Verhalen

Altijd gezellig bij De Vaart

Tags: de vaart
17 december, 2010

Nico van der Meer (1950) woont nu bijna twee jaar in De Vaart, een pensiontehuis voor veertig bewoners, vlakbij het Scheepvaartmuseum in het centrum van Amsterdam. Daarvoor woonde hij in het Passantenhotel van HVO-Querido, daarvoor in de Gastenburgh van het Leger des Heils, daarvoor op straat en daarvoor overal.

Hoewel hij is Delft is geboren, is zijn tongval onvervalst Haags. Nico van der Meer: ‘Ik heb altijd zelfstandig gewerkt, in de bouw. Eigen bedrijf, funderingen deden we en verdienden goed. In Amerika en door heel Europa. Ik heb altijd Mercedes gereden. Maar ja, een scheiding en toen kreeg ik ook nog bloedproppen in mijn kop en raakte ik de weg kwijt. Het was zowat afgelopen met me.’

Mercedes

Meneer Van der Meer is goed te spreken over De Vaart. ‘Het is gigantisch hier, echt top. Ik kwam hier met mijn hele hebben en houden in twee plastic zakkies en nu heb ik een eigen appartement met van alles erop en eraan. Ik heb een zoon van 31, die zit ook in de bouw, verdient goed, die heeft een huis, dat wil je niet weten, maar hij rijdt geen Mercedes, hij is zuiniger dan zijn vader. Mijn zoon komt hier gewoon op bezoek, je hoeft je hier niet te schamen als je iemand ontvangt.’

Nico van der Meer bij De Vaart

Nico van der Meer bij De Vaart

Chinees

Momenteel is HVO-Querido bezig de veertig wooneenheden van De Vaart te voorzien van nieuwe keukens, zodat bewoners beter in staat zijn zelfstandig in hun maaltijden te voorzien. Meneer Van der Meer juicht dit toe. Zijn woning is al verbouwd. ‘Kijk, het is heel simpel, smaken verschillen. Nu kan je zelf eens wat maken. Ik bak sudderlappen, biefstuk, Hollandse kost. Ik eet ook graag nasi hoor, maar dat haal ik bij de Chinees, die kan dat veel beter klaarmaken. En tussen de middag kun je een eitje bakken of een worstje. Weet je wat heel lekker is uit de magnetron? Bapao, een broodje uit Indonesië. Ze doen hier leuke dingen met de feestdagen voor bewoners, dat is allemaal toppie. Het personeel eet zelf ook mee, met zijn allen, dat is altijd gezellig.

Goed geregeld

Het is in Nederland behoorlijk goed geregeld voor daklozen. Vooral de laatste jaren is het beter geworden. Waar tref je dat nou zo aan? Een groot huis of op straat? Vergeleken met vroeger kan ik nu al met heel weinig tevreden zijn. Er komen hier vrienden over de vloer. Een babbeltje, een biertje. Ik draai graag plaatjes, ik train mijn kop met sudoku. Ik ben gauw tevreden. Het ligt aan je eigen instelling. Wat moet je dan? Ik wil in Amsterdam blijven wonen, meer op mezelf. Overal, behalve in de Bijlmer. Het is moeilijk, maar ik wil mezelf dwingen het te doen.’

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.