Verhalen

Kijk wat ik kan

10 augustus, 2012

KWIK (Kijk Wat Ik Kan) muziek! is een project van tien workshops resulterend in twee optredens door bewoners van het Judith van Swethuis en bezoekers van De Miranda. KWIK muziek! is een samenwerking tussen Stichting Ei-werk en HVO-Querido. Wat motiveert de deelnemers en hun begeleiders?
Olaf van Zeeland: ‘Het gaat erom jezelf verder te ontwikkelen. Al muziek makend kom je op dingen waarvan je niet wist dat je ze kon. Ik tracht een beetje jazz op de piano te spelen, dat heb ik mezelf geleerd, ik heb nooit muziekles gehad. Jazz ligt mij nu eenmaal het beste, daar luister ik veel naar, op de radio en op cd’s. Oscar Peterson was de beste pianist ter wereld, tot zijn muziek voel ik me erg aangetrokken. Zelf speel ik meestal standards. Inmiddels heb ik mijn eigen keyboard. Het is simpel, hoe meer je speelt, hoe beter je wordt.’

Olaf van Zeeland

Olaf van Zeeland

Jan Kiel: ‘Ik speel in deze voorstelling vooral viool, gewoon een beetje doordouwen, een paar loopjes hier, een bluesje daar. Zingen doe ik alleen met z’n allen. Zuiver zingen en spelen is het mooiste dat er is, dan heb je het gevoel dat je iets bereikt, je streeft toch naar iets volmaakts. Muziek hoort bij je ontwikkeling. Ik speel al heel lang viool. Bij Kwik speel ik ook allerlei chromatische toonladders, dat is aan elkaar gemaakt tot een soundscape.’

Margreet Rozendaal

Margreet Rozendaal

Uitstijgen

Margreet Rozendaal: ‘Zingen is bij mij al op de lagere school begonnen. Later op de kweekschool heb ik ook muziek leren maken, want muziek is heel belangrijk voor kinderen, dus dat gebruik je veel. Niet alleen in de klas, maar bijvoorbeeld ook in de bus naar uitstapjes of tijdens wandelingen heb ik als juf altijd veel gezongen. Ik deze voorstelling drum ik ook, dat is toevallig zo ontstaan. Ik heb best wel een goed maatgevoel al zeg ik het zelf, ik kan behoorlijk staccato een ritme aanhouden. Drummen, daar wordt je echt moe van, het is fysiek best zwaar, dat merk je pas als je het doet.
Ik heb niet echt favoriete muziek. Meestal luister ik naar klassiek en tegenwoordig ook wel naar pop, als het tenminste een beetje melodieus is. Het is heel leuk om samen met een groep iets te maken en op de planken te brengen. Als je met meer mensen muziek maakt, stijg je boven jezelf uit, dat is een cliché, maar daarom niet minder waar. Daarom speel ik bijvoorbeeld ook toneel bij DAC De Miranda. Ik ben bovendien altijd heel leergierig geweest. Leren is doen plus inzet.’

Dynamiek

Egbert de Haan: ‘Ik zing en speel gitaar. Ik heb tien jaar in een coverband gitaar gespeeld, Cloud Nine heette die band. Daarmee speelden we alleen popmuziek, terwijl ik zelf ook graag naar klassiek luister. Ik ben dol op gitaar, ik heb er zelf een, maar ik houd niet van heel veel herrie. In deze voorstelling zing ik het bekende ‘Imagine’ van John Lennon en speel daarbij elektrische gitaar, inclusief de solo. Het leuke is dat je allerlei dingen leert over het gebruik van microfoons en omgaan met toneellicht.’

Joost de Mare te midden van het ensemble

Joost de Mare te midden van het ensemble

Joost de Mare: ‘Tijdens deze voorstelling speel ik mondharmonica en percussie en we zingen met z’n allen. Ik heb deze keer vooral gewerkt aan dynamiek, hard of zacht, ingetogen of voluit, daarmee spelen geeft muzikaal een mooi effect.’
Hans Pols: ‘Ik heb er heel lang over nagedacht, want er zijn heel veel songs die ik zou willen doen, maar voor deze show is het ‘Crazy little thing called love’ van Queen geworden, een echt rock-‘n-rollnummer. Ik heb wel eens vaker op een podium gestaan, maar dat is al heel lang geleden. Voor dit optreden heb ik ook familieleden uitgenodigd.’

Uitnodigen

Meike Aukes, die het muziekproject begeleidt vanuit het Ei-complex en de voorstelling regisseert, vult daarop aan: ‘Deze optredens zijn een goede redenen om familie en vrienden uit te nodigen om te laten zien waar je mee bezig bent. De voorstelling duurt ongeveer een uur. Iedereen heeft de muziek gekozen die het beste bij hem of haar past, van pop, jazz en blues tot kerkmuziek. We oefenen een keer per week.’
Margreet Rozendaal: ‘Ik ben telkens weer doodsbang om voor publiek op te treden. Ik heb last van al die ogen die op je zijn gericht. Op zo’n moment is het eventjes minder erg om zoals ik vrijwel blind te zijn.’
Evert de Liefde: ‘Vroeger heb ik wel cello gespeeld, maar ik ben meer een man van het woord. Niet voor niets heb ik theologie gestudeerd en ben ik assistent-dominee geweest. Ik speel in deze voorstelling orgel en lees een zelfgeschreven tekst voor over medemenselijkheid, dat wil zeggen met zorg en liefde met elkaar omgaan.’

Talent en lef

Initiatiefneemster Irene Meijer-van Muiden van HVO-Querido: ‘Nu is er toegewerkt naar twee optredens. We hebben ervaren dat daar ongelooflijk veel creatieve energie bij vrijkomt. Nu gaan we dan ook kijken hoe we hiermee verder kunnen gaan. We hebben natuurlijk niet voor niets onlangs een muziekstudio bij ons DAC in gebruik genomen.’
Mede-initiatiefnemer Declan Winstanley van het Judith van Swethuis: ‘We zien bij de deelnemers niet alleen veel talent, maar ook veel lef. Het is niet niks om op een podium te gaan staan en je bloot te geven. Later gaan we misschien ook familieleden betrekken bij het optreden om meer contact tot stand te brengen. Muziek kan daartoe een goed bindmiddel zijn. Muziek biedt de mogelijkheid om het talent van mensen uit te lichten. Wat komt er uit de cliënten zelf? Wat willen en kunnen ze nog leren? Het gaat mij meer om het gezamenlijke proces dan om het eindproduct.’

Egbert de Haan

Egbert de Haan

Luisteren

Meike Aukes: ‘Ik heb muziektherapie gestudeerd, geef zangworkshops en ben sinds kort coördinator bij het Ei-complex. Het leuke van dit project is dat het geen behandelsetting is, de therapeutische waarde is mooi meegenomen, maar de muziek staat hier op de voorgrond. Ook al gaat het niet in de eerste plaats om het eindproduct, het is wel goed om naar een voorstelling toe te werken. Zo’n slotoptreden na ruim tien workshops biedt mensen de kans om veel uit zichzelf te halen, om hun mogelijkheden in de wereld te zetten. Een moment in de tijd, waarop je aan anderen laat zien hoe het er voor staat als weerspiegeling van de stand van zaken is heel goed. Dan kun je familie en vrienden uitnodigen en verrassen. Het aardige van optreden is voor de deelnemers zelf dat ze iets losmaken en daar een reactie op krijgen.
Muziek is ook communiceren, je moet voortdurend goed naar elkaar luisteren. Samen breng je het, het vergt grote sociale interactie. Dan heb jij een solo, dan is de ander en dan kom jij weer. Ik merk een grote gemeenschappelijke liefde voor muziek, iedereen wil graag dat er iets moois ontstaat en daar samen naartoe werken. Want het is ook gewoon hard werken en strak oefenen. Het is fantastisch om te ervaren dat er zo dingen worden bereikt die buiten de muziek nooit zouden lukken.’

Declan Winstanley: ‘Bij zo’n optreden valt alles samen. Hoe kom je op? Welke kleren heb je aan? Waar val je in? Hoe doseer je? Kortom, hoe breng je het aantrekkelijk op de planken? Het is heel spannend. Capture the moment, wij doen alles om het talent van cliënten te vangen.’

Muziek zit er nog

Hannie Boumans, de oprichtster van het Ei-complex: ‘Declan kwam hier een tijdje geleden kijken, zag mensen met kwetsbaarheden volwaardig muziek maken en dacht: dat wil ik ook. Zo is het balletje gaan rollen. Veel mensen uit de psychiatrie hebben vroeger muziek gemaakt en willen en kunnen dat nog. Op veel momenten in het leven komen mensen met muziek in aanraking. Die muziek zit er vaak nog. Wij doen een beroep op de gezonde kant van mensen en proberen die muziek naar boven te krijgen. Het is aan ons om dat zo professioneel mogelijk te ondersteunen, met goede instrumenten, goed geluid, mooi licht en vakkundige begeleiding. Het is geen tijdverdrijf. Wij nemen mensen en muziek zeer serieus. We organiseren bijvoorbeeld popworkshops met psychiater Jules Tielens op gitaar. De Electric Space Cowboys heet dat, daar doen behoorlijk wat mensen van HVO-Querido aan mee. De huisband van De Batjan oefent hier en we hebben veel contact met de muziekgroepen van François Rustveld van HVO-Querido.’
Declan Winstanley: ‘Hannie en haar familie zijn een enorme inspiratie, de liefde en passie spatten er af. Het professionele karakter van de opzet en uitwerking zegt iets over hoe je tegen mensen aankijkt, hoe serieus je cliënten neemt.’
Hannie Boumans: ‘HVO-Querido is mijns inziens momenteel heel goed en volwassen bezig om de talenten van cliënten te ontwikkelen.’

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.