Verhalen

Bescherm de kinderen

29 april, 2019

De sfeer is warm en huiselijk, met heel veel groene planten, kleurige vlaggen, gedempt licht, alles netjes in de verf en smaakvolle meubels. Manu Kingma (1987) woont nu ruim een jaar in de Amsterdamse Diamantbuurt, waar hij in het kader van de Top600 wordt begeleid door HVO-Querido. Hij heeft duidelijk zijn stempel op de woning gezet, zijn huis is echt een thuis.

Zelf relativeert Manu, een geboren en getogen Amsterdammer met een AFCA-hoodie, het liefst zijn eigen inbreng. ‘Veel van de spullen die je hier ziet, komen gewoon van de straat. Mensen gooien de gekste dingen weg. Maar niet alles is oud. Ik heb bijvoorbeeld wel een goede, nieuwe koelkast gekocht. Ik wil geen hoge energierekening.’
Manu groeide op in Amsterdam Zuid en Diemen en heeft geen enkele opleiding afgemaakt. ‘Destijds werd je behoorlijk gepest als je, zoals ik, twee moeders had, in plaats van een vader en een moeder. Mijn moeder was lesbisch en arm. Alle kinderen hadden mooie kleren van dure merken en ik had een broek met scheuren. Dat vond iedereen gek. Ik werd overal weggestuurd en daar werd ik dan weer gewelddadig van. Alles wat ik weet, heb ik mezelf aangeleerd. Op straat. Ik ben een gewone jongen, maar ik kan lezen en schrijven in vier talen.

Creatief

Vroeger, als kind op straat, wilde ik crimineel worden. Waarom zou je voor een belazerd salaris gaan werken als het ook anders kan? Nu denk ik daar anders over. Eerst werken als je iets wilt hebben, dat vind ik een goede mentaliteit. Ik heb nog normen en waarden meegekregen. Zelf werk ik nu inmiddels vijf dagen per week bij Kwekerij Osdorp, dat is eerlijk werk. Qua gebruik ben ik gestopt met alles, ik had er geen zin meer in.
Ik heb best een breed netwerk. Dat heb ik zelf opgebouwd. Veel van mijn vrienden zijn muzikanten. Zelf maak ik geen muziek, maar ik heb er wel gevoel voor, ik heb een creatieve instelling. Ik houd van verschillende muziek: jazz, rock, samba, rap, dancehall, noem maar op. Met mijn vrienden luister ik naar muziek, praten we over filosofische dingen en hebben we gewoon lol.

Manu met zijn begeleidster Natalia

Manu met zijn begeleidster Natalia

Schande

Ik leefde vanaf mijn twaalfde op straat en had niets te verliezen. Lekker kind zijn was er niet bij. Geld maken om te overleven en naar de bibliotheek om mezelf dingen te leren. Van drugs verkopen aan toeristen leer je ook Engels. Ik ben er niet trots op, ik ben zo geworden, ik kreeg niet de juiste kansen. We leven in een maatschappij waar het recht van de sterkste geldt. Ik ben verwaarloosd door het systeem. Dacht je dat ik de enige was die als kind op straat leefde? Destijds waren er al zo’n drieduizend jongeren op straat. Kinderen met helemaal niks, geen school, geen moer. Met bloed, zweet en tranen ben ik er gekomen.
Nog altijd lopen en duizenden kinderen op straat, net als ik destijds. Het is een schande, echt een grote schande. Zeker voor een welvarend land als Nederland. Schaam jezelf, zeg ik. Kinderen horen niet op straat te leven. Bescherm de kinderen, daar gaat het om, kinderen zijn de basis, zij zijn de toekomst. Als je nooit kind hebt kunnen wezen, kun je geen mens zijn. Nu hoor je ineens veel over het kinderpardon, prima. Maar aan al die kinderen op straat doet niemand iets.

Achterstand

Als je in de bajes zit, loop je een achterstand op. Een achterstand op sociaal gebied, met relaties, met ervaring, je bouwt geen arbeidservaring op, je wordt er niks wijzer van, je hebt er helemaal niks aan. Niks. En als je maar genoeg maatschappelijke problemen opstapelt, krijg je vanzelf ook psychische problemen.
Ik moet zoveel schade inhalen, de achterstand is groot, misschien wel te groot. Jarenlang ben ik verbannen uit de maatschappij geweest. De tijd dat je vastzit gaat verloren, de wereld gaat gewoon door. Je hebt dan moeite je aan te passen en mee te doen. Maar dat moet wel, je kunt geen tegen-raddraaier zijn.

Manu met begeleidster Natalia

Radicaliseren

Dan kom je net uit de bajes. Dakloos. Je slaapt noodgedwongen op een bankje. En ja hoor, handhaving, controle en hup, een boete. Lik op stukbeleid heet dat, nou dat werkt dus echt niet, het geeft alleen een negatief domino-effect, meer niet.
Ongeveer acht jaar van mijn leven heb ik bij elkaar in de bajes gezeten. Drie jaar in Nederland en vijf jaar in Brazilië. Dat is geen pretje hoor, daar word je niet echt blij van.
Criminaliteit, daar ben ik nu helemaal klaar mee. Als ik geld nodig heb, dan ga ik werken.
Ik was een bendeleider, echt een hell raiser. Het was pure terreur. Manipuleren kon ik als de beste. We deden wat we wilden, we pakten wat we wilden. Het was gewoon haat tegen de maatschappij, besef ik nu. Feitelijk was ik aan het radicaliseren.

Gewoon

Ik zie de dingen om mij heen realistisch. Niet mooier of erger dan het is, ik kijk er gewoon op een reële manier naar. Mijn manier van doen en laten kom je steeds minder tegen. Ik voel me een gewone jongen, maar ik ben een eenling tussen duizenden. Ik word snel voor raar aangezien en ik voel me ook niet altijd echt een onderdeel van de samenleving. Ik heb soms het idee in een soort niemandsland te leven.

Gemengd

Waar vind je nog een echte volksbuurt in Amsterdam? He kapitalisme viert hoogtij en maakt iedereen corrupt. Ikke, ikke en de rest kan stikken. Zelfs in mijn wijk zie je steeds meer yuppen. Als er een café wordt geopend, is het een zaak waar ze vijf euro voor een biertje vragen. Veel mensen zitten vast in de molen van de armoede. Je moet als stad geen rijke en arme buurten maken, je moet juist alles mengen, daar worden alle partijen beter van.

Begeleiding

De begeleiding helpt mij met bureaucratische zaken, met financiën en schulden en zo, de boel in kaart brengen, aanvragen doen. Zij leren mij ook belangrijke dingen. Als zij er niet waren geweest, had ik dit hier nooit voor elkaar kunnen krijgen, dan had ik niet geweten hoe dat moet.’
‘Manu doet het echt goed,’ vertelt zijn persoonlijk begeleider Natalia da Silva Sousa, ‘hij maakt op tijd de goede keuzes en hij gaat er echt voor 100% voor.’

Nieges

‘Ik had veel eerder een huis moeten hebben,’ besluit Manu, ‘dan had ik de maatschappij veel ellende bespaard. Een eigen plek hebben, ’s ochtends de deur uitgaan naar je werk. Dat is een andere manier om het leven te benaderen. Nieges heb je overal.
Ik zou iets met mijn handen willen doen en met talen. Met een baan heb je een stramien, iets om aan vast te houden.’

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.