Verhalen

Zijn wie je bent

01 juni, 2015

Marieke Hartendorf is al bijna tien jaar een trouwe bezoeker van het Centrum Robert Koch van HVO-Querido, voorheen DAC Linnaeushof. Naast zingen in het koor van het centrum, is tekenen haar favoriete bezigheid. Hieronder vertelt zij waarom.

Marieke Hartendorf

Marieke Hartendorf

Marieke Hartendorf is in 1947 geboren in Nijmegen. ‘Mijn moeder vertelde vaak over het bombardement op Nijmegen dat zij heeft meegemaakt,’ vertelt Marieke Hartendorf, ‘dat was een foutje van de Amerikanen, die dachten dat ze al boven Duitsland waren.
Ik kom uit een warm nest, wij waren beslist niet rijk, mijn ouders waren keihard werkende mensen. Mijn vader was loodgieter, mijn moeder moest er ook bij werken. Wij waren met vier meisjes thuis en mijn ouders wilden dat wij het beter kregen dan zij. Mijn zusjes gingen naar de mulo en ik naar de mms, de middelbare meisjesschool, daar was mijn vader heel trots op.

Een echt beroep

Als kind was ik altijd bezig met tekenen en ook verhaaltjes schrijven. Ik wil graag illustratrice worden. Ik kom niet bepaald uit een artistiek milieu, er was bij ons thuis geen sprake van kunst of museumbezoek. We hadden wel een paar prentenboeken met mooie glimmende plaatjes. Mijn vader dacht dat je als kunstenaar geen droog brood verdiende, niet geheel ten onrechte waarschijnlijk, en toen zijn we er op uit gekomen dat ik tekenjuffrouw zou worden, dat was tenminste een echt beroep. Daarvoor heb ik een jaar de Katholieke Leergangen in Tilburg gevolgd, maar dat is helemaal misgegaan. Dat was heel veel technisch tekenen en daar wist ik niks van af. Uiteindelijk haalde ik alleen voor vrij tekenen wat punten en zou ik blijven zitten, maar er was geen geld om het over te doen.

Full moon Okarita Lagoon

Full moon Okarita Lagoon

Opgenomen

Toen heb ik in een heleboel verschillende baantjes gehad in Nijmegen en begonnen de toestanden, zoals ik het nu maar noem. Ik ben namelijk manisch depressief, maar dat wist ik toen niet. Ik was het natuurlijk al wel, het is namelijk aangeboren. Bij mij is de diagnose uiteindelijk pas in 1991 gesteld. Ik ben altijd vooral manisch geweest en heb maar één keer in mijn leven een echte depressie gehad. Het einde daarvan was heel gek, van de ene op de andere dag werd ik van heel depressief heel vrolijk.

Full moon, Okarita lagoon, krijt

Full moon, Okarita lagoon, krijt

Hippies

Na Tilburg, het was de tijd van flower power en hippies en ook ik deed alles wat God verboden had, ben ik een paar keer kort opgenomen geweest. Toen dachten ze dat het wel van de drugs zou komen. Ze gaven alles de schuld, maar niemand heeft toen goed naar mij gekeken. Achteraf denk ik dat ik al die drugs juist nam omdat ik manisch was en niet andersom. Nu gebeurt er niet meer zoveel met mij op dat vlak, ik slik braaf mijn pillen en ga even braaf op gesprek met psychiater nummero zoveel. Je wordt er hoogstens een beetje laconiek van na een tijdje. Ik heb al zoveel hulpverleners gehad. Zo moet je op gesprek bij de Riagg en dan heet zo’n instelling ineens weer heel anders.

Challenged by Neptune, I stay with the birds

Challenged by Neptune, I stay with the birds

Het huis uit

Challenged by Neptune, krijt

Challenged by Neptune, krijt

Openomen worden aan het eind van de jaren zestig was geen lolletje. Dat waren echt klinieken op zijn ergst, vastbinden, platspuiten, dat kun je je nu haast niet meer voorstellen. Coudewater bijvoorbeeld, bij Rosmalen, vond ik afschuwelijk. Ik beleefde het als een straf en liep telkens weg. Om vervolgens nog erger in de problemen te komen. Ik stond dan op de telex dus ik werd toch altijd weer opgepakt. Op mijn achttiende ben ik het huis uitgegaan. Dat was een vreselijke teleurstelling voor mijn vader, ik was tenslotte de dochter die kon leren en die een goede baan zou krijgen. Daar heb ik me nog een hele tijd schuldig om gevoeld.

Dream on the beach

Dream on the beach

Marrakech

Dream on the beach, krijt

Dream on the beach, krijt

Toen er weer een klein beetje rust in mijn leven leek te zijn, heb ik mijn diploma Kinderbescherming B gehaald en heb ik een tijd als groepsleidster gewerkt in een kindertehuis. Daarnaast volgde ik aanvullende opleidingen, zoals speltherapie en pedagogiek. Toen zat het me van de ene op de andere dag plotseling allemaal tot hier en wilde ik weg en iets heel anders. Ik ging veel uit, dansen, blowen, trippen en drinken. Ik had het idee dat ik naar Marrakech moest gaan, dat was een bijna magische bestemming in die tijd, maar Marokko heb ik nooit gehaald, ik kwam in Düsseldorf terecht, in een commune. Ik was toen heel erg in de war, ik wist soms niet eens meer hoe ik heette. Toen ben ik via een inrichting in Venray in Amsterdam terechtgekomen. Aan de Lauriergracht was een alternatief opvangcentrum. Daar zaten verslaafden, psychiatrische patiënten en zelfs gedeserteerde Vietnamveteranen door elkaar. Eens in de week kwam daar een arts van de GGD, Theo heette hij, en er was ook een hele lieve zuster, Mieke.

The lake and the bush queen, pen en krijt

The lake and the bush queen, pen en krijt

Groepsleidster

Daarna kreeg ik een piepklein woninkje in de Jordaan, vlakbij café De Prins. Dat was zo klein dat de huur minder dan vijftig gulden was. Later woonde ik daar vlakbij op een woonboot, heel primitief. Ik heb toen werk gevonden in een jongerencentrum in Huizen, Noord Holland, opnieuw als groepsleidster. Dat was soms behoorlijk heftig. Die jongeren waren meestal heel aardig, zeker als individu, maar soms konden ze ineens als groep enorm dwarsliggen en dan verbouwden ze letterlijk de tent. Op een gegeven moment kon ik er niet meer tegen en kwam ik in de ziektewet terecht. Privé was er ook van alles mis met mij, met de liefde en zo. Ik heb toen ontslag genomen, dat was achteraf heel stom, want zo had ik geen centen meer.

Keri Hulme en haar gedicht ‘Moons’

Keri Hulme en haar gedicht ‘Moons’

Naar Nieuw Zeeland

‘He moemoea’ (Maori – Hij droomt), gedicht van Keri Hulme

‘He moemoea’ (Maori – Hij droomt), gedicht van Keri Hulme

Ik besloot toen om naar Nieuw Zeeland te gaan, zo ver mogelijk weg, om nooit meer terug te komen. Een broer van mijn vader zat daar en zo begon ik in Invercargill en van daaruit heb ik rondgetrokken. In die periode was ik volgens mij echt knettergek, maar dat valt daar niet op want je hebt daar weinig mensen en in verhouding heel veel aparte, onaangepaste figuren. Je mag daar zijn wie je bent. Je kunt er net zo vrij zijn als in je verbeelding voor een leeg vel papier. Het zijn over het algemeen echt aardige mensen in Nieuw Zeeland. Op een gegeven moment kwam ik in Okarito, dat is een baai aan de westkust van het zuideiland. Prachtige natuur, ik woonde er in een voormalig huisje van goudzoekers, bijna voor niks.

Keri Hulme

De schrijfster Keri Hulme woonde ook in Okarito. Toen ik haar voor het eerst zag, wist ik niet of het een man of een vrouw was. Ze stond met grote laarzen in de zee en was behoorlijk stoer. Ze dronk als een kerel en rookte een pijp. Zij heeft me geleerd hoe ik mosselen kon vangen. Ik heb daar twee tekeningen gemaakt op basis van haar poëzie, vrij letterlijke weergaven van fragmenten uit die gedichten. Je weet nooit of je zo de betekenis benadert. Tijdens mijn verblijf in Nieuw Zeeland heb ik een schetsboek bijgehouden met tekeningen van mensen die ik ontmoette, van situaties en indrukken. Een aantal van die tekeningen ben ik nu, ruim dertig jaar later, opnieuw aan het uitwerken in vetkrijt. Niet in precies dezelfde vorm natuurlijk, dat zou geen uitdaging zijn, maar je kunt het oorspronkelijke beeld er wel heel goed in herkennen.

Woodworker and trees, pen en krijt

Woodworker and trees, pen en krijt

Magisch

Marieke Hartendorf in Nieuw Zeeland, 1982

Marieke Hartendorf in Nieuw Zeeland, 1982

Het grappige was, toen ik weer terug was in Nederland zag ik Keri Hulme op tv, want ze had toen net de Booker Prize gekregen voor The Bone People (in het Nederlands vertaald onder de titel Kerewin, naar de naam ban de hoofdpersoon, red.) en daar zat ze, bij Adriaan van Dis, met haar pijpje. Ik vind Kerewin een mooi boek, niet alleen omdat het gaat over een vrouw die schildert en haar verleden probeert te ontvluchten, maar ook omdat ik de sfeer herken. Nieuw Zeeland is een prachtig land, het is echt magisch, die natuur daar.
Ik heb in Nieuw Zeeland een man leren kennen, Allister heette hij, een visser, en hij wilde met mij trouwen. Hij is helaas verdronken, hij is van de loopplank gevallen. Iedereen zei dat ik er absoluut niks aan kon doen, maar ik voelde me toch op de een of andere manier schuldig en kon er in ieder geval niet meer blijven.

Fireplace and goldminer

Fireplace and goldminer

Rietveld

Sad hooker, Christchurch

Sad hooker, Christchurch

Terug in Nederland heb ik in de avonduren de Rietveld gedaan en ook afgemaakt. Daar heb ik nog les gehad van Peter van Straaten, dat was een van de weinige docenten die tekenen serieus nam, voor de anderen stond schilderen in veel hoger aanzien. En ik ben nu eenmaal een tekenaar. Ik heb nog een mooie pen van Peter van Straaten gekregen bij mijn afstuderen. Daarna zat ik opeens thuis en hoefde ik niks meer. Mijn moeder ging dood, mijn zusje is in die tijd veel te vroeg overleden en ik zat thuis niks te doen. Toen werd ik ook ziek, kanker. Twee keer. Daar ben ik gelukkig van genezen, maar ik heb nu wel een hoop andere fysieke toestanden, hartklachten, reuma, ik loop zowat de deur plat bij het AMC. Die ziekte en de onzekerheid, ga ik nu dood of niet, moest ik op de een of andere manier verwerken door iets om handen te hebben. Toen ben ik via Atelier K&K bij DAC Linnaeushof terecht gekomen, eind 2005 begin 2006, in eerste instantie bij de zanggroep van Lucas van Dongen, een aardige man, hij werkt gelukkig nog steeds hier, en zo langzamerhand kwam ik steeds vaker, leerde ik meer mensen kennen en ging ik hier ook andere dingen doen. Ik voel me hier op mijn gemak. Je kunt hier ook zijn wie je bent.

The waterfall shower

The waterfall shower

Mensen

We hadden hier tot voor kort een hele leuke tekendocente, Jet, zij hield van ons en wij hielden van haar, maar zij is nu helaas weg, er was geen geld meer voor. Als we bijvoorbeeld naar een museum gingen en er stond een enorme rij, dan had Jet geregeld dat we zo door konden lopen. Qua papieren zou ik het zelf kunnen doen, zo’n groep begeleiden bij het tekenen, maar ik wil de verantwoordelijkheid niet. Ik moet bovendien te vaak naar het ziekenhuis.
Ik heb altijd getekend, van jongs af aan. Wij hadden vroeger thuis een krant, De Gelderlander, en kinderen konden daar hun tekening naar opsturen. Ze hebben er ook een keer eentje van mij geplaatst, toen was iedereen super trots. Ik weet niet meer wat daar op stond, maar waarschijnlijk mensen. Mensen zijn mijn onderwerp, ook als ik iets anders teken, zoals rotsen of bomen, krijgen ze toch nog gezichten en andere menselijke trekken.

Ik houd van heel veel verschillende kunst, zowel abstract als figuratief. Van Gogh, Rothko, Matisse, vooral die grote geknipte dingen vind ik geweldig.’

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.