar het nieuws, ik wil aansluiting houden met wat er om mij heen gebeurt, in het groot en het klein.
Voorlopig ga ik hier niet weg.

Verzamelen

Ik ben best goed in dingen vinden, ik vind dat leuk. Wat je allemaal niet tegenkomt op straat, echt de mooiste spullen. Je krijgt er oog voor. Ik heb al in geen tien jaar kleren gekocht, vinden is leuker. Er zijn hier veel spullen, maar het is schoon. Het is mooi om dingen die voor een ander zo onbelangrijk zijn dat ze worden weggegooid tot leven te wekken. Gewoon door het te repareren bijvoorbeeld, maar ook door er iets anders van te maken.
Je moet er natuurlijk aardigheid in hebben en ik vind het leuk om een goed werkende IBM 286 te hebben en een Commodore 64. Noem het jeugdsentiment.

App

Weet je wat, ik ga een G-app ontwikkelen. Met als slogan: Hoeveel G’s heb jij gehad vandaag? Genieten, goed, gezond, graag gedaan, geen gezeur, Gall & Gall, genoeg, geloof, gezegend, geluk en ga zo maar door. Gooi het in de groep. De mogelijkheden zijn eindeloos. Ben ik toch nog uitvinder geworden!

 

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.