Ariane Olsthoorn (1979) woont al geruime tijd in De Baarsjes, in een mooie, brede straat in de stijl van de Amsterdamse School met veel bomen. Zij krijgt ambulante begeleiding van HVO-Querido.
Ariane groeide op in de Amsterdamse Watergraafsmeer, waar zij eerst op de Zilvermeeuw zat, die later de 5e Montessorischool is gaan heten, en daarna op de Lidwinaschool. Haar beide ouders waren kunstschilder. ‘Dus ik kom uit een bijstandsgezin,’ vertelt Ariane onomwonden, ‘we hoeven het niet mooier te maken dan het is. Als kind heb ik nooit veel luxe gehad. Als ik bij vriendinnen of vrienden kwam met ouders met “gewoon” werk, dan hadden die altijd meer en mooiere spullen. Maar ik had wel genoeg te eten, een dak boven mijn hoofd en zelfs wij gingen in de zomer met vakantie.
Mijn vader, Hans Olsthoorn, is zeven jaar geleden overleden, hij zou juist vandaag 75 geworden zijn. [De twee portretten bij dit artikel zijn gemaakt door Hans Olsthoorn] We hebben toen een expositie georganiseerd en veel van zijn werk weggegeven. Ik heb hier nog dingen van hem staan die ik nog steeds moet ophangen.
Met Thomas, mijn broer, heb ik goed contact, we bellen zo nu en dan, we zien elkaar op verjaardagen of gaan samen naar mama toe. Familie is belangrijk voor mij.
Koken
Ik wilde als kind altijd graag kokkin worden, ik houd erg van koken en ik kan het ook goed, als ik de mensen om mij heen mag geloven. Mijn lasagne heeft bijvoorbeeld altijd groot succes. Het is het leukst om voor andere mensen te koken en dan samen te eten. Dan kan ik letterlijk en figuurlijk opscheppen.
Maar kok worden is er niet van gekomen, ik heb een opleiding SPW [sociaalpedagogisch werk] gedaan en een jaar of tien als groepsleidster in de buitenschoolse opvang gewerkt op verschillende plekken in Amsterdam.
Godin
Ik heb een poes, Isis. Zij is genoemd naar de Egyptische godin van de liefde en niet naar de terreurgroep. Ik heb wel heel even getwijfeld over die naam, maar ze komt niet buiten, dus ik hoef het niet over straat te roepen. En die naam past echt helemaal bij haar, toen ik haar voor het eerst zag, wist ik het meteen zeker: dat is Isis. Ik had haar ook Bast of Bastet kunnen noemen, dat is een Egyptische godin met het hoofd van een kat, maar Bast vind ik geen naam.
Voor de poes heb ik, op aanraden van mijn begeleider Niels, een verzekering afgesloten, want het kan veel kosten bij de dierenarts. Je moet het dan wel eerst voorschieten, maar daarna krijg je het terug.
De kat komt uit Winsum of all places in Groningen, het is echt een lief beestje, heel eigenzinnig. Een hond heeft een baas en een kat heeft een knecht, dat is echt zo.
Op straat
Ik woon al bijna negen jaar via HVO-Querido. Ik had een huis in Venserpolder en daar ben ik uitgezet vanwege schulden. Dat kwam omdat ik mijn baan kwijt raakte en een hele tijd geen bijstand kreeg. Ik kon niks meer betalen, behalve wat boodschappen. Mijn post durfde ik niet meer open te maken, want ik wist gewoon dat er weer een rekening in zat. Toen werd de stroom afgesloten en dan kwam er weer zo’n deurwaarder, ik vond dat heel vervelend en stressvol. Ik bleef zo lang mogelijk volhouden dat het allemaal wel meeviel. Uiteindelijk moest ik eruit. Gelukkig heb ik nog wat spullen in de opslag kunnen stallen, anders was alles op straat gekomen en was ik het kwijt.
Toen zat ik op mijn 27e weer bij mijn ouders, dat is ook niet je van het.
Via maatschappelijk werk ben ik toen bij BWA [Begeleid Wonen Amsterdam, een voormalige afdeling van HVO-Querido, red.] terecht gekomen aan de Nieuwezijds Voorburgwal. Bella Langestraat is heel lang mijn begeleider geweest, een aardige vrouw. En nu heb ik Niels, hij helpt mij ook heel goed, ik ben heel blij met hem. Hij helpt mij bijvoorbeeld bij het omgaan met allerlei instanties, dan bellen we daar samen naartoe. Bij de begeleiding kan het over alles gaan. Over de administratie bijhouden, maar ook als ik ergens mee zit, kan ik daarmee bij hem terecht. Eens in de twee weken komt hij hier op bezoek.
Druk
Ik heb myotone dystrofie, dat is een erfelijke, progressieve spierziekte. Daar zijn ze bij mij in 1992 achter gekomen. Mijn vader was drager en ik heb het. Ongeveer één op de achtduizend mensen heeft dat. Het toevallige is dat mijn hartsvriendin het ook heeft en ze was al mijn beste vriendin voordat de ziekte zich openbaarde.
Door die ziekte heb ik vaak weinig energie, dat is een van de symptomen. Fietsen gaat nog vrij goed, maar lopen gaat steeds slechter. ’s Ochtends om acht uur sta ik op, dan heb ik vaak een afspraak met de verpleegkundige of ik ga naar de revalidatiearts aan de Overtoom. Ik loop ook bij een cardioloog en een neuroloog. Dan doe ik boodschappen en één keer per week ga ik naar de Voedselbank. Dan kruip ik thuis even achter de computer voor mijn mail of een game of zoiets. Na de afwas, want die doe ik altijd overdag, ’s avonds heb ik daar geen puf voor, moet ik voor het koken en eten vaak even rusten.
Als werkeloze heb ik het eigenlijk heel druk, drukker dan menig mens. Ik blijf positief. Nu ben ik bijvoorbeeld alweer een jaar overblijfjuf op de 2e Daltonschool in Amsterdam Zuid, naast het Hilton. Het is maar twee uurtjes per week en het is vrijwilligerswerk, maar toch.’
Un porte bonheur
Op dat moment landt er een lieveheersbeestje op Arianes arm. Zij blaast het beestje heel voorzichtig en zorgvuldig weg, uit het raam. ‘Nu wordt het morgen mooi weer, want lieveheersbeestjes brengen geluk, “la coccinelle est un porte bonheur,” dat zei mijn moeder altijd, mama is Frans. Ik ben tweetalig opgevoed, de eerste paar jaar spraken mijn ouders alleen Frans.
Ik houd van muziek, ik heb een vrij brede smaak vind ik zelf, van oude rock, Santana, Jimi Hendrix, tot metal, zoals Black Sabbath en Metallica, daar kom ik van tot rust. Maar ook old school hiphop vind ik tof. Het hangt er vanaf hoe ik me voel.
Qua films ben ik een echte horror buff. Ook lees ik graag, Isabel Allende, Virginina Andrews, fantasy, maar Thea Beckman vind ik ook heel mooi, dat zijn dan wel kinderboeken, maar wow, wat goed.
Mensen die oneerlijk zijn, daar kan ik absoluut niet tegen. Ik heb er ook een hekel aan als mensen mij gaan vertellen wat ik moet doen. De enige die dat mag is mijn moeder en zelfs naar haar luister ik lang niet altijd. Het is mijn leven!
Om hulp leren vragen
Wat ik in het leven heb geleerd is doorzetten, niet opgeven. Van de begeleiding heb ik bovendien geleerd dat ik niet bang moet zijn, niet moet schromen, om hulp te vragen. Ik kan nu mijn trots opzij zetten als dat moet. En afspraken nakomen, dat gaat ook steeds beter. Ik was altijd nogal goed in dingen uitstellen, maar ik wil nooit meer uit mijn huis worden gezet. Nooit. Ik heb nu mijn huis op orde, mijn financiën komen langzaamaan op orde, ik krijg zelfs mijn leven min of meer op orde. Ooit wil ik het huis op mijn eigen naam hebben, maar nu nog niet. Of een jaar of drie hoop ik schuldenvrij te zijn. Ik vind de begeleiding nu nog een veilige en prettige stok achter de deur.
Ik blijf hier wonen tot ik de trap niet meer op kan komen. Je krijgt mij met geen stok Amsterdam uit, of je moet met een mooi appartement in Parijs aankomen.
Het is best lastig om van weinig geld rond te komen. Als ik de vaste lasten heb betaald, houd ik ongeveer veertig euro per week over. Van mijn vrijwilligersvergoeding koop ik eten voor de kat. Ik kan bijvoorbeeld niet zelf met vakantie gaan, maar gelukkig heb ik een hele lieve vriendin die mij wel eens ergens mee naar toe neemt.
Uit het labyrint
Ik ben erg geïnteresseerd in mythologie, Egyptisch, Noors en vooral de Griekse. Van mijn Franse oma kreeg ik als kind ooit een boek met mooie antieke verhalen, met zo mogelijk nog mooiere prenten daarin. Vooral die van Zeus en Thetis was prachtig, die zie ik zo voor me. Die verhalen hebben diepe indruk op mij gemaakt en dat is eigenlijk nooit meer overgegaan. Ik ben gaan zoeken en gaan lezen. Ik houd ook van Nederlandse volkssagen zoals de witte wieven, maar van de Griekse weet ik het meest. Graag zou ik een keer naar Griekenland gaan en de tempels van de goden bezoeken. Toch even kijken of ze er echt wonen. Mijn naam Ariane komt ook van de Griekse mythologie. Als Ariadne heb ik Theseus het zwaard gegeven om de Minotaurus te verslaan en een draad om uit het labyrint te ontsnappen. Daarna heeft ie me in de steek gelaten, de klootzak. Toen ben ik maar met Dionysus getrouwd.’