Mevrouw Jonker is een geboren en getogen Amsterdamse en woont nog maar een half jaar in de beschermde woonvorm Tourniairestraat (nu Masira). In deze voorziening in zorgcentrum De Drie Hoven in Slotervaart wonen 32 mensen.
Mevrouw Jonker: ‘Ik ben geboren in Amsterdam, in 1949, in de Kinkerbuurt, dat kan je wel horen toch? Daar heb ik tot mijn trouwen gewoond; daarna heb ik overal gewoond, over de hele stad, bedoel ik. Nou ja, in Hoofddorp heb ik ook een tijdje gewoond, in de achtertuin van de stad zeg maar; dat vond ik ook wel leuk.
Ik ben grootgebracht aan zee, in Zandvoort en in Bloemendaal. Mijn vader was een eenvoudige brandweerman en wij hadden een strandhuisje; daar zat je vijf maanden per jaar. Toen hield ik van de hitte en kon uren bakken in de zon. Nu niet meer, ik ben blij dat het weer wat kouder wordt. Bij ons thuis was alles brandweer wat de klok sloeg. Kerst en oud en nieuw brachten wij altijd op de kazerne door. En mijn vader maar blussen. Mijn broer was ook bij de brandweer; die heeft het tot brandmeester gebracht.
Verkoopster
Ik wilde altijd verkoopster worden en dat ben ik ook geworden, bij een schoenenzaak in de Kalverstraat. Helwes, die is er nou niet meer. Heerlijk werk, heb ik een jaar of vier gedaan. Hard werken hoor, maar altijd gezellig, lekker druk, met veel mensen omgaan. Er gebeurde ook altijd van alles. De juwelier tegenover ons op de Heiligeweg is wel drie keer overvallen in de tijd dat ik er werkte. Dat waren spannende tijden.
Toen ging ik trouwen en dan hield je op met werken, zo ging dat in die tijd. Ik was huisvrouw en voedde mijn kind op. Ze is nu 34 jaar en stewardess. Ze ziet de hele wereld, dat is leuk voor haar. Als ze vrij is, komt ze vaak bij me op bezoek. Ik heb nog geen kleinkinderen.
Mensen om je heen
Ik woon hier nu bijna een half jaar en ben blij dat ik het heb gedaan. Hiervoor woonde ik op mezelf in Oud-Zuid. Ik vind het juist lekker om geen eigen baas meer te zijn. Er is hier verzorging, je hebt altijd mensen om je heen. Er zijn veel activiteiten en we maken dagtochtjes. Laatst zijn we naar Artis geweest, daarvoor naar het bosplan.
Thuis was ik vaak eenzaam. Je hebt natuurlijk je kennissen, ik had altijd veel visite, maar uiteindelijk ben je toch alleen. Vaak ging ik daarom maar winkelen. Dat doe ik nu minder. Je kan vanaf hier voor 1 euro 30 met de Stadsmobiel naar het winkelcentrum in Osdorp; dat doe ik soms.
Vanaf mijn zeventiende jaar rook ik, ik kan er niet mee stoppen. Texas, halfzware shag voor 3 euro 10 per pakje, daar doe ik twee dagen mee.
Muziek
Ik ben dol op muziek, vooral Julio Iglesias, daar heb ik alle cd’s van. Die draai ik wel eens in de huiskamer hier. Dat is gezellig. Ik lees graag de roddelbladen, de Story en de Privé, dan blijf je een beetje op de hoogte.
Ik wil afvallen, ik wil twintig kilo kwijt. De dokter zegt bewegen, bewegen en ik sport me een ongeluk. Drie keer per week doe ik fitness en ook nog gymnastiek voor ouderen.
En dan doe ik nog hersengymnastiek en bloemschikken bij De Tour hier beneden. Ik heb me opgeworpen als een soort moeder van de groep. Drie keer per week haal ik fruit en lekkere hapjes hier bij Dirk op het plein, dan ben je er even uit. En ik neem wel eens een harinkje of een kroketje voor ze mee. Je kent alle bewoners bij naam. De sfeer is hier amicaal, mensen zeggen je gedag en vragen hoe het met je gaat.
Benieuwd
Het eten is hier goed. Je kunt zelf kiezen. Je krijgt een lijst en daarop kruis je aan wat je volgende week wilt eten. Er is genoeg keuze, aardappelen, puree, rijst, pasta. Het is niet heel veel – voor een man is het zelfs weinig – maar wel goed eten.
Ik heb een grote kamer. Je kan hier zelf je kamer aankleden. Ik had nog wat meubels, maar heb het meeste weggedaan. Het zal me benieuwen hoe het over twee jaar wordt, want we gaan naar een nieuw gebouw. Daar krijgt iedereen ook een aparte slaapkamer, dus we gaan er qua ruimte op vooruit. Eigenlijk ben ik een heel tevreden bewoner en heb het hier prima naar mijn zin. Maar ik ben er nog maar net hè, ik houd een slag om de arm.’