Koen Schot (1957) woont al zeven jaar in De Aak en heeft de verhuizing van het oude naar het nieuwe pand meegemaakt.
‘Ik kom uit een ondernemende familie, mijn ouders hadden een manege. Brave mensen, ze dronken niet, ze gebruikten niet. Zie je dat paard?’ vraagt Schot, terwijl hij wijst naar een schilderij op zijn kamer, ‘daar heb ik als kind jarenlang op gereden. Vanaf mijn elfde gebruik ik drugs, niet dat ik zo’n wilde ben, maar ik wilde gewoon alles proberen. Vanaf mijn veertiende werkte ik in de horeca en op mijn zestiende kreeg ik een zwaar motorongeluk.
Broos
Met heroïne vallen veel remmingen weg. Verslaafd zijn, daar groei je in. Op een gegeven moment stond ik voor het luik van de verstrekking en zakte zomaar in elkaar, mijn been op drie plaatsen gebroken. Mijn botten zijn door langdurig gebruik heel broos, maar ik heb nu gelukkig al zeven jaar niks meer gebroken.
Ik heb een elektrische fiets met drie wielen, dan kun je niet omvallen. Ook daar wen je aan, ik fiets nog steeds als een idioot.
Ik zou mijn leven niet anders gedaan willen hebben. Gek genoeg, heb ik altijd al gedacht dat ik zou gaan zwerven.
Geen haast
In het begin was de verhuizing een hele omschakeling. Eerst hadden we van twee verdiepingen die weinig mengden naar iedereen bij elkaar. Het lijkt drukker. We zijn er wel op vooruitgegaan. Alles is hier mooi nieuw, licht en ruim. Werkmensen in huis vond ik wel leuk, dat geeft een beetje reuring.
Ik heb geen haast om hier weg te gaan. Een zelfstandige woning wordt voor mij heel ingewikkeld. Een keer struikelen en ik lig in het ziekenhuis. Ik woon hier naar mijn zin en ik ben tevreden over de begeleiding. Ik heb niks te klagen, ik blijf hier tot 2026.
Online
Ik zit bij atelier Kunstkop, daar schilder ik een paar dagen per week. Momenteel ben ik vooral met lijnen en cirkels in de weer. Ik ben een beetje een einzelgänger. Met mijn kano vaar ik door Amsterdam en omstreken. Verder ben ik nogal een gamer, ik houd wel van knallen. Dat speel ik vooral online, het is leuk om op zo’n manier met mensen over de hele wereld contact te hebben.’