Verhalen

Op de goede weg

Tags: discus
28 september, 2007

John Gerrand woonde ooit in Vrijburg, een zoheheten sociaal pension van HVO-Querido aan de Ruysdaelkade. In hetzelfde pand zit nu de Ruysdael. John Gerrand wordt inmiddels begeleid door Discus.

John Gerrand groeide op bij de Ten Katemarkt in de Kinkerbuurt in Oud-West en zat vanaf zijn twaalfde jaar in internaten. Een grote, zelfgezette tatoeage op zijn arm met het nummer 143, zijn kamer op het internaat in Middelburg, herinnert hier nog aan. In zijn opvallend nette woning serveert hij verse koffie in kopjes met onderzetters in dezelfde kleur. De sfeer is huiselijk. Planten, een stereo met veel reggae cd’s, foto’s aan de muren, vooral van zijn vriendin.

Pleite

John Gerrand: ‘Mijn vader was Indisch, mijn moeder Frans, ik heb haar naam. Ik woon al acht jaar bij Vrijburg. Aanleunen? Ik wist van niks. Ik doe nu een cursus ‘Wonen op jezelf’ bij MEE, ik heb al vier blokken gehaald.
Binnenkort ga ik effe lekker pleite, dat heb ik al een hele tijd niet gedaan, naar zee of naar de wadden.
Ik heb nooit iets speciaals willen worden, wel van alles gedaan. Eerst in de bouw. Maar ik heb ook veel knijpers gemaakt. Ik kwam met justitie in aanraking, d’r in en d’r uit. Dat heb ik zo’n dertig jaar gedaan. Ik ben aan alles verslaafd geweest heroïne, cocaïne en alle pillen die er waren. Op een dag ben ik ermee gestopt, hoewel ik nog wel af en toe cocaïne gebruik. Waarom? Dat vroegen ze bij de Jellinek ook. Ik weet het niet, weet jij het? Misschien door de liefde.

John Gerrand

John Gerrand

Voorlichter

Justitie daar ben ik ook klaar mee, vijf jaar geleden heb ik voor het laatst gezeten. De wijkagent, die heet ook John, komt wel eens kijken bij Vrijburg, maar heeft niks aan mij.
Ik werk bij Vrijburg in de keuken, ik zet het ontbijt klaar, maak schoon en dat soort dingen. Verder ben ik in therapie bij de Jellinek.
En ik geef voorlichting op scholen via de stichting Delinquentie & Samenleving zodat jongeren hun toekomst niet vergooien. Ik vertel daar wat ik zoal heb meegemaakt en beleefd. En die kinderen vragen van alles. Wat of ik dan heb gedaan, dat soort dingen.

Bij de dag

Ik heb dertig jaar langs de straat gelopen, het huiselijke is een vreemde wereld voor mij. Ik leefde bij de dag en morgen was ik het weer vergeten. Misschien wilde ik wel iets verstoppen.
Het bevalt me prima zo op mezelf. Vrijburg heeft natuurlijk toch wel een stempel. Het is niet alleen maar voor daklozen. Je kunt daar niet zomaar binnenlopen, je moet worden verwezen.
Qua wonen red ik het wel hoor, ik vind het eigenlijk niet zo moeilijk. Ik heb nooit moeite met de buren, ik praat gewoon met ze. Ik ben eigenlijk met iedereen heel normaal.
Koken heb ik op gevoel geleerd. Ik eet het liefst Hollandse kost, groente, aardappelen, stukje vlees. Als mijn vriendin kookt eten we rijst en dat soort dingen.

Hou op

Het volgende blok van mijn cursus gaat over geld. Ik ben helemaal niet prijsbewust, ik weet van geen waarde van geld. Het geld dat ik bij Vrijburg verdien, pak ik niet, dat komt bij mijn boodschappengeld, anders gaat de rest naar de coke. Ik heb nogal de neiging om geld te besmetten.
Liefst zou ik ergens aan de rand van de stad willen wonen. Ik ben op de goede weg, maar ben er nog lang niet. Alsjeblieft geen complimenten zeg, hou op.’

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.