Verhalen

Speler met smaak

20 oktober, 2016

Bart Rozendaal (1977) woont bij Beschermd wonen Zuid van HVO-Querido en werkt als brouwer bij bierbrouwerij De Prael aan de Oudezijds Voorburgwal in de Amsterdamse binnenstad. Bart neemt het brouwen van bier zeer serieus, het is dan ook geen vrijblijvende dagbesteding, maar serieus en betaald vakwerk voor 36 uur per week.

We spreken af met Bart bij Brouwerij De Prael, na afloop van zijn werkdag. Maar als we aankomen is hij ondanks dat nog niet klaar met zijn werk, hij zit namelijk op duizend liter puur regenwater te wachten, uiteraard om bier van te brouwen. ‘Dat biertje heet Hemelswater, dat past prima bij ons klimaat waarin het genoeg regent. Zo doen we er iets nuttigs mee.’

Bart Rozendaal

Niet coherent

Bart Rozendaal werd geboren in Amsterdam, groeide op in Duivendrecht en Ouderkerk en bezocht het Haarlemmermeer Lyceum in Hoofddorp. ‘Er was weinig dat me kon boeien op school,’ vertelt hij, ‘alleen de computer een beetje, een oude IBM 386, ik heb mezelf geleerd hoe dat werkt. Even dacht ik toen dat elektrotechniek iets voor mij was, maar dat was niet zo. Na de vierde klas van de havo ben ik min of meer aan lager wal geraakt, echt een klotetijd. Ik was één grote mess, totaal niet coherent. Via een vriendelijke christelijke meneer kwam ik bij een Rehab ‘met de bijbel.’ Na vier jaar kwam ik erachter dat het niet alleen de drugs waren die me zo maakten. Uiteindelijk ben ik in een kliniek in Amsterdam West beland.

Goede sfeer

In 2002 ben ik bij de brouwerij begonnen, eigenlijk vanaf de start. Ik deed ergens dagbesteding, dat beviel me maar matig. Fer en Arno (Fer Kok en Arno Kooy, de oprichters van de Prael, red.) vroegen of ik mee wilde doen. Breng geen CV mee, zeiden ze erbij, die mentaliteit sprak me aan en ik ben niet meer weggegaan. Van de Rehab naar een bierbrouwerij, daar moest ik ook wel om lachen. Het is hier soms een chaotisch bedrijf, maar er heerst altijd een goede, collegiale sfeer.
We begonnen in Amsterdam West, op een bedrijventerrein. Helemaal in het begin heetten we een blauwe maandag De Parel, maar er was al een bier van Budels dat zo heet, dus toen is het De Prael geworden, een anagram. Nu zitten we midden in de stad.

Kleine brouwerij

Ik kwam, ik zag en ik overwon. Op een gegeven moment stond ik gewoon alles te doen wat er de brouwerij moest gebeuren, toen voelde ik dat ik op mijn plek was. Als brouwer ben ik een autodidact. Het is een prachtig en boeiend vak. Ik heb hier heel veel vrijheid om dingen te proberen. Fouten maken mag. Zo blijf ik altijd in ontwikkeling.
We hebben het tij nu mee. Kleine brouwerijen zijn momenteel hip en ambachtelijk en lokaal bier is behoorlijk gewild. In de veertien jaar dat ik hier werk, zijn er wel honderd kleine brouwerijen bijgekomen in Nederland.

Graan

Zelf drink ik weinig. Ik proef natuurlijk wel eens wat en na mijn werk neem ik soms een biertje, net wat er is in de tijd van het jaar. Een Rochefort 10 bijvoorbeeld, dat is een van mijn favorieten, daar word ik letterlijk warm van. Dortmunder, een Duitse klassieker, vind ik ook fijn een fijn type bier, een beetje bitter en lekker droog, alsof je midden in een graanveld zit. Dort maken wij natuurlijk ook.
Ik was de eerste die bij ons IPA is gaan brouwen. In dit seizoen brouwen we weer ons herfstbok, complex van smaak en met veel body. Er is altijd leven in de brouwerij.

Passie

Bier brouwen is een bewerkelijk proces. Het is meer scheikunde dan romantiek. Je bent zeven tot acht uur bezig met een brouwsel en 80% van de tijd ben je aan het schoonmaken. Als brouwer begin je met een bier te klonen, dat is de basis. Je hebt een recept en je slaat aan het proberen. Je moet wel echt een passie voor het bierbrouwen hebben en die heb ik. Als ik een enkele keer wel eens op een bierfestival ben met collega’s, is er al snel een professionele klik, dan kan ik eindeloos over het vak praten.
Net als andere mensen zoek ik toch een soort trots in mijn werk.
Van al mijn werk houd ik een logboek bij, met recepten en experimenten, maar ook notities, berekeningen en invallen.

Nuttig

Er werken hier zo’n 130 vrijwilligers. Sommigen een paar uurtjes, anderen een paar dagen per week, we zijn een sociale firma, iedereen is hier welkom. Wij zijn weliswaar een non-profit stichting, maar voor elke cent moet worden gevochten. Zonder bier is er hier voor niemand werk, dus ik ben best wel nuttig. Ik voel me het motortje van De Prael.

Groeien

Bij HVO-Querido ben ik begonnen aan de Noordzijde. Toen zij gingen verhuizen naar de Hof van Socrates ben ik naar BW Zuid gegaan en daar woon ik nu zesenhalf jaar, met een groepje in De Pijp. Ik ben blij met de huidige situatie, ik heb een behoorlijke vriendenclub en woon ook nog eens samen met mijn vriendin, Francisca. Het is voor mij heel prettig om in een kleine groep te wonen. Groeien en jezelf ontwikkelen bij het werken en bij het wonen, dat geeft een goed gevoel en ik maak echt progressie.
In mijn vrije uren houd ik van een vaste indeling, maandagavond dit, dinsdagavond dat enzovoort. Elke zondag ga ik op bezoek bij mijn moeder, zij woont in het Judith van Swethuis.

Koken

Ik schijn ook lekker te kunnen koken, dat zeggen andere mensen tenminste. Na het bier is dat mijn tweede passie. Het liefst kook ik Surinaams. Altijd voor een grote groep. Bij een paar vaste toko’s rond de Albert Cuyp kennen ze mij inmiddels goed, ik koop altijd ruim in. “Ga je weer koken voor je weeshuis?,” vragen ze dan.
Ik houd er gewoon van om te spelen met smaak. In de keuken en in de brouwerij, zowel privé als in mijn werk.

Pensioen

Als ik ooit met pensioen ga, en ik heb wat centjes, dan zie ik mezelf ergens op een mooi wit strand, lekker weer, muziekje erbij, een klein brouwpannetje onder handbereik, want dat blijf ik natuurlijk gewoon doen, een beetje koken voor vrienden. Gezellig en lekker relaxed.’

 

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.