Nieuws

Het kan, samenwerken met naasten

02 april, 2024

Henk-Willem Klaassen (1959) is naastenadviseur en trainer bij HVO-Querido. Op 4 april besluit hij na ruim vierenhalf jaar zijn loopbaan bij onze organisatie met het symposium Samenwerken met naasten. Hoe? Zo! op de Hogeschool van Amsterdam.

Voordat Henk-Willem bij HVO-Querido kwam werken, was hij heel veel jaren sociaalpsychiatrisch verpleegkundige bij diverse grote en kleine organisaties. Daarnaast was hij bestuurslid bij Ypsilon en is hij auteur van talloze publicaties op het gebied van naastenbeleid. Hij is in totaal 47 jaar lang hulpverlener geweest.

Wanneer ben je met het thema naasten begonnen?

In mijn jeugd in Harderwijk ligt de oorsprong daarvan. Net als zo’n tachtig procent van de hulpverleners zijn het eigen ervaringen die onbedoeld tot mijn keuze voor dit vak hebben geleid. In mijn geval was het de psychiatrische kwetsbaarheid van mijn vader. Ik zeg dat nu zo makkelijk, maar als zevenjarige was dat een groot raadsel, een taboe met schaamte omgeven. Het gaf veel spanning in ons gezin. Op mijn zeventiende werd een ander familielid opgenomen met een ibs. Daar werd ook niet over gesproken. Pas veel later realiseerde ik me wat dit heeft betekend voor mijn leven en heb ik die ervaringen kunnen gebruiken in mijn werk.
Als preventiemedewerker bij Riagg Zaanstreek Waterland kwam ik voor het eerst op een andere manier in contact met familieleden. Daar kreeg ik de tijd om contact te maken. Daarna, als spv bij verschillende FACT-teams, ging ik steeds meer met naasten samenwerken en kreeg ik werkelijk het idee dat het effect had, op de cliënt, de naasten en op mij.

Wat fascineert je zo aan het betrekken van naasten bij de zorg?

Betrekken is hier echt een verkeerd woord, dat moet je nooit zo zeggen. Dan beschouw je jezelf als hulpverlener ten onrechte als het middelpunt. Het is andersom. Naasten betrekken tijdelijk hulpverlening bij de zorg voor hun dierbare. Je kunt daarom beter spreken van samenwerken met naasten. Dat is net zoiets als de term eigen kracht, die je te pas en te onpas hoort. Het gaat om samen kracht, want niemand kan zonder de ander, zonder geliefden. Hoe haalt de zorg het in zijn hoofd om naasten buiten de deur te zetten? Wij zijn toch God niet? Kijk naar de mens in zijn hele context. Wie is de mens achter de bewoner? Wat is het verhaal?

Henk-Willem Klaassen, pleitbezorger van het samenwerken met naasten

Henk-Willem Klaassen, pleitbezorger van het samenwerken met naasten

Waar zit volgens jou de winst van het samenwerken met naasten?

Het is humaan en het is de enige manier. Stel, jouw dochter krijgt suikerziekte. Dan kom je bij de arts en die zegt, nee, ik wil alleen uw dochter spreken. Privacy, weet u wel. Je mag niets, je moet zelf maar uitzoeken hoe je daarmee omgaat. Je belt een paar keer, dus er komt een aantekening bij jouw naam van overbezorgd of opdringerig. Dat klinkt als een karikatuur, maar dat is helaas hoe we in de psychiatrie nog maar al vaak omgaan met naasten.
Terwijl naasten bijvoorbeeld veel eerder en beter signaleren dan professionals. Daarom moet je in goede tijden investeren in het contact met naasten, dan kun je er ook in slechte tijden je voordeel mee doen. Vraag aan een willekeurige bewoner in de psychiatrie hoeveel hulpverleners hij heeft gehad en ik denk dat dit er makkelijk 43 zullen zijn. Dat geeft aan hoe vluchtig het contact van bewoners met professionals is in tegensteling tot het doorgaans duurzame contact met naasten.

Zie je ook valkuilen?

De grootste valkuil is dat HVO-Querido en andere GGZ-instellingen wel zeggen dat ze naasten heel belangrijk vinden en daar beleidsstukken over schrijven, dat heb ik ook gedaan, maar dat de hulpverleners er in de praktijk niet aan toekomen. Omdat er geen tijd en ruimte voor is, omdat ze ook zoveel andere dingen moeten doen, omdat ze niet goed weten hoe, omdat het nog niet in de cultuur van de teams zit of om wat voor reden dan ook. Daarbij moet je ook bedenken dat nieuwe medewerkers het steeds opnieuw moeten leren, het is een continu proces.
Soms zou ik willen dat alle naasten samen een klacht zouden indienen. Naastenbeleid, het staat er wel, maar jullie doen het niet. Het heeft geen prioriteit, het gebeurt op vrijwillige basis.

In de jaren zestig en zeventig was de moeder de schuldige in de psychiatrie, die hadden iets verkeerd gedaan in de opvoeding. Verschrikkelijk, om de moeder als schuldige aan te wijzen! Het begrip mantelzorg, in de jaren zeventig door professor Hattinga-Verschure gelanceerd, is in de GGZ nooit goed geland. Misschien dat het daarom zo’n ondergeschoven kindje is.

Waarom komt samenwerken met naasten soms moeilijk van de grond?

Het heeft ook te maken met de cultuur, de sfeer en gewoontes in teams. Dan kom ik ergens en dan vraag ik een begeleider: heb je op school geleerd om bijvoorbeeld een ecogram te maken? Ja, dat kennen ze. Maar waarom doe je het dan niet? Nou, zo werken wij hier niet. Mensen voegen zich naar de cultuur van de groep.
De relatie van bewoners tot hun naasten raakt aan de kern van het leven en daarmee van de psychiatrie. Het hoort in het rijtje basics als herstel, wonen en behandeling.

Wat zouden we nog meer moeten doen?

Arie Querido zou zich omdraaien in zijn graf als hij zou zien hoe weinig wij ons bekommeren om de sociale context van onze bewoners. En naasten zijn een belangrijk, zo niet het belangrijkste, deel van die context. Arie Querido ging naar klinieken in Apeldoorn en Raalte en Oegstgeest en Castricum om van al die mensen zelf te horen wat er aan de hand was. Waarom zit je hier? Wat is je verhaal? Wie heb je om je heen? Wat heb je nodig? En hij heeft heel veel mensen mee terug genomen naar Amsterdam. Alleen in jezelf, daar moet je niet zijn, wist Querido. De mens is waarlijk mens in relatie tot anderen. Dat is herstelgerichte zorg. Ik zou willen dat we die lijn voortzetten.
Ik ga met trots maar ook met zorgen weg. Mijn rol wordt overgenomen door de vakgroep Naasten en informele steun. Stuk voor stuk geweldig gemotiveerde medewerkers, maar ze krijgen daar bijna geen uren voor. Ik betwijfel of een vakgroep voldoende is.

Wat beschouw je als je grootste prestatie?

In 2010 heb ik de Kitty Verbeekprijs gewonnen, dat is een belangrijk blijk van waardering, daar ben ik trots op. Je krijgt hem op persoonlijke titel, los van de organisatie of instelling waar je werkt. Dat heeft me bevestigd in mijn houding om voor de missie te gaan. Samenwerken met naasten, dat behoort tot de big five in de psychiatrie. Sommige daarvan verweef ik in mijn trainingen, maar de grootste missie is: samenwerken met naasten, dat is humaan en werkt!

Bij HVO-Querido ben ik trots op de Samen Sterk Wonen West, dat is op het gebied van samenwerken met naasten echt het neusje van de zalm. Daarnaast zijn enkele ambulante teams voor jongvolwassenen enorm naastenminded geworden, echt van nul tot 70 procent.
Als ik dan iemand als een voorbeeld mag noemen waar ik trots op ben, en dan weet ik dat ik velen tekort doe, dan is het Denise Kraakman noemen. Zij is persoonlijk begeleider bij een jongerenteam van HVO-Querido. Ze kwam bij mij om een casus te bespreken. Wat moet ik toch met die moeder van een bewoner? Ik heb laten zien dat die moeder vooral bezorgd was en haar wat praktische vaardigheden aangeleerd. Zij is in no time van nul tot honderd procent naastenproof geworden, echt een natuurtalent.

Je gaat weg met een knal, met een symposium. Wat verwacht je daarvan?

Met het symposium wil ik het gevoel overdragen dat het kan. Samenwerken met naasten is helemaal niet ingewikkeld, het is geen utopie, het kan gewoon. Daar sta ik voor tweehonderd procent achter. Verder hoop ik dat het een leuke middag wordt en dat we mooie positieve verhalen horen uit de praktijk. Een mooi voorbeeld daarvan vind ik het verhaal van Roy, van wie een filmpje op de website van HVO-Querido staat. Dat laat zien dat iemand meer is dan cliënt, dus ook broer, kind, vader of opa. Roy werd aan het eind van zijn leven weer stevig vastgepakt door zijn familie. Zo is er altijd hoop.
Ik hoop dat de bezoekers van het symposium naar huis gaan met een gevoel van yes, we can en niet met de twijfel van ja, maar…

Wat ga je nu doen?

In mijn boek Bondgenoten geef ik al veel praktische tips en handvatten hoe familie en hulpverleners kunnen samenwerken. Het komt in de beste families voor van de Vlaamse Griet Frère is trouwens ook een goed boek. Ik ga nog tenminste twee boeken over dit onderwerp schrijven. Eentje over triadisch werken en eentje meer in stripvorm. Verder houd ik me bezig met de GGZ Standaarden, doe ik dingen voor het Trimbos-instituut en geef ik gastcolleges aan de hogescholen van Utrecht en Amsterdam.
Het allerliefste geef ik trainingen aan teams, via mijn eigen bedrijf www.naastenbetrokken.nl, samen met Inge en Ankie van www.naasteninzicht.nl. Wij krijgen elke keer terug in trainingen dat ons gezamenlijke aanbod magie oplevert.

Deel dit bericht:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze berichten.