Verhalen

Iets voor onze bijzondere doelgroep kunnen betekenen

03 augustus, 2012

​Peter Lokkerbol (Amsterdam, 1953) is teammanager van het Judith van Swethuis in de Rivierenbuurt en voert, met meer dan 35 dienstjaren bij onze organisatie, inmiddels de lijst aan van medewerkers die extra lang in dienst zijn.

Peter Lokkerbol: ‘Ik ben opgegroeid in de Watergraafsmeer, de mooiste wijk van Amsterdam. Zuid is leuk, maar de Watergraafsmeer is groener en mooier. Mijn vader was procuratiehouder bij een grote verzekeringsmaatschappij, mijn moeder was huisvrouw en zorgde voor haar vier kinderen, zo was dat in die tijd. Ik zat op de rooms-katholieke St. Lidwinaschool aan het Linnaeushof.
Ken je Het Geheugen van Oost? Dat is een aardige site vol leuke verhalen. LEAO gedaan, daarna MAVO, MBO, HBO en twee jaar rechtenstudie. Ik ben wat later op gang gekomen, ik ben meer een dieseltje.

Entree oude Judith van Swethuis

Sociotherapeut

Dat ik iets zou gaan met mensen en hulpverlening zat al vrij vroeg in het bloed. Via de Martelaren van Gorcumkerk aan het Linnaeushof, hielp ik al bij het verzorgen van oude mensen en zieken en zat ik in het parochiebestuur. Het was een andere tijd, de kerk was toen nog echt een verbindende factor, de verzuiling was overal. Als je ging voetballen was dat vanzelfsprekend bij het katholieke De Meer, er waren zelfs katholieke verkenners en dat gold voor alle clubjes van alle gezindten.
Ik werkte op een handelskantoor, dat vond ik erg saai worden. Toen heb ik een opleiding voor sociale dienstverlening gevolgd en daarna HBO-MW. De moeder van mijn verkering uit die tijd werkte op de administratie bij Querido en heeft een goed woordje voor me gedaan. Ik kwam op sollicitatiegesprek bij Judith van Swet. De zaak was binnen een kwartiertje beklonken. Ze vroeg vooral wat mijn vader deed voor de kost, het was meer een soort milieupeiling, en blijkbaar was het antwoord veilig, want ik ging aan de slag als sociotherapeut. Dat is ook zoiets, al die verschillende namen en titels in de loop der tijd. Ik ben woonbegeleider geweest, coördinator, waarnemend hoofd, hoofd, teamleider en teammanager. Welbeschouwd is het allemaal om het even. Die functienamen zeggen vooral iets over het tijdsbeeld. Waar het om gaat is de passie, de drive om iets voor onze bijzondere doelgroep te kunnen betekenen. Als mensen aan mij vragen wat voor werk ik doe zeg ik: ik ben manager van een hotel met bijzondere gasten.

Vakantie

In 1976 stapte ik dus in de voor mij totaal vreemde wereld van het Queridohuis aan het Robert Kochplantsoen, dat er toen net zeven jaar was. Ik was onder de indruk van de vrije omgang tussen de personeelsleden. Willem van Loon was daar toen verpleegkundig directeur. Willem was een echte Bourgondiër, lekker eten en koken. Hij breide voor elk personeelslid dat een kind kreeg piepkleine sokjes achter zijn bureau.
Ik zat vol ideeën. Zo was ik bijvoorbeeld de eerste die bewonersvakanties organiseerde. Dat is vreemd, dacht ik, we gaan allemaal met vakantie, waarom bewoners dan niet? Dat zal ik nooit vergeten, de eerste vakantie met bewoners in Valkenburg, in hotel Hermens. Ik heb ook introductieboekjes gemaakt voor bewoners, waarin je ze welkom heet, dingen uitlegt en iets oever de huisregels zegt. Dat soort dingen waren er niet in die tijd.
Ik werkte op de opnameafdeling op de eerste etage. Op de tweede etage woonden cliënten die een toenemende mate van zelfstandigheid aankonden. Op de begane grond mochten mensen langer blijven wonen, dat waren mensen met chronische psychiatrische problematiek.
De meeste bewoners kwamen uit Santpoort. Cliënten sliepen met z’n drietjes op een opnamekamer en er waren veel groepsgesprekken. Je had toen verplichte deelname aan arbeidstherapie.

Judtih van Swet, foto Paul Huf

Bijzonder

Judith van Swet was een heel bijzonder mens. Als zij ergens binnenkwam werd het stil en had ze bijna ieders aandacht. Tijdens een kennismaking met een nieuwe bewoner vroeg ze steevast: wat komt u hier doen? De klant mompelde dan iets van een dak boven zijn hoofd en dan zei ze dat we geen woningbouwvereniging waren en hij of zij wel kon gaan. Dat maakte ze natuurlijk snel weer goed, maar het was de meeste bewoners duidelijk dat er iets van hen werd verwacht, dat ze moesten werken aan hun eigen herstel. Ik had een bijzondere band met haar.
De Queridostichting heeft toen in 1979 het voormalige Joodse kindertehuis aan de Mirandalaan gekocht, ons beeld in de binnentuin herinnert nog aan die periode, en daarmee de capaciteit flink uitgebreid. Dat pand, op dezelfde plaats waar nu ons Judith van Swethuis staat, heette eerst het Queridohuis II. Bij het afscheid van Judith van Swet heeft het huis haar naam gekregen. Een volkomen terecht eerbetoon.

Een veilige plek

Peter Lokkerbol in 1995

Ik ben met de eerste bewoners van het Queridohuis I naar Queridohuis II gegaan aan de Mirandalaan 50. Uit die tijd herinner ik me ook verhitte discussies of we wel of geen Korsakow-patiënten moesten opnemen en of we daar dan wel voldoende voor waren ingericht. In het begin hadden we een ziekenboeg en zelfs een separeer.
De halve Queridostichting zat hier, je had hier directie, administratie, P&O en secretariaat. Vroeger werkten we veel meer volgens het ziekenhuismodel. Met een multidisciplinair team was er overleg over de bewoners en niet met bewoners. Ik vind dat er in vergelijking met die tijd behoorlijk wat is verbeterd, er zijn echt professionele slagen gemaakt.
Wij werken met 35 personeelsleden voor 65 kwetsbare mensen die onze zorg echt nodig hebben, 55 in huis en 10 in satellietwoningen in de buurt. Mensen die vaak al meerdere malen hun hoofd hebben gestoten en hier een veilige plek vinden waar ze zichzelf kunnen zijn.

Benadering

Of de cliëntenpopulatie echt is veranderd weet ik niet. Ik denk dat we vroeger mensen hebben opgenomen die we nu eerder ambulant zouden begeleiden. Aan de andere kant, een psychose is een psychose, daar is niks aan veranderd. De belangrijkste verandering is hoe wij cliënten benaderen, als een burger met dito rechten en plichten. Dat moet je voortdurend in de gaten houden. Hoe makkelijk zeg je als professional niet iets als “we gaan douchen?”

Aanrader

Vorig jaar hebben we met het hele team van het Judith van Swethuis de visie van HVO-Querido vertaald naar onze dagelijkse praktijk. Een van de dingen is dat je als medewerker de vraag of je een vriend of familielid, voor wie dat nodig is, aan zou raden om in het Judith van Swethuis te gaan wonen met een volmondig ‘ja’ zou moeten beantwoorden. Dat is voor mij nog steeds de voornaamste intrinsieke motivatie, dat je een goed huis wilt zijn dat goede zorg biedt. Daarom hou ik het met gemak 35 jaar vol.
Ik vind het nog steeds het mooiste werk dat je kunt doen. Er is ook nog veel te doen, het is nooit klaar. Het Judith van Swethuis wordt nu gerenoveerd en dat geeft handen vol werk voor personeel en bewoners.
Mensen wonen hier lang, het is hun thuis, daarom willen we een sfeer creëren die huiselijk is en niet als in een instelling. Een bewoner, die al 35 jaar bij ons woont, woont hier nog steeds naar tevredenheid en daar doe je het toch voor.’

 

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.