Het lijken grotendeels abstracte werken, de expressionistische schilderijen vol kleur van Mona. Toch weet zij achter elke verfstreek een gedetailleerd verhaal te vertellen. Voor haar zijn het gestileerde sprookjes. Soms lieflijk en soms duister.
Mona woont bijna twee jaar bij onze voorziening voor beschermd wonen in de Jordaan: de Passeerdersstraat. Mona (1972) komt van oorsprong uit Thailand en heet eigenlijk Phattaraporn. Op haar achttiende is ze naar Nederland verhuisd en samen met de Nederlandse mentaliteit heeft ze naar eigen zeggen gelijk een Nederlandse naam aangenomen en daar blijft ze bij. Ze denkt inmiddels ook over zichzelf als Mona.
Energie
Er zijn meer zaken waaruit blijkt dat ze zich flink heeft aangepast aan het leven hier. Zo was ze in Thailand Boeddhist en is ze in Nederland katholiek geworden.
‘Het was is de tijd dat ik nog veel stemmen hoorde,’ vertelt Mona in haar huiselijke en gezellige boudoir aan de Passeerdersstraat, ‘en die stemmen van Jezus en van godinnen vertelden mij dat ik naar de kerk in de Kalverstraat moest gaan, naar De Papegaai. Daar voelde ik me meteen thuis, ik heb er ook een tijd vrijwillig als kerkwacht gewerkt.
Op een gegeven moment werd ik heel ziek van de bijwerkingen van de medicijnen die ik kreeg, Semap was dat, toen moest ik met dat werk ophouden. Nu heb ik Abilify, dat is een veel fijner medicijn, daar ben ik nog niet één dag ziek van geweest. Ik heb juist veel energie en zin om veel dingen te doen.
Opleiding
Ik ben naar Nederland gekomen omdat mijn moeder hier woont, in Osdorp. Zij is Thaïs en mijn stiefvader is half Indisch, half Nederlands.
Ik heb de mavo gedaan en een opleiding tot receptioniste bij Schoevers. Daarnaast heb ik allerlei cursussen in vreemde talen gevolgd, Italiaans, Duits, Engels en verschillende computercursussen. Kinderverzorging heb ik ook gedaan, maar dat heb ik niet gehaald.’ Om haar woorden kracht bij te zetten, laat Mona een keurige map zien vol met diploma’s van de vele opleidingen die ze met goed gevolg heeft afgerond.
Werk
‘Eerst wilde ik graag verpleegster worden,’ vervolgt Mona, ‘later weer andere dingen. Het is moeilijk om een baan te vinden. Ik ben niet ABN-genoeg, hoor ik vaak. Bij Cordaan in Osdorp heb ik een tijdje als receptioniste gewerkt.
Ik heb veel verschillende interesses, dat komt in fasen. Het is wel vaak iets met kunst en vreemde talen. Nu zou ik het liefst in een galerie werken.
In 2007 ben ik zelf begonnen met schilderen, maar ik had het natuurlijk vroeger, op school, ook al gedaan.
De week
Op maandag ga ik altijd naar buurtcentrum De Horizon, daar kun je bij Roads tekenen en schilderen. Dinsdags ga ik naar mijn ouders in Osdorp, voor de gezelligheid en ook om met de hond te wandelen, een hele lieve golden retriever. Op woensdag sport ik, dat is voor mij wandelen en fitness. Donderdag huis schoonmaken en soms ook sporten.
Op vrijdag ga ik ook schilderen bij Roads, in het Claverhuis aan de Elandsgracht. Dat is erg gezellig. Bijna alle bezoekers daar tekenen en schilderen ook.
Bij HVO-Querido werk ik nu drie ochtenden per week als gastvrouw. Heel leerzaam is dat, ik had het nog nooit eerder gedaan. Op zaterdag verzorg ik hier bovendien het ontbijt voor de bewoners, dan bak ik eieren voor iedereen, ik ben een vroege vogel. Dat doe ik vrijwillig, daar krijg ik geen vergoeding voor.
Ik verveel me nooit, ik heb altijd wat te doen. Ik moet mezelf eerder remmen om niet teveel te doen.
Visioenen in kleur
In het begin ontstonden mijn schilderijen vooral uit visioenen. Ik had veel hallucinaties, dromen en nachtmerries. Die probeerde ik met schilderen te bezweren en tegelijkertijd waren die dromen ook een bron van inspiratie. Ik zag alles heel levendig voor me, ik hoefde het alleen nog maar te schilderen. Toen zag ik mijn schilderijen ook steeds vaker echt bewegen alsof het levende wezens waren. In 2010 was ik alleen nog maar aan het aan het schilderen, echt dag en nacht, ik hield niet meer op. Toen ben ik opgenomen in de kliniek aan de Bocholtstraat. Toen bleek dat ik een ernstige vorm van schizofrenie had. Ik had waanideeën en was heel achterdochtig. In die tijd schreef ik ook veel. Hele verhalen over koningin Marie Antoinette uit Frankrijk bijvoorbeeld. In een flits zag ik dat voor me. Vaak waren dat ook best enge dingen, sprookjes met veel bloed. Soms begon ik zelfs in een rare taal te spreken.
Werkwijze
Heel soms heb ik geen inspiratie, maar dat komt gelukkig altijd weer snel. Bij het schilderen zit het beeld nog steeds bijna helemaal in mijn hoofd. Mijn ogen zien het en een stem vertelt het verhaal, ik pak mijn penseel en kleur het in. Ik maak bijna nooit eerst een schets, alleen als ik iets realistisch schilder of nateken, zoals van Van Gogh bijvoorbeeld, daar houd ik erg van. Normaal gesproken pak ik altijd meteen de penselen.
Schilderen gaat voor mij om verhalen en kleuren. Ik zet verhaal met mijn handen om in kleuren.
Rust
Schilderen lijkt me wel therapeutisch, het is in ieder geval heel ontspannend. Als ik een beetje onrustig ben of in de war, dan kan ik die onrust kwijt op het doek en dan ben ik er van af. Het is voor mij een soort yoga.
Schilderen is leerzaam en goed voor de geest. En goed voor je sociale contacten, want als je zoals ik bij buurthuizen schildert, ontmoet je allerlei andere mensen. Niet alleen maar als een waanzinnige schilderen, maar een beetje praten met mensen, dat is gezellig.
Toekomst
Ik houd erg van beelden en beeldjes. Als ik wat geld heb gespaard, koop ik graag een beeld voor in mijn huis.
Voordat ik ziek werd, gingen we vaak met vakantie naar Thailand om familie te bezoeken, maar nu niet meer. Mijn opa en oma zijn overleden. Ik heb een zus, zij woont in Zweden. Zij heeft kinderen, dus ik ben ook tante.
In de toekomst zou ik graag een eigen woning willen hebben. En hoewel ik weet dat de mogelijkheden niet heel groot zijn, zou ik toch graag ergens willen gaan werken. Ergens waar je niet teveel stress hebt. Misschien kan ik wel schilderles geven op een peuterspeelzaal?’