Wie de kamer van Ton Postel (50) in De Vaart binnenkomt leest de bekende regels uit de Amerikaanse Onafhankelijkheidsverklaring: Wij beschouwen deze waarheden als vanzelfsprekend: dat alle mensen als gelijken worden geschapen, dat zij door hun schepper met zekere onvervreemdbare rechten zijn begiftigd, dat zich daaronder bevinden het leven, de vrijheid en het nastreven van geluk. ‘Zelf gekalligrafeerd,’ zegt Postel, ‘en zo is het toch, all men are created equal.’
‘Ik ben geboren in Oldenzaal, zo dicht bij Duitsland dat er langs ons huis een smokkelpaadje naar Bad Bentheim liep. Op mijn 19e ben ik naar Amsterdam gekomen en ging aan de slag bij verzekeraar Delta Lloyd, in het archief. Eigenlijk wilde ik de marketing in. Het fascineert mij bijvoorbeeld dat er bij een grote keten als Albert Heijn per buurt andere dingen in het schap liggen. Misschien draagt het marketingbeleid van supermarkten wel meer bij aan de integratie van alle verschillende Nederlanders dan welke brede maatschappelijke discussie dan ook.
Op straat
Maar enfin, ik kwam in de bouw terecht. Tijd gewerkt aan het revalidatiecentrum aan de Overtoom, mooie klus. En daarna heb ik heel lang voor het GVB gewerkt. Metro’s schoonmaken, graffiti van treinen en stations schrobben. Dat ging me soms wel aan het hart, het is zonde om mooie dingen weg te halen.
Toen raakte ik op straat terecht, passantenverblijf, eten bij de zusters, dat soort dingen. Later in de Jellinek op Texel, daarna in de Wassenaar Obdamstraat en nu hier. Je krijgt bij De Vaart een bed, een kast, een tafel en een stoel, maar ik ben inmiddels behoorlijk ingericht.
Privacy
Het is hier best goed wonen. Na een leven van drank en drugs doe ik het nu heel rustig aan en ben gekapt met het straatleven. Ik ben nu in budgettering en heb elke week gegarandeerd geld, eten, onderdak en een beetje begeleiding. Dat is prettig.
Het is ook fijn dat je hier veilig zit. Je hebt privacy, niet iedereen kan zomaar bij je binnenvallen. Ik heb het vroeger wel eens gehad, dat mijn woning een zoete inval werd voor steeds vagere types. Op een gegeven moment ben je dan niet meer de baas in je eigen huis.
Het eten kan wel eens beter, maar het is ook lastig koken voor zoveel mensen, dus dat blijf je houden.
Mijn familie zie ik eens per jaar. Goede mensen hoor, maar ieder heeft zijn eigen leven.
Water
Je moet wat dingen om handen hebben. Zo ben ik een dag per week mantelzorger voor een oude man die ik nog ken uit de tijd dat ik op straat liep. Hij heeft mij toen vaak geholpen, nu kan ik wat terug doen. Dat geeft wel wat voldoening. Daarnaast ben ik dol op zwemmen, het liefst elke dag. Er is geen water in Amsterdam, hoe onooglijk of vies of koud ook, waar ik niet in heb gezwommen.
Natuurlijk ben ik lid van de Amsterdamse Reddingsbrigade.
Ik loop door de stad. Van hier naar het Zuiderbad is precies een uur. Als je loopt, zie je meer.
100 uur
En dan het tekenen. Al sinds ik me kan herinneren, maak ik kleine kriebeltjes op alle mogelijke papiertjes. En dat is eigenlijk nooit meer over gegaan. Ook in bijvoorbeeld de tram zit ik vaak te tekenen. Ik heb nu zo’n 75 grotere tekeningen gemaakt. Die heb ik bijna allemaal weggegeven. Ik kan ze toch niet ophangen en een tekening kan beter worden bekeken dan liggen verstoffen in een map. Ik ga graag bij vrienden langs en het doet me goed als ik dan een tekening van mezelf zie hangen.
Ik verkoop nooit werk. Geen idee wat ik er voor moet vragen. Een tekening kost 100 uur werk, één doos kleurpotloden (de goedkoopste van de Hema) en een bus haarlak om te fixeren.
Tijdens het jubileum van HVO-Querido in 2004 heb ook in de Stopera geëxposeerd.
Ik ga wel eens naar een museum om kunst te kijken. Vooral moderne dingen.
Oranje
Wat mijn werk betekent? Leven! Het zijn veel kleuren, alles loopt door elkaar, soms botst het, maar het is ook allemaal met elkaar verbonden en oefent invloed op elkaar uit. Zo zie ik het leven in de stad ook.
Al die lijnen lijken op DNA, het zijn letterlijk levenslijnen.
Iets anders dan abstract werk maak ik eigenlijk niet, ja soms een enkel boompje.
Eerst maak ik een schets en later kleur ik het in. Oranje is mijn kleur. Niet om het voetballen, oranje staat voor zon en levenslust.
Ik ga nu eindelijk ook leren schilderen. Bij Kunstkop van de Jellinek. Eerst wilde ik eerlijk en eenvoudig blijven en vond ik potloden mooi genoeg, maar nu lijken kwasten en verf me een uitdaging.’