Verhalen

Niet alles rozengeur

10 mei, 2019

Na 27 jaar in verschillende functies bij HVO-Querido te hebben gewerkt, gaat Raymund Wajon (1953) vanaf 17 mei van zijn welverdiende pensioen genieten. Wat heeft hij bij ons allemaal gedaan? En hoe kijkt hij op zijn loopbaan terug?

‘Ik ben in Amsterdam geboren, maar ik heb de eerste jaren van mijn leven in Delfzijl gewoond,’ steekt Raymund van wal. ‘Mijn vader was namelijk kapitein op de kustvaart. Als kind heb ik tot aan de lagere school altijd meegevaren, dat was heel leuk, daarna zij we aan de wal gegaan. Ik heb twee zussen en een broer. Mijn vader is helaas heel vroeg overleden. Ik heb een gelukkige, maar moeilijke jeugd gehad. Ik miste mijn vader gewoon heel erg.

Rechtvaardig

Later zijn we in Amsterdam gaan wonen. Eerst in de Indische buurt, later in de Rivierenbuurt. Na de mulo kwam ik op de horecavakschool aan de Reinaert de Vosstraat, dat was in het gebouw waar we nog een keer de winteropvang in hebben gehad. Daar heb ik mijn diploma derde kok gehaald en daarna ben ik gaan werken. Ik was in die tijd e actief in de vakbond en via de bond, dat was de KWJ, de katholieke werkende jongeren, kon je ook een opleiding volgen. Toen heb ik de sociale academie gedaan in Driebergen. Ik heb met toen onder andere sterk gemaakt voor meisjes van de INAS, dat was een soort huishoudschool, en die moesten stage lopen maar werden vooral uitgebuit als goedkope arbeidskrachten. Ze werden ook altijd ergens ander geplaatst, meisjes uit Limburg hier en onze meisjes bijvoorbeeld in Groningen zodat ze zich koest zouden houden en geen moeilijkheden maken.

Kinderen beschermen

Heel misselijk en onrechtvaardig. Ik had iets sterk sociaals in die tijd, ik kon slecht tegen onrecht, ik wilde de samenleving eerlijker maken voor iedereen. Het was in die tijd mijn ideaal om bij de kinderbescherming te gaan werken, dat leek me echt goed, kinderen moeten immers worden beschermd en geholpen, maar dat is er nooit van gekomen.

Het pand van de Kwartaalkursus van HVO aan de Eikenweg

Het pand van de Kwartaalkursus van HVO aan de Eikenweg

Brood op de plank

Er moest brood op de plank komen en geld worden verdiend, dus ik heb mijn koksopleiding verder afgemaakt en ben eerste kok geworden. Een jaar of tien heb ik via het uitzendbureau in allerlei restaurants gewerkt en een heleboel horecazaken gezien. Ik ben ook chef-kok geweest. Maar op een gegeven moment wilde ik wat anders en toen zag ik een advertentie van HVO, die zochten een kok die ook nog iets met de begeleiding van jongeren deed. Dat leek me wel wat. Ik kende Hulp voor Onbehuisden van vroeger, wij brachten vroeger onze oude kleren naar HVO aan de Weesperzijde.

Raymund als kok in de oude Veste, foto Sake Rijpkema

Raymund als kok in de oude Veste, foto Sake Rijpkema

Boefjes

Raymund met Jan de Jongh in de keuken

Raymund met Jan de Jongh in de keuken

Dus zo kwam ik in 1991 bij de Kwartaalkursus, met een k, aan de Eikenweg in Amsterdam Oost, later zijn we naar de James Wattstraat gegaan, onder het Centraal Bureau. Frans Hoogstede was daar de teamleider, hij heeft mij aangenomen. In die tijd had HVO nog veel meer aanbod in de jeugdzorg.
De Kwartaalkursus was een training die de kantonrechter aan jongeren kon opleggen in plaats van de gevangenis, een alternatieve sanctie waar ze tenminste nog iets van konden opsteken. Ik gaf die jongens kookles en huishoudelijke vaardigheden, zoals boodschappen doen, opruimen en schoonmaken. We werkten met een puntensysteem. Je kon punten verdienen, maar ook weer kwijtraken als je de boel in de soep liet lopen. Je krijg dan een gele of een rode kaart. Dat deed ik twintig uur per week. De rest van de tijd werkte ik in de horeca.

 

Lekker ruiken

Toen kwam er bij de keuken van De Veste een plaats voor nog eens twintig uur vrij en zo kwam ik helemaal bij de organisatie. Dat was met collega’s Jan de Jong en Gerald Wooldrik. We kookten niet alleen voor het huis zelf, internaat en passantenverblijf, maar ook voor de buitengewesten, dat wil zeggen andere afdelingen, dat werd na bereiding terug gekoeld en op locatie geregenereerd. Dat was leuk werk en met bijzondere mensen. In de keuken hadden we namelijk zogeheten passantenwerkers, bewoners die extra overnachtingen verdienden door hun handen uit de mouwen te steken. Johnny Werkendam bijvoorbeeld, Cootje van Vuuren, echt kleurrijke types.

Waar ben ik?

Het was op een gegeven moment echt een mooie, grote keuken. En als je dan eten maakt, dan ruikt het lekker in het hele huis, naar verse soep bijvoorbeeld. Dat maakt veel uit voor de sfeer in huis.
Ik weet het nog goed, op de allereerste dag dat ik bij de Poeldijkstraat kwam, had een boze bewoner zowat alle ruiten ingegooid, ik dacht: waar kom ik terecht?

Raymund met collega’s van het Passantenverblijf

Raymund met collega’s van het Passantenverblijf

Begeleider

In 2000 ben ik overgestapt naar het PV, het Passantenverblijf, zeg maar de oude nachtopvang, de voorloper van de huidige Opvang Poeldijkstraat. Het was leuk om weer eens wat anders te doen en ik dacht ook altijd dat ik mijn sociale academie nog eens te gelde moest maken. Cees van Helfteren heeft mij toen aangenomen als begeleider. Dat was ook leuk werk, ik werkte met goede collega’s van wie ik veel heb geleerd, zoals Aziz en Hakim, die er nu ook nog ook altijd zijn. Het was niet altijd alleen maar lachen, we hebben ook incidenten met geweld meegemaakt, dat hakt er behoorlijk in.
Maar het omgaan met allerlei soorten mensen, hele lastige mensen en veel minder lastige mensen, dat hield het werk boeiend, daar deed je het voor.

Receptie

Na een tijd vond ik de nachtdiensten toch wel heavy worden. Toen ben ik gevraagd om me vanuit het PV met facilitaire en logistieke zaken te gaan bemoeien, met name rond de verhuizing van het oude naar het nieuwe pand aan de Poeldijkstraat. Er was in die tijd ook even iemand nodig bij de receptie en toen heb ik gezegd dat ik het wel wilde doen en dat is nu zevenenhalf jaar geleden. Zo gaat dat. Ik vind dit een hele leuke plek, het is heel druk, je hebt met veel mensen te maken: cliënten, collega’s, bezoekers, leveranciers, noem maar op. Je hoeft je hier nooit te vervelen.

1 april

Ik ga met een goed gevoel weg. Er zijn de nodige dingen gebeurd, maar alles is uiteindelijk uitgepraat. Een van de leukere dingen vond ik altijd de 1 april grappen. Ik heb er heel wat bedacht. Jaren geleden heb ik eens verzonnen dat alle medewerkers een groen en geel uniform aan moesten omdat de buitenwacht cliënten en collega’s niet meer uit elkaar kon houden. Veel mensen trapten daar in. Dit jaar had ik bedacht dat mensen moesten gaan betalen om hun auto hier op het terrein te parkeren, daar kwamen ook nogal wat reacties op.
Officieel ga ik in september met pensioen, maar ik heb nog vakantiedagen over en daarom is mijn laatste werkdag op 17 mei, toevallig precies op mijn verjaardag.

Raymund tijdens de jaarlijkse barbecue van HVO-Querido

Raymund tijdens de jaarlijkse barbecue van HVO-Querido

Breed

Misschien is wel het belangrijkste dat ik hier heb geleerd dat niet alles rozengeur en maneschijn is in het leven. Het slaat nergens op om van mensen te zeggen: hij is toch maar een zwerver, want ik weet dat het iedereen kan overkomen, mij en jou ook. Ik heb ze allemaal gezien bij het PV.
Bij HVO-Querido krijg je een brede kijk op de mens. Ik laat mij door niemand meer imponeren. Als het nodig is, probeer ik de boel met een grap en een grol terug te krijgen naar een normale situatie, dat werkt meestal.
Als bewoners vroeger mochten kiezen voor een uitstapje, werd het altijd zeevissen. Lekker buiten en drinken. Het type klant is veranderd. In het begin gebruikten ze vooral alcohol en hasj, nu hebben ze door alle drugs een veel korter lontje.

Raymund bij de Poeldijkstraat

Raymund bij de Poeldijkstraat

Respect

Er zijn heel veel bewoners die ik nooit zal vergeten, maar als ik er iemand moet uitpikken voor wie ik echt respect heb, dan noem ik Sonja Groot-Obbink. Dat is een eerlijke, sterke vrouw, een knokker.
Ik heb ook respect voor Clemens Blaas. Ik heb hem bij het Passantenverblijf ooit uitgedaagd om eens op de werkvloer te komen kijken en toen heeft hij een ochtend met ons meegedraaid. Dan zie je meteen waar wij dagelijks tegen aanlopen.
Ik maak me wel eens zorgen of het management wel voldoende weet hoe het er in de praktijk van de afdelingen aan toegaat. HVO-Querido wordt steeds groter, er komen steeds meer projectmanagers in dienst.

Missen

Ook na mijn pensioen heb ik nog genoeg te doen. Ik heb veel vrienden. Ik heb een treinbaan waar ik al heel lang iets aan zou willen doen. Heel graag wil ik naar Australië, met de boot, want tijd zat. Mijn vrouw gaat bovendien ook bijna met pensioen, dus we kunnen ook samen veel meer gezellige dingen doen. Thuis kook ik elke dag. Man, ik kan zelfs met het gepensioneerdenuitje van HVO-Querido mee!
Ik ben blij dat het werk stopt, dat is wel mooi geweest, maar het contact met de mensen, met collega’s en met klanten, zal ik echt missen, daar heb ik wel moeite mee.’

Deel dit verhaal:

Meer lezen?

Bekijk dan al onze verhalen.