Verhalen

Een hond snapt je

Tags: huisdier
02 november, 2011

HVO-Querido vangt geen dieren op, daar zijn immers gespecialiseerde instanties voor. Maar wie wel eens op de afdelingen komt, weet dat bewoners desondanks een boeiende en bloeiende schare aan huisdieren herbergen. Van goudvissen tot kanaries, van wilde katten tot tamme ratten. Deze keer een portret van een hond en een hamster van de Wassenaar Obdamstraat.

Bij ons pand voor begeleid wonen aan de Wassenaar Obdamstraat, meestal kortweg WOB genoemd, woont Erik Blom (Amsterdam, 1968). Erik Blom: ‘Ik ben opgegroeid in de Indische buurt met mijn moeder en mijn zus. Mijn moeder was een hippie, mijn vader was afwezig. Ik wilde vroeger cameraman worden, totdat de muziek in mijn leven kwam, al heel jong. Eerst gitaar, later bas, je komt in bandjes terecht en dat heeft een groot deel van mijn leven bepaald. School niet afgemaakt. Ik ging liever met een busje optreden in Denemarken. Alcohol, cocaïne. In de keerzijde van de muziekscene heb ik veel verkeerde beslissingen genomen. Toen raakte ik dakloos. Schiphol, het Passantenverblijf, het Leger des Heils, zolderkamertjes, bootjes, krotten, het hele circus.
In de opvang word je altijd een beetje over één kam geschoren. Toch zal ik het best missen als ik hier weg ga. Je maakt een praatje, je drinkt eens met iemand koffie. Mijn kinderen zijn hier gewend. Ik woon er nu ruim drie jaar. Over zes maanden ga ik op mezelf wonen met nog een jaar begeleiding, afhankelijk van wat je nodig hebt, en dan ga ik helemaal los van HVO-Querido.

Weekendhond

Ik speel nog steeds, weer met dezelfde jongens als toen. Snoeiharde trash metal. Kingdom of Genocide heten we, K of G. We hebben net een cd uitgebracht. Het is gewoon voor de lol hoor, niet serieus. Biertje erbij, nou ja, ik dan niet, en gaan. Trash metal is een beetje los hè, een beetje met het punkgevoel. We zijn allemaal tussen de 40 en de 50, we treden al ons hele leven op. Het is een escape. Van je werk, van HVO-Querido, van alles eigenlijk. Het is nu geen sex, drugs en rock ‘n roll meer, ik zit niet meer in de scene, we gaan allemaal fris naar huis. Je moet de volgende dag weer werken. Ik werk twee nu dagen per week als kok bij de kwekerij in Osdorp. Met een collega koken we voor vijftig man.
Ik heb een dochter, Joya, van 21 en twee zoons, David en Ismael van 10, de een speelt saxofoon, de ander drums. Ik ga met alle drie goed om. De jongens zijn vaak in het weekend bij mij, samen met onze hond Ascha, die is 11, die was er eerder dan de kinderen. Het is mijn weekendhond.

Erik Blom met zijn zonen (midden), een vriendje van de zonen en zijn hond

Erik Blom met zijn zonen (midden), een vriendje van de zonen en zijn hond bij de Jacob van Wassenaar Obdamstraat

Die vent van

Wij hebben vroeger altijd dieren gehad. Katten, cavia’s, honden, noem maar op. Ik heb nu een hamster, Sammie de Tweede, dat is omdat ik vroeger een rat had die Sam heette. Het mooie van dieren is dat je nooit in een leeg huis terecht komt. Zo’n beest loopt rond en komt altijd op je af. Je weet niet altijd wat hij wil, maar hij zoekt contact en is enthousiast. Als de hond weg is, vind ik het erg stil. Dat heb ik ook met de kinderen heel erg. Gelukkig zijn ze vaak hier.
Het leuke van een hond is: als je verdrietig bent, snapt hij je. Hij geeft steun en ook een zekere rust. Je moet er zeker drie keer per dag uit. Ik heb pas ontdekt hoe mooi deze buurt is door het lopen met de hond. Je komt dan ook mensen tegen. Ik ben in de buurt die vent van die kinderen en die hond. Als ik op mezelf woon, gaat de hond gewoon mee. Ik hoop dat hij heel oud wordt, hij is nog vitaal. Je moet wel geld hebben, voor eten en medicijnen.

Erik en zijn hamster

Erik en zijn hamster

Snoep

Mijn zoons wonen in Wilnis met mijn ex, met wie ik gelukkig ook goed omga. Zij heeft alles van dichtbij meegemaakt en heeft altijd geloofd dat mijn hart op de goede plaats zit. Ik kom er ook regelmatig, het is heel mooi en groen, ik noem het mijn buitenhuis. In Wilnis ken ik ook bijna iedereen met een hond. Het is een dorp, nogal klein en gesloten. Hier leren mijn kinderen omgaan met mensen die zwart zijn, of Arabisch of anders. Dat is eigenlijk wel goed.
Er zijn meer mensen met kinderen hier in huis. Die kinderen wonen hier natuurlijk niet, maar ze komen op bezoek. Dat geeft rust en gezelligheid en bevordert de sfeer. Mijn kinderen krijgen alleen veel te veel snoep van iedereen.’

Naschrift: de hamster is inmiddels overleden.

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.