Verhalen

Uit zorg en de woning op naam

25 januari, 2022

Twee jaar geleden kreeg Willem Lubbersen via Housing First zijn woning. Op de valreep van 2021, een dag voor oudjaar, kwam deze woning op zijn naam. Hoe heeft hij de begeleiding ervaren? Wat vindt hij van de buurt? Op welke manier heeft hij er zich thuisgemaakt?

Willem Lubbersen (1961) is een makkelijke prater en heeft weinig aansporing nodig om van wal te steken. Hij is wat je noemt een oude bekende van HVO-Querido. In 2004 staat hij in het doel van ons team als HVO-Querido ter gelegenheid van het 100-jarige bestaan tegen Lucky Ajax voetbalt. Willem krijgt die dag de nodige goals om zijn oren. Maar als die ballen komen van mensen als Ronald Koeman, Simon Tahamata en Aron Winter, dan hoef je je daar als keeper niet voor te schamen.
In dezelfde tijd werkt hij bij Interactief, het toenmalige activiteitencentrum van HVO-Querido aan de Mauritskade. Eerst als deelnemer aan de dagbesteding, later als betaalde kracht. Hij zet daar onder meer de reproafdeling op.

Slim

‘Het grafische vak heb ik geleerd bij een drukkerij in Amsterdam Zuidoost, een joods familiebedrijf,’ vertelt Willem. ‘Wij gaven onder meer van die hele dikke, gigadure computerboeken uit. Van elk boek dat we maakten mocht je een exemplaar mee naar huis nemen. Heel slim, want zo voorkom je diefstal. Maar eigenlijk ben ik opgeleid voor de horeca. De Sypel heette die school, in Harderwijk, ik kom namelijk van oorsprong uit Putten, dat ligt ernaast.’

Dakloos

Na zijn tijd bij onze repro stroomt Willem uit en verdwijnt voor ons een tijdje uit beeld. Hoe is hij weer bij HVO-Querido terecht gekomen? ‘In 2017 ben ik naar Afrika gegaan, naar een kliniek in Kaapstad om van mijn alcoholverslaving af te komen voor de behandeling van mijn posttraumatische stressstoornis (Willem is Unifil veteraan, red.). Toen ik terugkwam was mijn relatie afgelopen. Het was mijn eigen schuld. Sinds 2004 was ik met haar samen. Samen hebben we een zoon van zestien, Donovan. Ook al zijn we niet meer samen, we hebben wel goed contact. Maar toen was ik dus dakloos en zo kwam ik in de Zuiderburgh van het Leger des Heils terecht. En na de hele procedure werd ik bij Discus aangemeld.’

Willem Lubbersen

Willem Lubbersen

Oranje

Het voetballen is al die tijd een contante factor in zijn leven gebleven. Zo geeft hij als enthousiast vrijwilliger bij stichting Life Goals workshops voor beleidsadviseurs van gemeenten. Aan de muur prijkt trots zijn diploma maatschappelijk sportcoach. Nog altijd speelt hij in het zaalvoetbalteam van het Leger des Heils. In 2019 doet Willem met Oranje mee aan het wereldkampioenschap voetbal voor dak- en thuislozen in het Schotse Cardiff. Bureau Sport maakt naar aanleiding van dit toernooi een vierdelige documentaire waarin Willem een van de hoofrolspelers is. Als gevolg daarvan is hij in die periode te gast bij Eva Jinek.

Een woning

‘Op 24 december 2019 kreeg ik van mijn begeleider Leonie van Discus de sleutel van deze woning,’ vervolgt Willem. ‘Op 30 december 2021 ben ik uit zorg gegaan, toen kwam deze woning op mijn naam. Het was een warme overdracht, want er is altijd nog de “waakvlam,” zoals ze dat noemen, een vangnet, als je toch nog ergens mee zit.
Dat ik sta waar ik nu sta, heb ik voor een groot deel aan deze woning te danken. Voor de meeste mensen is wonen zo gewoon, dat ze niet beseffen hoe belangrijk een woning is voor je gemoedsrust. Daarom begrijp ik ook niet dat een goed lopend project als Discus stopt. Never change a winning team, zou ik zeggen.
Weet je, ik heb in die tijd best wel wat dingen gedaan. Bij Discus heb ik in de bewonerscommissie gezeten. Bij het Leger des Heils zit ik als vrijwilliger in de cliëntenraad, zowel in Amsterdam als landelijk. Ik houd wel eens lezingen over medezeggenschap. Hulpverleners weten daar niet zoveel van. De meesten zijn nauwelijks bekend met de Wmcz, de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen. Mensen vragen mij om advies op dat gebied. Goh Willem, hoe zou jij dat aanpakken? Het is leuk als jouw mening er toe doet, het is een vorm van erkenning.

Slotermeer is top

Ik woon in Slotermeer in Amsterdam Nieuw-West en dat is prima wonen. Er zijn veel winkels dichtbij, Plein ’40-’45, met een groot winkelcentrum, is hier om de hoek. De buurt is goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Er is een park vlakbij, er is veel groen en weinig verkeer en geluidsoverlast. Echt een goede buurt om te wonen.
Een bijkomend voordeel voor mij: mijn zoon en zijn moeder wonen hier vlakbij.
De mensen die hier wonen zij heel divers. Er zijn allerlei nationaliteiten, dat is Amsterdam eigen. Ik denk dat ik hier nog een hele tijd blijf wonen, ik voel me hier thuis, ook in deze woning. De inrichting is zoals ik dat wil, maar eigen smaak. Niemand heeft me daarbij geholpen. Dat zeg ik niet om zielig te doen, ik wilde het per se helemaal zelf doen. Discipline opbouwen, dat hoort erbij als je weer op jezelf woont.

Inburgeren

Je bent natuurlijk altijd afhankelijk van je buren, maar het ligt ook aan je eigen instelling. Toen ik hier kwam wonen, ben ik meteen naar de supermarkt gegaan en heb vijf grote dozen met Merci chocolaatjes gekocht voor al mijn buren. Aangebeld. Hallo, ik ben Willem, de nieuwe buurman. Nogmaals, je moet het een beetje treffen, maar ik heb perfecte buren. Dat is een makkelijke binnenkomer, dan sta je meteen een punt voor.
Eerder heb ik al eens in deze buurt gewoond. Jarenlang ben ik bijvoorbeeld vrijwilliger geweest bij voetbalclub VVA Spartaan hier in de buurt, daardoor ken ik best veel mensen.
Bovendien kent jouw begeleider de buurt goed, want het is zijn of haar werkterrein. Met Leonie heb ik hier verschillende wandelingen gemaakt waarbij zij me dingen heeft laten zien. Daar moet je natuurlijk wel voor open staan. Laat je gewoon meenemen. Want helemaal alleen loop je tegen een muur aan.

Recht voor zijn raap

Ik heb het getroffen. Men probeerde hulpverlener en hulpvragende te matchen. Hoe zal dat in de toekomst gaan? Een van de dingen die ik goed vind aan de begeleiding is de open communicatie. Dat moet van twee kanten komen. Ook ik moet me openstellen en mijn rugzak op tafel durven gooien. Dit zijn mijn problemen en daar en daar heb ik ondersteuning bij nodig. Je zit niet voor niks met een indicatie in de opvang. Van Leonie heb ik geleerd om mijn mond open te trekken als ik ergens mee zit en het recht voor zijn raap te zeggen. Misschien lijk ik wel een makkelijke prater, maar dat is zolang het allemaal stoer blijft. Over jezelf praten en je bloot geven als je in de problemen zit is helemaal niet makkelijk.
Ieder mens is anders en ik kreeg een begeleider toegewezen die past bij mijn wensen en mijn stijl. Leonie is een maatje, dan heb je vanzelf al een grote mate van gelijkwaardigheid. Het is belangrijk om een relatie met je begeleider op te bouwen, zodat er een vertrouwensband ontstaat. Zij weet waar mijn kennis en ervaring zitten.

Wat is er aan de hand?

Vooroordelen over daklozen zijn er nog steeds. Als er een dakloze op straat ligt zeggen negen van de tien mensen: daar heb je weer zo’n uitvreter. Heel weinig mensen zullen vragen wat er aan de hand is en hoe het komt dat iemand daar ligt. Terwijl wij in feite allemaal op een dunne draad lopen. Je leven kan zomaar een wending nemen waardoor je eraf valt, daar is niet veel voor nodig. Ik merk het bij mezelf ook hoor. In de opvang kom je soms mensen tegen, goed verzorg, goed geschoold, waarvan je denkt: hoe is het mogelijk dat jij hier zit?

Inzet blijft

Ondanks het feit dat ik uitstroom, blijf ik mij bemoeien met de belangen van de deelnemers. En ik blijf ik mij inzetten voor een gelijkwaardige behandeling van een ieder in de doelgroep.
De veranderingen in de organisatie zal ik dan ook nauwgezet blijven volgen, zowel voor de bewoners van het voormalige Discus als voor de topmedewerkers van dit geslaagde project.’

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.